Rechtzaak gestart om anti-homowetgeving op te heffen
Traditioneel hebben veel Engelstalige Caribische landen een gespannen relatie met homoseksualiteit. In elf van deze landen, waaronder Trinidad & Tobago, is ‘sodomie’ nog altijd bij wet verboden en kan het bestraft worden met 25 jaar gevangenisstraf.
Verder verbiedt de wet hier de toegang tot het land voor lesbiennes, homoseksuelen en andere ‘seksuele minderheden’, meestal samengevoegd onder de afkorting LGBTI (Lesbians, Gays, Bisexuals, Transgender/Transsexuals en Intersexed people). Hoewel deze wetten niet actief gehandhaafd worden, gaat er evenmin een beschermende werking van uit. Bescherming van de LGBTI-gemeenschap is in Trinidad & Tobago hard nodig want geweld tegen hen komt, net als elders in de Engelstalige Cariben, vaak voor. Op 18 maart dit jaar startte een rechtszaak die daar wel eens verandering in zou kunnen brengen.
Willekeur
De Jamaicaanse LGBT-activist Maurice Tomlinson heeft Trinidad en Tobago deze maand namelijk aangeklaagd bij het Caribbean Court of Justice. Dit CCJ is sinds 2005 gevestigd in de hoofdstad van Trinidad, Port of Spain. Volgens Tomlinson schendt Trinidad het Verdrag van Chaguaramas, dat vrij verkeer van personen binnen de Caribische gemeenschap CARICOM garandeert. Hoewel de regering van Trinidad aangeeft niet van plan te zijn de anti-homowet te implementeren, is ze evenmin van plan deze in te trekken. De wet is volgens haar namelijk nodig om ‘terroristen’ buiten de deur te houden. Tomlinson: “Alles blijft dus afhankelijk van de willekeur van individuele immigratie-beambten.”
Referendum?
Een uitspraak van het Caribische hof in deze zaak OA 002 of 2013, Maurice Arnold Tomlinson vs The Republic of Trinidad and Tobago, wordt met spanning afgewacht. Er kan een enorme precedentwerking van uitgaan voor de bescherming van LGBTI’s in de hele regio. Maar gezien de gevoeligheid van het thema kan het ook nog lang duren voordat het Hof een uitspraak doet. Tomlinson, op bezoek bij het Movies That Matter festival in Den Haag, vertelt dat hij een uitspraak over drie maanden verwacht. Helemaal gerust op een juridische overwinning is hij niet. Toch worden in Trinidad zelf de geesten langzaam rijp gemaakt voor het legaliseren van andere dan heteroseksuele relaties: premier Kamla Persad-Bissessar heeft meerdere malen aangegeven een referendum te overwegen over het intrekken van de voor LGBTI’s discriminerende wetten. Ook vertegenwoordigers van de katholieke kerk hebben zich uitgesproken voor modernisering van de wetgeving in het land op dit gebied. Trinidad kent juridisch echter geen mogelijkheden om een referendum te organiseren en bovendien is de grote meerderheid van de bevolking tegen gelijke rechten voor LGBTI’s.
Huwelijk
Tomlinson was niet aanwezig bij de presentatie van deze zaak voor het CCJ, omdat hij vanwege zijn geaardheid formeel het land niet in mocht. Hij sprak via een videoverbinding vanuit Jamaica waar hij, na aanhoudende bedreigingen, overigens ook niet meer woont. Hij en zijn mannelijke partner voelden zich gedwongen naar Canada te vluchten, nadat een krant foto’s gepubliceerd had van hun huwelijk en hij als gevolg daarvan doodsbedreigingen ontving. Hij kan alleen naar Jamaica reizen onder strikte veiligheidsmaatregelen, afgedwongen door de Interamerikaanse Mensenrechtencommissie.
Zoon
Naast de zaak tegen Trinidad & Tobago heeft Tomlinson bij het CCJ een vergelijkbare zaak aangespannen tegen Belize. Uit een eerdere, heteroseksuele relatie heeft hij daar een 12-jarige zoon wonen maar die kan hij formeel, vanwege vergelijkbare lokale wetgeving, niet bezoeken. Ondanks dat ook in Belize de wet die homoseksualiteit bestraft met maximaal 10 jaar gevangenisstraf niet actief gehandhaafd wordt, wil hij niet het risico lopen veroordeeld te worden of te liegen over zijn seksuele geaardheid.
Desondanks zou Tomlinson, volgens de Trinidadse krant Newsday, meerdere malen en probleemloos een bezoek aan Belize gebracht hebben. Ook zou hij zeker vier keer in Trinidad & Tobago geweest zijn, voordat hij doorkreeg dat er een inreisverbod voor homoseksuelen bestaat. Deze feiten zijn door beide overheden bij het CCJ ingebracht, waarschijnlijk om te voorkomen dat het Hof hen opdraagt de wetten aan te passen. Dat zou namelijk gezichtsverlies opleveren voor deze en andere regeringen in het CARICOM-gebied en bovendien tot verder anti-homogeweld kunnen leiden. Wat de uitkomst van de rechtszaak ook zal zijn, het zal nog wel even duren voor de regenboogvlag openlijk boven Port of Spain wappert.