Kookscholen in Bolivia
In Bolivia is veel armoede, toch is obesitas een toenemend probleem. Met kookscholen die het gebruik van gezond, lekker en lokaal voedsel bepleiten, probeert de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie ICCO het tij te keren. Tegelijkertijd vergroten de studenten van de scholen hiermee hun kansen op werk.
Bolivia heeft een hoge biodiversiteit, een van de hoogste ter wereld. Dit uit zich in een grote variëteit aan beschikbare voedselgewassen. Ooit gehoord van de achojcha, een zogeheten olijfkomkommer, of walusa, een aan aardappel verwant gewas? Waarschijnlijk niet en… veel Bolivianen evenmin. De maaltijd van de gemiddelde Boliviaan bestaat vooral uit witte rijst, pasta en goedkope conservenproducten, soms aangevuld met kip. Makkelijk, breed verkrijgbaar, niet al te duur, maar ook ongezond. Dat bewijst het grote aantal Bolivianen met obesitas: op dit moment gaat het al om de 50 en 60 procent van de bevolking.
Manq’a
Met kookscholen wil de ontwikkelingsorganisatie ICCO Bolivianen bewuster maken van de grote rijkdom aan lokaal beschikbare voedselgewassen en daarmee een aanzet geven tot een ander, bewuster en gezonder eetpatroon. Onder de naam Manq’a (‘voedsel in het Aymara, een Indiaanse taal) en met € 1.3 miljoen steun van de Postcode Loterij zijn sinds 2015 twaalf scholen gestart en al drieduizend studenten afgestudeerd.Er zijn twee dagopleidingen, die elk een half jaar duren. Bij de opleiding ‘Gastronomie’ ligt de nadruk op het aanleren van basis kooktechnieken en kennis van de nationale en internationale keuken. De opleiding ‘Repostería’ behandelt de belangrijkste aspecten van de banketbakkerij.
De scholen richten zich op jongeren tussen de 16 en 30 jaar die afkomstig zijn uit arme gezinnen, maar veel studenten zijn ook alleenstaande ouder. De meerderheid is tussen de 18 en 25 jaar oud, van wie ongeveer 70 procent vrouw is en 30 procent man. De scholen zijn vooral gevestigd in de op vierduizend meter hoogte gelegen stad El Alto. De keuze voor El Alto is heel bewust, stelt ICCO-regiodirecteur Latijns-Amerika Conny Toornstra: “Hier wonen veel kansarme jongeren, voornamelijk leden van de Aymara Indianenstam. Daardoor snijdt het mes aan twee kanten. Aan de ene kant meer bewustwording over voeding en aan de andere kant vergroting van de economische kansen van deze jongeren.” De benadering blijkt uit de lesstof, waarin ook vakken als bedrijfsmanagement en ondernemersvaardigheden zijn opgenomen.
Schokeffect
Bij de school Franz Tamayo toont docente Jacqueline Zeballos een flip-over met etiketten van voedselproducten die haar studenten gewend waren te eten. “Om hen bewust te maken van wat ze eten, heb ik ze op laten schrijven welke ongezonde stoffen in die producten zitten. Dat had wel een schokeffect.” De leerlingen bevestigen luid en lachend dat ze deze producten nu niet meer gebruiken.
De studenten nemen de opgedane kennis mee naar huis. Kelscer vertelt dat ze thuis eerder vooral rijst en pasta aten, maar dat dit helemaal aan het veranderen is. “We eten nu steeds meer de recepten met veel groenten die we op school leren maken.” De vader van Sandra heeft sinds ze thuis anders koken en eten veel minder last van zijn maag. Het zijn succesverhalen die op alle scholen te horen zijn.
Uitval
Aanvankelijk was het uitvalpercentage van de studenten behoorlijk hoog, zo’n 25 procent van de studenten stopte voortijdig met de opleiding. De oorzaak zocht de schoolleiding in een te mild toelatingsbeleid en te weinig ondersteuning van het thuisfront. Daarom bezoekt de school nu elke aangemelde leerling eerst thuis om in gesprekken met student en familie de motivatie van de student en de houding van de familie vast te stellen. Bij eenoudergezinnen kijkt de school ook of er een netwerk is dat ondersteuning kan bieden bij de opvang van de kinderen. Is die er onvoldoende dan bestaat de mogelijkheid dat studenten hun jonge kind mee naar school nemen. Volgens Manq’a projectleider Ariel Tito is het beleid succesvol geweest en is het uitvalpercentage nu gedaald tot 8 procent.
Financieel zelfstandig
ICCO wil dat de kookscholen op termijn financieel zelfstandig worden door elke school haar eigen bedrijfsactiviteiten te laten ontwikkelen. Toornstra: ”Dat kan een eigen restaurant zijn, het verzorgen van catering of het exploiteren van bedrijfskantines.” Het in La Paz gevestigde Sedem, een bedrijf gericht op dienstverlening aan overheidsinstellingen, laat haar bedrijfskantine sinds januari 2017 door Manq’a uitbaten. Het idee erachter? Gezonder voedsel betekent gezonder personeel en een lager ziekteverzuim.
De chef van de bedrijfskantine, Dina Mamani, is erg tevreden over de resultaten: “Het begin was aarzelend, kleinere porties en andere ingrediënten maakten de medewerkers huiverig zodat ze buiten het bedrijf gingen eten. Maar het tij is nu gekeerd en na drie maanden komt het break-even punt in zicht.” Haar enthousiasme wordt gedeeld door de kantinemedewerkers. Allemaal afgestudeerd aan een Manq’a school, blij met een baan en sommigen dromend van een eigen restaurant.
Kansen op werk
Volgens cijfers van Manq’a vinden op dit moment ongeveer twintig afgestudeerde leerlingen per maand met hulp van school een werkplek bij een bedrijf. Dat is met zo’n 700 afstuderenden per jaar niet veel. Om de kansen op werk te vergroten is in samenwerking met de Nederlandse organisatie Edukans een project opgezet dat de studenten onder andere in sollicitatievaardigheden traint. Daarnaast is het de bedoeling dat gediplomeerde studenten die een eigen bedrijf willen beginnen bij de ontwikkeling en opzet hiervan ondersteuning krijgen.
Projectleider Tito zegt dat de slechte arbeidsvoorwaarden die restaurants in Bolivia aanbieden het voor studenten vaak ook niet aantrekkelijk maakt een baan te accepteren die onvoldoende inkomen biedt om in hun levensonderhoud te voorzien. Een politiek en economisch probleem dat buiten de directe invloed van de scholen ligt.
Toekomst
Toornstra is optimistisch over de toekomst. In Bolivia hebben steeds meer gemeenten belangstelling voor de oprichting van Manq’a scholen en ook buiten Bolivia is er interesse. ”We hebben al twee scholen in Colombia geopend en er zijn plannen voor andere landen waar we werken, zoals Oeganda en Indonesië.” Op het gebied van de kansen op werk moet er nog wel het een en ander gebeuren, maar sowieso vergroten de opleidingen volgens Toornstra de weerbaarheid en het zelfvertrouwen van de studenten. En worden de Bolivianen minder dik? “Gezien de gedragsverandering die de studenten laten zien, verwachten we dat de scholen inderdaad een succesvolle strategie tegen obesitas vormen.”
Dit artikel maakt deel uit van de ‘voedselspecial’ in september/oktober 2017