Chili staat bekend als een relatief veilig land, maar heeft de laatste jaren te maken met een sterke toename van ernstige criminaliteit. Daarvoor zijn verschillende oorzaken. In het Zuiden van het land speelt de strijd om autonomie van de inheemse Mapuche, in het Noorden zijn Colombiaanse en Venezolaanse bendes actief. Intussen probeert president Boric het hoofd te bieden aan het geweld en de ontstane onrust.
In de nacht van 26 op 27 april 2024 werd een uitgebrande patrouillewagen van de Chileense politie aangetroffen in de schilderachtige omgeving van Cañete, 635 kilometer ten zuiden van hoofdstad Santiago. In het gepantserde voertuig bevonden zich de verkoolde lichamen van drie politiemannen, doorzeefd met kogels van zwaar kaliber. De patrouille was in een hinderlaag gelopen op de P-72, een weg waarop vooral in de periode 2020-2022 tientallen geweldsincidenten plaatsvonden. In de regio Bíobío, waar Cañete ligt, geldt de uitzonderingstoestand.
De vorige rechtse regering Piñera had die al in mei 2022 uitgeroepen voor de zogenoemde Macrozona Sur, die bestaat uit de regio Araucanía en een deel van de regio Bíobío. Het leger wordt ingezet om de politie te ondersteunen en beschermen bij het handhaven van de orde. De maatregelen leidden aanvankelijk tot een aanzienlijke afname van het geweld. Maar deze aanslag was een nieuw hoogtepunt in het conflict, gezien de ernst ervan en de nieuwe modus operandi. Het was de zwaarste aanslag op de politie sinds Chili in 1990 weer een democratie werd.
Chili wordt sinds enkele jaren geplaagd door een golf van verschillende vormen van criminaliteit en zelfs terrorisme. De stijgende moord- en ontvoeringscijfers leiden tot maatschappelijke onrust. De huidige centrumlinkse regering onder leiding van Gabriel Boric balanceert op het slappe koord: enerzijds probeert hij met strenger optreden tegemoet te komen aan kritiek van rechts, anderzijds probeert hij zijn aanhangers niet kwijt te raken door ál te rigoureus optreden.
Strijd van Mapuche om inheems zelfbestuur
Het geweld in de Macrozona Sur is gedeeltelijk het gevolg van een conflict tussen de inheemse Mapuche en bosbouwbedrijven, boeren en grootgrondbezitters van Europese afkomst die zich soms al generaties geleden in het gebied hebben gevestigd. Bijna 1,8 miljoen Chilenen, zo bleek bij de volkstelling van 2017, beschouwen zichzelf als etnische Mapuche. Dit is zo’n 10% van de Chileense bevolking. Maar ook vele anderen hebben Mapuche-voorouders. De Mapuche wonen voornamelijk in Santiago en omgeving en in de regio’s Araucanía, Los Lagos, Bíobío, Los Ríos en Valparaíso. Daarnaast woont 10% van de Mapuche in Argentinië.
Het conflict tussen de Mapuche en de Chileense staat kan gezien worden als een erfenis van de koloniale oorlog die Spanjaarden voerden tegen de Mapuche, voordat Chili in 1810 onafhankelijk werd. In feite is het een strijd om inheems zelfbestuur: de Mapuche willen hun oorspronkelijke leefgebieden terug, erkenning van hun culturele identiteit en hun eigen rechtspraak. Ze willen meer zeggenschap over de landbouw en bosbouw op het land van hun voorouders. De Chileense staat heeft in het verleden meestal de kant van de landbouwbedrijven en bosbouwbedrijven gekozen. Deze worden nu ook door leger en politie beschermd tegen het geweld van radicale Mapuche. Het grootste deel van de Mapuche voert deze strijd op vreedzame en democratische wijze, maar een kleinere groep, die bestaat uit zo’n zes organisaties, hanteert geweld. Deze radicale, ook als terroristisch betitelde, organisaties bezetten landbouwgronden, verbranden machines en vrachtauto’s, doden vee, vallen zagerijen aan of blokkeren wegen om de bosbouwbedrijven tot vertrek te dwingen. Hierbij vallen ook af en toe doden.
Dialoog
In mei 2022 deed president Boric een poging om een dialoog op gang te brengen met de radicale Mapuche over meer rechten voor de inheemse bevolking. Tegelijk verklaarde hij ook dat hij geen gewelddadige acties van hun kant zou tolereren. Héctor Llaitul, de leider van de meest gewelddadige organisatie, Coordinadora Arauco Malleco (CAM), liet weten niet open te staan voor de dialoog.
Minister van Binnenlandse Zaken Izkia Siches reisde af naar het gebied, maar zij werd daar ontvangen met mitrailleurkogels en moest haar toevlucht zoeken in een politiebureau. Dat was voorlopig het einde van de dialoog. In augustus 2022 werd Llaitul aangehouden. Na zijn aanhouding volgde een reeks aanslagen die het verkeer van goederen en passagiers tussen Santiago en het Zuiden tot stilstand brachten. Dit jaar is Llaitul veroordeeld tot 23 jaar gevangenisstraf wegens houtdiefstal, gewelddadige bezetting van land en een aanslag op de autoriteiten.
