Haïti houdt de adem in
Al enkele jaren wordt Haïti in toenemende mate geteisterd door geweld. Dodelijke slachtoffers zijn aan de orde van de dag. Nog geen twee weken geleden kwamen tenminste vijftien mensen, onder wie twee bekende journalisten, om het leven bij een aanslag door schutters die er op motoren vandoor gingen. De moord op president Jovenel Moïse op 7 juli zag echter niemand aankomen.
Woensdag 7 juli werden de Haïtianen gewekt met het nieuws dat hun president, Jovenel Moïse, aan de macht sinds februari 2017, die nacht in zijn eigen huis bij een aanslag om het leven was gekomen. Zijn vrouw Martine Moïse was met onbekende verwondingen naar een ziekenhuis gebracht.
Colombianen
Al snel kwamen er berichten naar buiten over de toedracht: de moordenaars zouden Spaans en Engels hebben gesproken en zich hebben voorgedaan als agenten van de DEA (Drugs Enforcement Administration, de Amerikaanse drugsbestrijdingsdienst). Andere getuigen spraken over buitenlandse huurlingen. Binnen vierentwintig uur, verrassend snel, vooral voor Haïtiaanse begrippen, werden twee Amerikanen van Haïtiaanse afkomst opgepakt, samen met achttien Colombianen. Drie Colombianen zouden om het leven zijn gekomen, en naar nog vijf anderen wordt gezocht.
De snelle arrestaties roepen verbazing op, vooral in Haïti zelf. De president is niet de eerste die een gewelddadige dood sterft, integendeel. Met name de afgelopen jaren is het geweld sterk toegenomen. Gewapende bendes bestrijden elkaar en hierbij vallen veel onschuldige burgerslachtoffers. De meeste slachtoffers krijgen buiten hun kring van familie en vrienden slechts een naam in rapporten van mensenrechtenorganisaties. Want van een onderzoek door de politie, laat staan een arrestatie van mogelijke daders gevolgd door een berechting, is geen sprake.
Onschuldige burgers
Soms is degene die vermoord wordt een bekende Haïtiaan. Zoals in augustus vorig jaar de deken van de orde van advocaten, Monferrier Dorval. Zijn dood leidde tot veel protesten en de nodige aandacht vanuit het buitenland. Maar gearresteerd werd er niemand. Of neem journalist Diego Charles, 29 juni doodgeschoten voor zijn huis, samen met politiek activiste en journalist Marie Antoinette Duclair, die hem juist voor de deur had afgezet, en een dozijn omstanders.
De volgende dag kwam de politie met een verklaring: de schietpartij zou een vergeldingsactie zijn geweest van Fantom 509, een gewelddadige bende van ontevreden (ex-)politieagenten. Zij zouden wraak hebben willen nemen naar aanleiding van de moord op politieagent Guerby Geffrard eerder die dag in diezelfde wijk. De regering sprak zelfs van een terroristische aanslag door Fantom 509, gericht op willekeurige slachtoffers. Maar journalisten en mensenrechtenorganisaties twijfelen aan deze lezing en sluiten niet uit dat er sprake was van een gerichte actie tegen Diego Charles. Ook in deze zaak is nog niemand aangehouden.
Met de dood bedreigd
Het van oorsprong Amerikaanse Committee to Protect Journalists (CPJ), een organisatie die wereldwijd strijdt voor persvrijheid, schrijft op zijn website dat Diego Charles op het moment van zijn dood onder andere de nasleep van de moord op advocatendeken Monferrier Dorval onderzocht. Op de door hem opgerichte website Larepiblik Magazine schreef Charles dat de rechter die de zaak Dorval onderzoekt met de dood is bedreigd, zonder dat er door de politie enige actie is ondernomen. Vrienden van Diego Charles, die vanwege hun veiligheid anoniem willen blijven, vertelden het CPJ dat zij niets geloven van de verklaring van de politie dat de moord op Charles op toevalligheid berust.
Wie van de drie?
Behalve over de snelle arrestatie van de verdachten is er ook verbazing dat de Colombiaanse ‘huurlingen’ uren na de aanslag nog in de directe omgeving van het huis van Jovenel Moïse waren. Het is niet moeilijk ongezien de grens met de Dominicaanse Republiek over te steken. En voor mensen met geld behoort zelfs het huren van een klein vliegtuigje tot de mogelijkheden. Waarom waren ze niet gevlucht?
De chaos in Haïti is groot, valt op veel websites te lezen. Maar dat geldt dan vooral de politieke chaos. Want de bevolking houdt zich rustig en blijft vooral thuis. Er is weinig verkeer op straat, maar dat kan ook te maken hebben met het gebrek aan benzine. Ondertussen twisten drie Haïtianen om het presidentschap. Volgens de grondwet zou de president van de Hoge Raad deze functie op zich hebben genomen, ware het niet dat hij zeer onlangs aan de gevolgen van covid-19 is overleden. Een opvolger is nog niet benoemd. Interim-premier Claude Joseph heeft daarom direct na de moord het heft in handen
genomen, maar zijn status wordt betwist door neurochirurg Ariel Henry, die enkele dagen voor de dood van Moïse door de president was voorgesteld als nieuwe premier. Hij is echter nog niet geïnstalleerd en beschikt dus ook nog niet over een kabinet. Tenslotte hebben de overgebleven senaatsleden (de senaat is niet compleet omdat er geen verkiezingen zijn gehouden) hun voorzitter Joseph Lambert als nieuwe president naar voren geschoven.
