Inleiding bij een Special
Een halve eeuw geleden, ongeveer rond deze tijd van het jaar, zag het Inca-bulletin het licht, al snel opgevolgd door het Chili-bulletin en het blad Alerta. Het waren de voorlopers van La Chispa, dat tot 2014 als papieren magazine verscheen en daarna tot de dag van vandaag in digitale vorm bericht over het Latijns-Amerikaanse continent. Daarom maken we dit jaar een special over ‘Vijftig jaar Latijns-Amerika’, waarin we aan de hand van oudere artikelen en nieuwe inzichten verschillende landen, regio’s en thema’s belichten. In deze inleiding staan de eerste vijftien jaar van deze eeuw centraal.
De special trappen we af met een overzicht van de jaren 1974 tot 2004: de eerste dertig jaar berichtgeving van La Chispa en haar voorgangers. In # 300 schreef Jan de Kievid een overzicht van de ontwikkelingen in die periode in ‘een conservatief continent met een revolutionaire reputatie’. Aan het begin van het nieuwe millennium leek een nieuw elan de kop op te steken. Meerdere presidenten beloofden hun volkeren een ‘nieuwe toekomst’ en een ‘nieuw ontwaken’. Weg met het verleden, weg met de armoede, achterstelling en ongelijkheid. In Mexico was het de nieuwbakken president Vicente Fox, in Peru was het Alejandro Toledo en in Venezuela, als eerste, Hugo Chávez. In een redactioneel in 2001 maakte La Chispa echter korte metten met deze prachtige vergezichten: ‘Een ex-manager van Coca-Cola, een econoom en een ex-militair; en dat moet de verbeelding aan de macht helpen?’ Toch bracht het nieuwe millennium, naast blijvend oud zeer, opmerkelijke verrassingen. Voor de democratisering was het een opsteker dat de Mexicaanse regeringspartij PRI in 2000 na 71 jaar aan de macht voor het eerst een overwinning van de oppositiekandidaat moest erkennen. Daarmee woonde de overgrote meerderheid van de Latijns-Amerikanen, veel meer dan ooit tevoren, in een min of meer democratisch land. Twee jaar later werd volksjongen en vakbondsleider Lula da Silva tot president van Brazilië gekozen, wat de doorbraak werd naar een golf van meer of minder linkse staatshoofden.
Macho-continent
Een decennium van doorgeschoten neoliberaal beleid, vaak afgedwongen door Wereldbank en IMF, had geleid tot grotere ongelijkheid tussen sociale klassen en tussen regio’s. Door privatiseringen en bezuinigingen werd de soms torenhoge inflatie weliswaar aan banden gelegd, maar de werkloosheid bleef hoog, de informele economie groeide en met de globalisering nam de afhankelijkheid van de rijke landen toe. Onder druk van de Verenigde Staten werden steeds meer vrijhandelsverdragen gesloten. De bevolking had er genoeg van en koos in verkiezingsjaar 2006 in steeds meer landen presidenten van linkse signatuur. In 2012 woonde bijna twee derde van de Latijns-Amerikaanse bevolking in een land met een gekozen linkse president. Van de grote landen ontbraken alleen Mexico en Colombia. Dat was eerder in geen enkele regio ter wereld voorgekomen, ook niet in West-Europa.
Meerdere commentatoren en correspondenten schreven dan ook dat het ‘continent rood was gekleurd’. De linkse kandidaten konden winnen door de grote ontevredenheid over het neoliberale beleid en door de acties van sociale bewegingen. Bovendien konden ze, anders dan vroeger, hun ambt ook aanvaarden door de democratisering en doordat de VS de verkiezingsuitslag respecteerden. Na de aanslag op de Twin Towers in 2001 waren de VS veel minder met Latijns-Amerika bezig. Toch wilde het niet per se zeggen dat ‘links’ echt aan de macht was, zo had de partij van de president vaak geen meerderheid in het parlement, lagen rechters dwars en maakten de rechtse media het de regering lastig.
De golf van linkse regeringsleiders bleef een decennium voortduren door de economische boom, die grofweg tussen 2004 en 2014 aanhield. Door de grote vraag naar grondstoffen, vooral van China, groeide de economie en konden linkse presidenten sociale maatregelen nemen, waardoor zij, of een partijgenoot, een of meermalen herkozen werden, zoals in Brazilië, Argentinië, Chili, Uruguay, Bolivia, Ecuador en Venezuela het geval was. Deze linkse golf viel ten dele samen met de iets latere golf van vrouwelijke regeringsleiders, zoals Dilma Rousseff in Brazilië, Michelle Bachelet in Chili en Cristina Kirchner in Argentinië. In 2014 regeerden vrouwen in het macho-continent over 45 procent van alle Latijns-Amerikanen. Ook dat was in geen enkel continent eerder vertoond.