Een tweede oorzaak van het geweld in de Macrozona Sur is de gewone criminaliteit in de regio: diefstal van hout, drugshandel en wapenhandel. Criminele organisaties maken misbruik van de, ondanks de uitzonderingstoestand, schaarse politiepresentie om hout te stelen uit de zagerijen en dat op de illegale markt te verkopen. Volle vrachtauto’s met reeds gezaagd hout worden door gewapende bendes overvallen. De twee fenomenen zijn moeilijk te onderscheiden. De organisaties van radicale Mapuche lijken zich ook schuldig te maken aan criminaliteit, waarschijnlijk om inkomsten te genereren Het Openbaar Ministerie (OM) beschuldigt hen van autodiefstal, drugshandel, afpersing en houtdiefstal.
Gevolgen van de Venezolaanse crisis
De veiligheidssituatie in Santiago en in de noordelijke regio’s van Chili is de laatste jaren ook verslechterd. Sinds 2022 neemt het aantal ontvoeringen door Colombiaanse en Venezolaanse bendes sterk toe. In februari 2022 kwam een jonge Chileense vrachtwagenchauffeur op de weg om tijdens een conflict met een groep Venezolaanse migranten. Daarop blokkeerden zijn collega’s de belangrijkste verbindingswegen in het noorden van het land. Ook dit jaar waren er weer blokkades van vrachtwagenchauffeurs uit protest tegen de onveiligheid op de noordelijke wegen. De Venezolaanse crisis heeft ook anderszins gevolgen in Chili. Op 21 februari 2024 werd de Venezolaanse ex-militair en politieke vluchteling Ronald Ojeda ‘s nachts ontvoerd uit zijn woning in Santiago. De daders waren gekleed in uniformen van de Chileense recherche (de PDI). Het slachtoffer werd tien dagen later dood aangetroffen onder een dikke laag beton, onder een woning in een sloppenwijk. Het Chileense OM heeft laten weten dat het onderzoek naar de moord wijst op een politiek motief. Ojeda was actief bij protesten tegen het regime in Caracas. Bovendien is er geen losgeld geëist, zoals bij ‘normale’ ontvoeringen. Chili heeft Venezuela gevraagd om gegevens van verschillende verdachten. De vrees bestaat dat de Venezolaanse geheime diensten achter deze moord zitten, met het doel politieke tegenstanders in het buitenland te intimideren. Maar voor zover bekend zijn daarvoor nog geen harde bewijzen.
Maatschappelijke beroering
Onveiligheid is het voornaamste punt van zorg geworden voor de Chileense bevolking. Uit enquêtes blijkt dat ruim 90% van de bevolking merkt dat de criminaliteit toeneemt en dat 60% dit als het grootste maatschappelijke probleem beschouwt. Het aantal dodelijke slachtoffers lag in Chili nooit eerder zo hoog: 6,7 per 100.000 inwoners in 2022. Dit was een stijging van 46% ten opzichte van 2021. In de regio Arica, het uiterste noorden, bedroeg het 17,2 en in de regio Santiago 10,1. Tien jaar geleden werd bij 30% van de strafbare feiten geweld gebruikt, nu bijna bij de helft.
De Chileense recherche meldt dat er zo’n acht buitenlandse criminele bendes actief zijn in Chili. De Venezolaanse Tren de Aragua valt het meest op. Deze bende is ontstaan in een Venezolaanse gevangenis en heeft zich eerst gevestigd in Venezuela en daarna, surfend op de golf van circa zeven miljoen Venezolaanse vluchtelingen, in verschillende Latijns-Amerikaanse landen. Dit misdaadsyndicaat is het meest actief in het noorden van Chili. De bende houdt zich bezig met drugshandel, mensenhandel, prostitutie en ontvoeringen en hanteert soms een franchise-model: kleinere, lokale criminele organisaties werken in opdracht van en met bescherming van de Tren de Aragua.
Toch worden immigranten vaak ten onrechte gecriminaliseerd door de media en populistische politici. Uit cijfers van het OM blijkt dat hun rol bij drugscriminaliteit weliswaar is toegenomen, maar dat 70% van de verdachten van dodelijk bendegeweld de Chileense nationaliteit heeft. Veel Venezolanen in Chili worden juist slachtoffer van mensenhandel, prostitutie of afpersing door de Tren de Aragua.
Nieuwe wet tegen criminaliteit
Eind maart dit jaar heeft het Chileense Congres een nieuwe wet aangenomen om de georganiseerde criminaliteit te bestrijden. Onderzoekstechnieken als telefoontaps, afluistermicrofoons, gebruik van infiltranten en informanten en hacken, mogen nu ook gebruikt worden bij onderzoeken naar andere vormen van criminaliteit. Daarnaast krijgt de politie de mogelijkheid om abonnee gegevens en verkeersgegevens op te vragen bij internet- en telefoonproviders. Dit soort onderzoekstechnieken, die na 17 jaar dictatuur door de bevolking werden gewantrouwd, mochten voordien alleen bij drugshandel worden ingezet.
Openingsfoto: Lanalhue-meer, regio Bíobío. Foto: Manuel Cañon