Interim-premier Joseph heeft de Verenigde Staten om militaire steun gevraagd, maar de regering van president Biden heeft vooralsnog besloten alleen een aantal FBI-agenten naar Haïti te sturen om het land bij te staan bij het onderzoek naar de moord. De eventuele komst van buitenlandse militairen naar het Caribische land ligt heel gevoelig, vooral in Haïti zelf. Van 2004 tot en met 2019 was er een VN-vredesmacht, MINUSTAH, in het land gestationeerd. Doel was onder meer het bijstaan en trainen van de Haïtiaanse politie, en het bijdragen aan de opbouw en versterking van staatsinstituten. Hier is weinig van terecht gekomen, terwijl de MINUSTAH zelf in opspraak raakte door beschuldigingen van seksueel misbruik van vrouwen en kinderen, en in 2010 de bron was van de cholera-uitbraak die aan negenduizend Haïtianen het leven kostte. De meeste Haïtianen zijn dan ook fel tegen de komst van buitenlandse militairen.
Verkiezingen
Een van de twistpunten tussen de regering van Moïse en veel maatschappelijke organisaties zijn de verkiezingen. Vooral de internationale gemeenschap, waaronder de Verenigde Staten, de Europese Unie en de Organisatie van Amerikaanse Staten, dringt al maanden aan op spoedige verkiezingen. Het lijkt erop dat, ook na de moord op Moïse, de internationale gemeenschap nog altijd denkt dat verkiezingen (het begin van) de oplossing zijn. Zoals Helen La Lime, de Speciale Vertegenwoordiger van de Verenigde Naties voor Haïti en tevens hoofd van het VN-bureau in Haïti (BINUH). In reactie op de moord zei ze tegen journalisten in New York dat interim-premier Joseph zich zeer onlangs nog had uitgesproken over de verkiezingen. Volgens kort voor de moord gepresenteerde plannen zal op 26 september de eerste ronde van deze verkiezingen plaats vinden.
Maar veilige en eerlijke verkiezingen zijn onder de huidige omstandigheden onmogelijk. In een artikel met de veelzeggende titel To Save Haïti’s Democracy Don’t Hold Elections legt voormalig Amerikaans ambassadeur in Haïti Peter Mulrean uit waarom verkiezingen op dit moment meer kwaad dan goed doen. Wat Haïti nodig heeft is het inventariseren van wat er kapot is en dit repareren. “Dit is ook”, zegt hij, “waar een brede coalitie van oppositiepartijen en maatschappelijke organisaties om vraagt.” De benadering van deze coalitie verdient de volle steun van de internationale gemeenschap, schrijft hij.
Nou pap Dòmi
De coalitie vindt haar oorsprong in het corruptieschandaal rond het PetroCaribe fonds. Politieke partijen en maatschappelijke organisaties vonden elkaar in hun strijd om de waarheid boven tafel te krijgen. Nieuwe bewegingen, zoals de Petrochallengers en Nou Pap Dòmi (letterlijke betekenis: “wij slapen niet”), en gevestigde organisaties, waaronder de kerken, hebben zich aaneengesloten. De coalitie heeft een stappenplan opgesteld voor vrije, veilige en eerlijke verkiezingen. Het plan begint met de instelling van een overgangsregering van maatschappelijke en politieke actoren. Deze regering schept vervolgens de randvoorwaarden voor verkiezingen: een goed kiezersregistratiesysteem, veilige situatie, en een juridisch systeem dat onafhankelijkheid waarborgt bij eventuele verkiezingsruzies. Bovenal vraagt de coalitie om tijd. Haastig georganiseerde verkiezingen lossen geen problemen op, maar creëren die juist.
In maart presenteerde een vertegenwoordiging van de coalitie dit stappenplan in een bijeenkomst van het Amerikaanse Congres, waarbij de wens werd uitgesproken dat de regering van president Joe Biden de steun aan Jovenel Moïse zou beëindigen. Oud-ambassadeur Mulrean vindt dat nu het moment is aangebroken dat de Verenigde Staten en anderen een krachtig standpunt moeten innemen in de verdediging van de Haïtiaanse democratie. Maar de leiding ligt in handen van de Haïtianen, benadrukt hij.
‘Het land houdt de adem in’
En nu? Historicus en auteur Michel Soukar schrijft dat “de enige echte onontkoombare waarheid is dat Jojo-la-Passoire (bijnaam van Moïse, EH) nu een beter leven heeft gekregen. En ook hier is geen tastbaar bewijs van…”
In een redactioneel van de Haïtiaanse krant Le Nouvelliste schrijft Frantz Duval twee dagen na de moord: “De President van de Republiek van Haïti, bewaakt door een garnizoen van bewapende mannen, is het slachtoffer geworden van een gewelddadige actie, zonder dat een van zijn getrouwen hem te hulp geschoten is. Het is onvoorstelbaar. Enorm. Ongelooflijk. Toen het land op de ochtend van 7 juli ontwaakte met dit vreselijke nieuws viel er een mantel van ontsteltenis over alles heen: over de mensen, over de dieren, over de dingen…. Het land houdt de adem in.”