Datum tweede ronde is onzeker
In Haïti is 7 februari een historische dag: het is de dag dat Jean-Claude Duvalier het land halsoverkop verliet en er een einde kwam aan bijna dertig jaar dictatuur. Afgelopen maand was dat precies dertig jaar geleden. Aanleiding voor een feestelijke dag zou je denken, temeer omdat traditioneel op 7 februari, als er verkiezingen zijn geweest, de nieuwe president geïnstalleerd wordt. Eind vorig jaar waren er presidentsverkiezingen, maar een nieuwe president is nog niet geïnstalleerd. Sterker, het is nog lang niet duidelijk wie de opvolger van Michel Martelly zal worden.
Haïti kent een gecompliceerd systeem van verkiezingen, en omdat president Martelly tijdens zijn regeerperiode de voorziene verkiezingen voor burgemeesters en parlementsleden uitstelde tot de laatste maanden van zijn bewind waren eind vorig jaar maar liefst drie “kiesmomenten” gepland, waarbij de bevolking in verschillende rondes kon stemmen voor nationale en plaatselijke besturen. Tijdens de eerste ronde voor het parlement in augustus was er sprake van veel geweld. Wanneer eind oktober de tweede ronde voor het parlement in combinatie met de eerste ronde voor de president plaatsvindt, zijn de kiesraad en de overheid beter voorbereid. Bij de stembureaus is veel politie aanwezig en zowel nationale als internationale waarnemers constateren dat de verkiezingen rustig verlopen.
Maar na deze eerste, voorzichtig positieve, reacties volgen kritische rapporten, met name vanuit de Haïtiaanse maatschappelijke organisaties. Slechts ongeveer 30 procent van de kiesgerechtigden heeft een stem uitgebracht, maar er zijn duidelijke aanwijzingen dat mensen meer dan één keer gestemd hebben. Dit betreft vooral de zogenaamde mandataires, mensen die namens hun politieke partij toezicht houden op het stemproces en toegang hebben tot de stembureaus. Officieel mag iedere partij twee mandataires per stembureau afvaardigen, een aantal dat met 54 kandidaten nogal kan oplopen. Tel daarbij de waarnemers, de leden van het stembureau en natuurlijk de kiezers, en het is duidelijk dat dit tot chaotische situaties kan leiden, waarbij misbruik en fraude op de loer liggen.
Haïtiaanse maatschappelijke organisaties en ook een aantal internationale organisaties eisten daarom al snel een onafhankelijke evaluatie van het verloop van de verkiezingen voordat zou kunnen worden overgegaan tot de tweede en beslissende ronde op 27 december. Een kandidaat moet tenminste 50 procent van de stemmen krijgen om te winnen. Met 54 kandidaten is het praktisch onmogelijk dat iemand dat al in de eerste ronde bereikt.
Wanneer de kiesraad op 5 november bekendmaakt dat Jovenel Moïses (foto links) van de partij van president Martelly en Jude Célestin (foto onder) van de partij van voormalig president Préval op de eerste en tweede plaats geëindigd zijn en dus zullen doorgaan naar de tweede ronde, verhevigen de protesten. Jude Célestin sluit zich bij de protesten aan en verklaart niet aan de volgende ronde te willen deelnemen voordat een gedegen onderzoek naar het proces heeft plaatsgevonden. Uitstel van de verkiezingen tot 24 januari bracht geen oplossing van het conflict en de kiesraad had geen andere mogelijkheid dan de verkiezingen opnieuw uit te stellen.
Interim-regering
Een paar maanden later lijkt een oplossing verder weg dan ooit. Conform de grondwet heeft Martelly op 7 februari zijn functie neergelegd en is een week later Jocelerme Privert, sinds een maand voorzitter van de senaat, door beide kamers tot interim-president gekozen. Privert was minister van Economische zaken en Financiën onder Aristide (2001-2002) en adviseur van Préval. Hij heeft een duidelijk mandaat gekregen voor een periode van 120 dagen: het organiseren van verkiezingen, zodat binnen vier maanden een president geïnstalleerd kan worden. De verkiezingen staan nu gepland voor 24 april, maar er zijn weinig mensen die denken dat het dan ook echt gaat gebeuren. Mensenrechten- en andere maatschappelijke organisaties houden vast aan hun eis dat eerst het vorige verkiezingsproces moet worden onderzocht. Dit om te voorkomen dat dezelfde fouten gemaakt worden en om de burgers te laten zien dat fraude en corruptie niet ongestraft blijven, zodat zij opnieuw vertrouwen in hun politieke leiders krijgen. Zoals Pierre Espérance, directeur van mensenrechtenorganisatie RNDDH begin maart in Washington DC verklaarde: “Ik denk niet dat de uitkomst van een onafhankelijke evaluatiecommissie de resultaten van de eerste vier of vijf kandidaten verandert, maar het zal ons helpen de straffeloosheid en corruptie in ons land te beëindigen. Als je de waarheid vindt en de waarheid zoekt dan kunnen we acceptabele verkiezingen organiseren.”
Privert is bezig met de vorming van een nieuwe, onafhankelijke kiesraad waarbij hij ook vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld betrekt. Verder heeft hij een premier benoemd, Fritz Jean, die een nieuw kabinet moet vormen. Maar bijna een maand later blokkeert de aanhang van Martelly en Moïses in het parlement nog steeds de door hem voorgestelde kabinetsleden. Zij vinden dat dit buiten het mandaat van de interim-president valt en dringen erop aan dat de verkiezingen zo snel mogelijk gehouden worden. Ook de nieuwe kiesraad is nog niet compleet.
Groeiende problemen
Ondertussen nemen de problemen van het land toe. Al maanden dreigt een voedselcrisis door het mislukken van de oogst als gevolg van aanhoudende droogte. Als niet snel gehandeld wordt, zullen ruim drie miljoen Haïtianen gebrek aan voedsel krijgen. De Dominicaanse Republiek gaat door met het uitzetten van Haïtiaanse migranten en van Dominicanen met een Haïtiaanse achtergrond. De gourde heeft nog niet eerder zo laag gestaan ten opzichte van de dollar: betaalde je een jaar geleden nog 47 gourdes voor een dollar, nu is dat 61 gourdes, een verschil van maar liefst 30 procent. En de onrust groeit: vorige maand nog dreigde voormalig paramilitair leider en nu kandidaat-lid van de senaat Guy Philippe met een “burgeroorlog” als de verkiezingen niet zoals gepland doorgaan op 24 april. De kans bestaat dat hij bluft en probeert met grote woorden Privert onder druk te zetten, maar feit blijft dat Philippe in 2004 een van de opstandelingenleiders was die hielp president Aristide ten val te brengen. De partij van Philippe onderhoudt vriendschappelijke banden met de PHTK van Martelly en Moïses en heeft belang bij verkiezingswinst van de laatste.
De internationale gemeenschap, met de Verenigde Naties en enkele ambassadeurs voorop, beginnen zich zorgen te maken en oefenen druk uit om de verkiezingen volgende maand toch vooral door te laten gaan. Maar een volwaardige en vertrouwenwekkende democratie wordt je niet door het houden van slechte verkiezingen. Pierre Espérance van de RNDDH zei het begin maart als volgt: “you cannot ask the Haitians to accept the unacceptable”, en voegde hieraan toe: “we are not seeking perfect elections, we want acceptable elections.” En dit laatste is alleen mogelijk wanneer het verkiezingsproces wordt onderzocht en geëvalueerd voordat nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven.