En weer vertoont de ontbossing van de Amazone een stijgende lijn. Naast houtkap en veeteelt zorgt de almaar groeiende sojaproductie voor kaalslag aan de randen van de Amazone, waardoor veeboeren steeds verder het bos intrekken. Bovendien leidt de export van soja tot de aanleg van wegen door het bos. Zodra er wegen zijn, is de overheid de controle kwijt en kan iedereen het gebied binnentrekken, met verdere ontbossing als gevolg.
Nu al zijn er meer branden in de Amazone dan vorig jaar. Uit cijfers van het Real Time Deforestation Detection System (DETER) blijkt dat in de eerste helft van dit jaar ruim 1200 vierkante kilometer is ontbost in het Braziliaanse Amazonegebied. Dat is de helft meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Voor een groot deel vinden die branden plaats in al gekapt gebied, maar voor 12% ook in nog ongeschonden bos. Daarmee neemt de ontbossing in rap tempo toe. Volgens wetenschappers is al 17% van het regenwoud verdwenen en ligt het zogenaamde ‘omslagpunt’ – waarop het ecosysteem onomkeerbaar verandert – bij 20%. Grote boosdoeners zijn de veeteelt, de mijnbouw en de houtkap. Het grootste gevaar voor het bos is echter de openlegging door wegen waarover vooral soja en vlees naar havens worden vervoerd voor export naar Europa en China. Brazilië is de grootste sojaleverancier van de EU en is de tweede sojaproducent ter wereld, na de VS en vóór Argentinië. Daarnaast is Brazilië de grootste leverancier van rundvlees.
Rol wegen bij ontbossing
Dat wegen de grootste veroorzaker van ontbossing zijn, is al langer bekend. Volgens de Amerikaanse hoogleraar ecologie Philip Fearnside, verbonden aan het Nationale Instituut voor Onderzoek in Amazonia (INPA) in Manaus, heeft de overheid nauwelijks nog controle over het gebied zodra er wegen zijn aangelegd. Nieuwe wegen brengen ontbossing tot in het hart van de Amazone. In 2014 meldde het tijdschrift Biological Conservation dat 95 procent van alle ontbossing in de Amazone plaatsvindt binnen 5,5 kilometer van een weg of één kilometer van een bevaarbare rivier. Wanneer er eenmaal een weg is, komen houtkappers, veeboeren en sojaboeren het gebied binnen. Niet alleen verdwijnt er steeds meer bos, maar ook worden inheemse gemeenschappen verdreven. Fearnside meent dan ook dat infrastructuurprojecten beperkt moeten worden. De Braziliaanse overheid is het tegenovergestelde van plan. Nadat tussen 2004 en 2014, onder de regeringen van Lula en Rousseff – beiden van de Arbeiderspartij (PT) – de ontbossing was afgenomen, stijgt die onder het bewind van ex-president Temer en vooral de huidige president Bolsonaro tot ongekende proporties. De extreemrechtse oud-legerkapitein beschouwt de Amazone als een gebied dat economisch tot ontwikkeling moet worden gebracht. Hiermee bouwt hij voort op het beleid van de militaire dictaturen van 1964 tot 1985.
Land zonder mensen
Tot dan was de Amazone een vrijwel ondoordringbaar gebied, waar maar weinig, vooral inheemse, mensen leefden. Volgens de militairen moest het gebied worden opengelegd voor economische activiteiten en ze moedigden mensen aan zich in het bos te vestigen. Er was daar immers plek genoeg. Onder de leus ‘land zonder mensen voor mensen zonder land’ moest zo ook de armoede op het platteland in het noordoosten van Brazilië worden opgelost. Daarnaast speelde mee dat de militairen greep op het gebied wilden hebben om het te beschermen tegen buitenlandse indringers. Dwars door de Amazone werden wegen aangelegd, die toen nog onverhard waren. Dat betekende dat ze in het regenseizoen vrijwel onberijdbaar waren en vrachtverkeer vaak vast kwam te zitten. De beoogde modernisering en ontwikkeling van de Amazone liepen echter spaak door de oliecrises in de jaren zeventig. Het land kwam in een recessie, veel bouwplannen bleven liggen en de kolonisten die het bos in waren getrokken, werden aan hun lot overgelaten.
Milieu en landrechten
Vanaf midden jaren tachtig ontstond, ook internationaal, meer aandacht voor het milieu en de rechten van inheemse volkeren. In de nieuwe grondwet van 1988 werd in Brazilië het recht op land van inheemse volkeren vastgelegd. De overheid kreeg daarmee de plicht om dat recht te garanderen. Daartoe moest het grondgebied van inheemse volkeren worden afgebakend. De overheid zou voortaan ook moeten zorgen voor het behoud van natuurgebieden van groot ecologisch belang. Met name onder de regeringen van de PT vond een versterking plaats van de instellingen die moeten toezien op illegale ontbossing en schending van de mensenrechten, zoals IBAMA, het milieuagentschap van Brazilië. Het leidde ertoe dat de ontbossing drastisch afnam. Evengoed is openlegging van de Amazone ook onder deze regeringen doorgegaan, denk aan de bouw van de Belo Monte Dam, de vele concessies die zijn verleend aan de grootschalige landbouw en veeteelt en de versoepeling van de boswet onder Rousseff. Toch was er wel meer oog voor het milieu, het klimaat en inheemse volkeren. Daaraan is onder Bolsonaro een eind gekomen.
Corredor Norte
Bolsonaro en zijn regering, die inmiddels overwegend uit oud-militairen bestaat, koesteren dezelfde strategie als de militairen destijds. Het paradepaardje is de zogenaamde ‘Corredor Norte’, een infrastructuurproject in de Braziliaanse Amazone waaraan al bijna een decennium geleden is begonnen. Wegen moeten over duizenden kilometers geasfalteerd worden en rivieren bevaarbaar worden gemaakt. Daarnaast zijn er plannen voor drie nieuwe spoorlijnen. Zo kan over weg, water en spoor de soja uit het midden van Brazilië snel en goedkoop vervoerd worden naar havens, waar het wordt verscheept naar buitenlandse markten. In de deelstaat Pará zijn aan de Amazonerivier minstens tien sojahavens aangelegd en er moeten er nog veel meer komen. Voor de Corredor Norte worden grote delen van het regenwoud ontbost. Inheemse bewoners worden gedwongen te vertrekken; ze worden ofwel met geweld verdreven ofwel ze worden voor een appel en een ei uitgekocht. Fearnside waarschuwt dat de aanleg van de corredor, maar ook het vervangen van weidegronden door sojaplantages, indirect een enorm effect op de ontbossing in het gebied heeft. Doordat de soja-industrie belangstelling heeft voor voormalige weidegronden stijgen deze in waarde, waardoor de boeren deze gronden voor veel geld kunnen verkopen om daarmee elders in het gebied weer andere terreinen op te kopen en te ontbossen.
Sojaweg
Het nieuwste plan van de regering Bolsonaro is de ontsluiting en exploitatie van het noordelijkste deel van de Amazone, dat bestaat uit de deelstaten Amapá, Roraima, Pará en Amazonas. Dit ‘Projeto Barão do Rio Branco’ omvat de verlenging van de ‘sojaweg’ BR-163 van de havenstad Santarém in de deelstaat Pará tot aan de grens met Suriname. Hiervoor moet er een brug komen over de Amazonerivier naar Óbidos op de noordelijke oever. Op dat punt is de rivier het smalst, maar altijd nog twee kilometer breed. Al jaren geleden sprak toenmalig president Bouterse ook over een weg dwars door het Surinaamse bos naar de BR-163, waarover Braziliaanse producten naar de haven van Paramaribo zouden worden vervoerd. Van die plannen is niet veel meer gehoord, maar ze kunnen zo van stal worden gehaald. Daarnaast voorziet het plan in een stuwmeer in de Rio Trombetas, een hydro-elektrische dam en de verbreding van waterwegen. Het project moet mijnbouw en grootschalige agrarische activiteiten mogelijk maken in nu nog beschermde natuurgebieden en inheemse reservaten. Het uiteindelijke doel is dat deze regio deel gaat uitmaken van de nationale economie door investeringen aan te moedigen.
