Geen eind aan wapenhandel en bendeoorlogen
“Geweld in Haïti. Tientallen gedood bij gevechten om controle”, zo luidde de kop op de nieuwssite van BBC News half juli. Is dit nog wel nieuws? Of neem deze kop, drie dagen later: “Bendegeweld in Haïti: VN doet handel in kleine wapens in de ban”. Zal dit besluit van de Veiligheidsraad helpen om de toevloed van zware wapens aan banden te leggen? De Haïtianen lijden onder het geweld, de onveiligheid, de economische crisis, het gebrek aan bijna alles. Mensenrechtenorganisaties slaan alarm, de Verenigde Naties vergaderen, de pers doet verslag, en de Haïtiaanse regering zwijgt.
Op het eerste gezicht lijkt er niets te veranderen rond Haïti. De Veiligheidsraad verlengt een mandaat en het bendegeweld neemt toe. Vorig jaar en het jaar daarvoor zou ik exact hetzelfde hebben kunnen schrijven. En misschien kan ik rustig tien jaar terug gaan, of nog langer. Want ieder jaar verlengt de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties het mandaat van een blauwhelmen vredesmissie of een VN-kantoor in het Caribische land. En dat terwijl de bendeoorlogen toenemen, de wapenhandel niet wordt tegen gehouden, en er naar het volk niet wordt geluisterd. Verandert er dan helemaal niets? Nee, dat laatste kun je niet zeggen. Er verandert wel degelijk iets. Alleen is het geen verandering ten goede. Het gaat de afgelopen jaren van kwaad tot erger.
Veiligheidsvacuüm
Vrijdag 15 juli sprak de Veiligheidsraad over de verlenging van het mandaat van het Geïntegreerde Bureau van de Verenigde Naties in Haïti, kortweg het BINUH. Dit bureau is in 2019 van start gegaan, nadat de laatste blauwhelmen vertrokken waren. In de vergadering, die een half uur duurde, herhaalde de Raad nogmaals dat alle Haïtiaanse betrokkenen overeenstemming moeten bereiken over een proces “van vreedzame, vrije, eerlijke en transparante parlements- en presidentsverkiezingen zodra de veiligheidssituatie en organisatorische logistiek dit mogelijk maken.” De leden van de Veiligheidsraad eisten ook een onmiddellijk einde van het bendegeweld en de criminele activiteiten die het land teisteren. Ze voegden de daad bij het woord met de verklaring dat bendeleden en hun supporters, criminelen en schenders van mensenrechten een reisrestrictie opgelegd krijgen en dat hun de toegang tot hun (buitenlandse) tegoeden ontzegd wordt.
Als enige land blikte China bij monde van zijn ambassadeur Zhang Jun terug op de lange geschiedenis van VN-missies, die sinds de jaren negentig weinig hebben bijgedragen aan het vergroten van de stabiliteit en de veiligheid in het land. Hij herinnerde er ook aan dat bij de vorige verlenging van het mandaat, in oktober 2021, is voorgesteld dat dit na zes maanden opnieuw beoordeeld zou worden. Maar, zo stelde Zhang, de overheidsinstellingen zijn verlamd en het land bevindt zich in een veiligheidsvacuüm te midden van bendegeweld en economische ellende. Dit vraagt volgens Zhang om herziening van het BINUH-mandaat. Hij benadrukte ook dat Haïti zelf geen wapens produceert, maar dat tegelijkertijd de wapens waarover de gangs beschikken van zwaarder kaliber zijn dan die van de politie. Landen moeten samenwerken om de wapenhandel naar Haïti te stoppen.
Cité Soleil, G9 en G-Pèp
Maar een volledige ban op wapenverkoop, zoals China voorstelde, haalde het niet. Er werd alleen overeenstemming bereikt om de verkoop van kleine wapens en munitie aan particulieren, zogenaamde ‘non-state actors’ (lees: gangs), te verbieden.
Ondertussen gaat het geweld onverminderd door. Volgens een recent rapport van de katholieke mensenrechtenorganisatie Justice et Paix (CE-Jilap) kwamen in de hoofdstad Port-au-Prince de eerste zes maanden van dit jaar 557 mensen door geweld om het leven. Deze cijfers laten een grote toename zien in vergelijking met een jaar eerder, toen in het eerst half jaar 340 mensen de dood vonden. De maand juli begon met een nieuwe uitbarsting van geweld. In een poging om voet aan de grond te krijgen in Brooklyn, een buurt in de arme wijk Cité Soleil, raakte het bendecollectief G9 slaags met de daar heersende bende G-Pèp (Volksbende). Het exacte aantal slachtoffers is niet bekend, maar volgens mensenrechtenorganisatie RNDDH zijn tenminste 89 mensen, waarvan ruim de helft wijkbewoners, gedood door rondvliegende kogels of andere vormen van geweld. In een persbericht meldt de RNDDH dat bij de actie van G9 ook materieel van de overheid betrokken was: bulldozers zouden zijn gebruikt om huizen plat te walsen. Zo’n 150 huizen zouden zijn verwoest. De directeur van het Nationaal Centrum van Materieel (Centre National des Equipements) ontkent iedere betrokkenheid en stelt dat de bulldozers onlangs gestolen zijn. Maar het is algemeen bekend dat er sprake is van banden tussen bendes enerzijds en politici en overheidspersoneel anderzijds. De leider van G9, Jimmy Chérizier, beter bekend onder zijn bijnaam Barbecue, is een oud-politieman die nog altijd over de nodige contacten beschikt.
Brooklyn is een arme, geïsoleerde buurt, waar duizenden bewoners voor drinkwater en voedsel afhankelijk zijn van vrachtwagens. Die kunnen de buurt nu niet bereiken, met als gevolg dat de bewoners honger en dorst lijden. Volgens het hoofd van de lokale afdeling van Artsen zonder Grenzen, Mumuza Muhindo, is het onmogelijk exact vast te stellen hoeveel mensen zijn gedood. De wijk is veranderd in een oorlogsgebied.
Vatbaar voor bendes
Haïti heeft al veel langer te lijden van bendegeweld. Maar de afgelopen jaren is het aantal bendes, én bendeleden, enorm gestegen. Socioloog Eric Calpas doet al jarenlang onderzoek naar gangs in Haïti en heeft hun aantal zien toenemen: van rond de vijfendertig in 2004 naar meer dan tweehonderd nu. De groei heeft verschillende oorzaken. De falende overheid die alle gezag en controle verloren heeft, en tegelijkertijd ook banden met gangs onderhoudt, is er één. Maar ook de totale uitzichtloosheid voor jongeren is een voedingsbodem voor de bendes.
In Haïti is bijna de helft van de bevolking jonger dan 24 jaar. Ze werken meestal in de informele sector, maar de kansen op werk zijn fors gedaald als gevolg van de economische crisis die nog eens versterkt werd door de coronapandemie. Het is een neergaande spiraal, want het geweld en de onveiligheid leiden ertoe dat winkels en bedrijven steeds vaker gesloten blijven. Hetzelfde geldt voor scholen: UNICEF verklaarde in mei van dit jaar dat het bendegeweld de oorzaak was dat 1700 scholen dicht bleven, waardoor een half miljoen kinderen geen toegang tot onderwijs had. Onderwijs is sowieso alleen weggelegd voor degenen die het kunnen betalen. Dit alles betekent dat jongeren in toenemende mate vatbaar zijn voor bendes, die immers voor (een beetje) geld en macht zorgen. De gangs zelf spelen hierop in door op straat zwervende jongeren, sommigen niet ouder dan 10 of 12 jaar, te ronselen onder het mom van geld en veiligheid, zo rapporteerde de Spaanse nieuwsdienst EFE. Tot 2018 waren kinderen zeldzaam in de bendes, maar de laatste jaren groeit hun aantal.
Schaamteloos!
Ondertussen blijft het oorverdovend stil vanuit de overheid. “Ja, de internationale pers schenkt veel aandacht aan de situatie in Haïti deze dagen”, schrijft een Haïtiaanse vriendin. “De Haïtiaanse regering, ofwel de premier en de ministers van zijn kabinet, lijken de enigen te zijn die niet ‘geïnformeerd’ zijn over de dramatische gebeurtenissen: geen enkel woord, geen enkel gebaar, niets van de kant van deze leiders. Schaamteloos!”