Scherpe kantjes
Het zal niet verbazen dat La Chispa zich verheugd toonde met de democratisering, de links golf en de vrouwelijke presidenten. Maar niet zonder de vraag in een redactioneel uit 2006 hoe links die regeringen nu eigenlijk waren. ‘Kunnen regeringen zich wel onttrekken aan het vrije marktdenken en willen ze dat wel?’ De zogenoemde ‘linkse golf’ was niet gericht op een ‘klassieke’ socialistische revolutie, maar op het bijschaven van de scherpste kanten van het neoliberalisme door de invoering van een sociaal beleid, met als doel vermindering van armoede en ongelijkheid. Tegelijk voerden de regeringen een beleid dat gericht was op integratie in de wereldmarkt. Alleen Hugo Chávez in Venezuela en Evo Morales in Bolivia – de eerste inheemse president – streefden, althans verbaal, naar een ander model. De eerste naar een ‘bolivariaans socialisme’, gestoeld op de eenheidsgedachte van Simón Bolívar, en de tweede naar buen vivir, een inheemse kosmovisie waarin mens en natuur in harmonie samenleven. In deze twee landen werd de grondwet aangepast en hun presidenten bedienden zich van radicale taal. In stabielere landen zoals Brazilië, Chili en Uruguay gebeurde dat niet en werden de democratische instituties met respect behandeld en verdedigd.
Vloek en zegen
Of het nou linksom of rechtsom was, Latijns-Amerika bleef ook in deze periode afhankelijk van de export van grondstoffen, met alle gevolgen van dien. Extractivisme is in feite de kurk waar de economische voorspoed op dreef. Het leidde tot conflicten met sociale en milieubewegingen en de inheemse bevolking, die haar grondgebied steeds verder zag aangetast door mijnbouw, sojaplantages en infrastructurele projecten, zoals de aanleg van wegen en waterkrachtcentrales. Zelfs Bolivia, waar Evo Morales de principes van buen vivir predikte, ontkwam niet aan grootschalige extractie. Van leven in harmonie met de natuur kwam in de praktijk niet veel terecht.
Door de torenhoge grondstofprijzen op de wereldmarkt slaagde Latijns-Amerika er wel in de armoede drastisch terug te dringen en ook de extreme ongelijkheid iets te verminderen. In de rest van de wereld nam in die periode de ongelijkheid juist toe.
De positie van de VS als belangrijkste handelspartner werd overgenomen door China. Iedereen was welkom als afnemer en als investeerder: Chinezen, Arabieren, Europeanen, Russen. Toch bleef het continent steken in de rol van grondstoffenleverancier in plaats van de eigen industrie te ontwikkelen. Dan blijf je de zwakke partij, zoals bleek toen rond 2014 een eind kwam aan de grondstoffenboom.
Geopolitieke verschuivingen
Tot ongeveer 2015 bleef de democratie in de Latijns-Amerikaanse landen redelijk overeind. Daarna werden autoritaire tendensen sterker. Toen het afgelopen was met de economische voorspoed zocht de ontevreden bevolking haar heil bij ‘sterke’ leiders, die doorgaans van rechtse tot extreemrechtse populistische huize waren. Er was zelfs sprake van een ‘ruk naar rechts’, niet per se uit ideologische overwegingen, maar eerder omdat ‘links’ niet langer voorspoed leverde.
Ook de internationale, geopolitieke context veranderde. Denk aan de overwinning van Donald Trump in de VS, de opkomst van rechtse leiders in veel Europese landen, de toenemende machtsconcentratie van Poetin in Rusland en, van recenter datum, de invallen in Oekraïne en de Gazastrook. Voeg daarbij de klimaatcrisis en de groeiende stroom vluchtelingen wereldwijd, dan verkeert Latijns-Amerika na deze vijftig jaar, net als de rest van de wereld, in onzekere en onvoorspelbare tijden.
De eerste veertien jaar van deze eeuw vormden een tamelijk unieke periode in Latijns-Amerika. Veel van de verworvenheden zijn weer teruggedraaid, zoals de mate van democratie en de vermindering van armoede en ongelijkheid. Onderwijs, gezondheidszorg en positie van vrouwen zijn verbeterd, maar de teloorgang van het milieu blijft doorgaan. In 2012 schreven we in een redactioneel: ‘Een juiste koers is niet zo gauw in zicht. De combinatie van economische groei met behoud van milieu en een eerlijke inkomensverdeling is wellicht een utopie’. Maar dan wel een die de moeite waard is om na te streven. Aan het eind van dit jaar sluiten we de special af met een overzicht van de ontwikkelingen van het laatste decennium.
Dit artikel is onderdeel van de special Vijftig jaar Latijns-Amerika en La Chispa