Dag van het vuur
De plannen zijn het verst gevorderd in de deelstaat Pará met zijn vele sojahavens en de grote havenstad Santarém. Hier heeft ook de meeste ontbossing plaatsgevonden. En het is ook hier dat vorig jaar augustus de ‘dag van het vuur’ werd gehouden in de plaats Novo Progresso aan de BR-163. Op die dag werden tientallen branden moedwillig aangestoken op initiatief van veehouders en sojaproducenten om zo hun steun te betuigen aan het beleid van Bolsonaro. De grote soja- en veeboeren hebben een dikke vinger in de pap en zijn een steunpilaar van het bewind van Bolsonaro. Die heeft intussen onder het mom van bezuinigingen vrijwel alle toezichthoudende organen ontmanteld en de milieuwetgeving verzwakt. Ondanks het toenemend aantal branden heeft Bolsonaro de bestrijding van branden weggehaald bij IBAMA en toevertrouwd aan het leger, dat hier nauwelijks ervaring mee heeft. Hiermee geeft hij exploitanten van het bos vrij spel. Het leidt tot steeds meer geweld tegen mensenrechtenactivisten, vertegenwoordigers van inheemse groepen, milieuactivisten en staatsagenten die belast zijn met de bescherming van het milieu. Human Right Watch wijst in een recent rapport op de medeplichtigheid van de regering Bolsonaro aan het geweld in de Amazone. Sinds Bolsonaro in 2019 aan de macht is gekomen, zijn tientallen activisten vermoord, gewond of bedreigd.
Afnemers
De grote afnemers in Europa dragen indirect ook bij aan de ontbossing in de Amazone. De vraag naar soja is enorm. Hoewel met de mond een duurzaam beleid wordt voorgestaan, is er in de praktijk veel te weinig controle op de herkomst van de soja. Uit een studie die op 16 juli dit jaar is verschenen in het tijdschrift Science blijkt dat een vijfde van de Braziliaanse soja-uitvoer naar de EU afkomstig kan zijn van land dat illegaal is ontbost, net als 17 procent van het geëxporteerde rundvlees. De ingevoerde soja in de EU is voornamelijk bestemd voor veevoer. Daarnaast investeren Europese banken in sojabedrijven en zijn Europese bedrijven, waaronder vooral Nederlandse zoals Boskalis, Arcadis en Damen Shipyards, betrokken bij de aanleg van sojahavens en de verbreding van rivieren voor transport. Zonder betere controle op de naleving van regels in producerende landen en zonder economische sancties van afnemers zullen (illegale) activiteiten alleen maar toenemen.
De huidige expansie van de sojaproductie zal grote negatieve gevolgen hebben voor de toekomst van de Amazone. Het zogenaamde omslagpunt voor het gebied zal snel dichterbij komen, wanneer bedrijven en overheden zich niet anders gaan opstellen. De kans daarop is niet groot, nu de EU een handelsverdrag heeft gesloten met de Mercosur, het Zuid-Amerikaanse handelsblok. Hierdoor zal de invoer van soja en vlees toenemen. Handel gaat boven duurzaamheid.
En dan nog dit over soja ….
Door de grootschalige sojateelt verandert het landschap volledig. De natuurlijke vegetatie verdwijnt, waardoor de bodem haar vruchtbare laag kwijtraakt en de grond steeds minder productief wordt. Om dit verlies te compenseren, wordt kunstmest ingezet. Daarnaast worden veel bestrijdingsmiddelen gebruikt, die het grond- en oppervlaktewater vervuilen. Ook brengen ze gezondheidsrisico’s met zich mee voor mensen die in de buurt van de sojaplantages wonen.
De sojaproductie heeft zich steeds verder uitgebreid naar kwetsbare gebieden die eigenlijk niet geschikt zijn voor sojateelt, zoals de randen van het Amazonegebied en drogere gebieden zoals de Chaco en waterrijke gebieden zoals de Pantanal. Om in te droge of juist te natte gebieden toch te zorgen voor een goede oogst, worden genetisch gemodificeerde zaden gebruikt met een pakket van bestrijdingsmiddelen die geschikt zijn voor deze soja, maar funest voor de rest van de omgeving. Het merendeel van de soja is genetisch gemodificeerd, in Argentinië zelfs 99%.
De sojateelt veroorzaakt ook sociale misstanden. Kleinschalige producenten, die voor hun bestaan afhankelijk zijn van land en water, zien hun leefomgeving veranderen in grootschalige sojaplantages. Machtige bedrijven dwingen de lokale bevolking hun land af te staan, soms door middel van geweld. Zonder eigendomspapieren verliezen duizenden kleine boeren hun land en daarmee hun inkomen.
Dit artikel is eerder verschenen in de Parbode en met toestemming overgenomen