Politiek & Maatschappij

Ruk naar rechts bij verkiezingen in Uruguay

18 november 2019

Jan de Kievid

Uruguayanen kiezen 24 november in de tweede ronde een nieuwe president. Hoewel het linkse Frente Amplio (Breed Front) na vijftien jaar het land in goede staat achter laat, wordt een overwinning van de rechtse kandidaat verwacht. Daarbij spelen zorgen over veiligheid, de opkomst van een nieuwe rechtse partij en de behoefte aan een nieuwer en jonger gezicht een rol.

Het ziet er niet best uit voor het linkse blok Frente Amplio, dat drie opeenvolgende termijnen (2005-2020) de president van Uruguay leverde. Presidentskandidaat Daniel Martínez haalde wel het hoogste aantal stemmen in de eerste ronde op 27 oktober, maar dreigt de tweede ronde op 24 november te verliezen van de rechtse kandidaat die door de gezamenlijke rechtse partijen wordt gesteund.

Eenvoudig boerderijtje

Uruguayanen hebben niet veel redenen om erg ontevreden te zijn over de afgelopen vijftien jaar. Hun land kende ononderbroken economische groei. Het percentage armen daalde naar drie procent, het laagste van het continent. Uruguay heeft ook de minst ongelijke inkomensverdeling van de regio. Uruguayanen hebben groot vertrouwen in de instituties; nergens op het continent is dat zo sterk in de strijdkrachten, de politie, de rechterlijke macht, het parlement, de politieke partijen en de regering. Alleen de katholieke kerk staat in dit seculiere land in laag aanzien. Corruptie is voor Latijns-Amerikaanse begrippen nauwelijks een probleem. Uruguay staat op de 15e plaats op de Democratie Index van weekblad The Economist, het hoogste van alle Latijns-Amerikaanse, Afrikaanse en Aziatische landen. De bewoners delen die hoge waardering. Nergens in Latijns Amerika zijn mensen zo tevreden over hun democratie, al is de steun voor democratie afgelopen jaren wat afgenomen. The Economist riep dit land met slechts 3,5 miljoen inwoners in 2013 uit tot ‘land van het jaar’.

Maar er zijn ook schaduwzijden. Uruguay is een van de veiligste landen van het continent, maar de afgelopen jaren is de criminaliteit, waaronder het aantal moorden, toegenomen. Veel meer dan de gemiddelde Latijns-Amerikanen leven Uruguayanen in angst voor de misdaad. Dat komt waarschijnlijk mede omdat ze op andere gebieden minder problemen hebben. Maar het onveiligheidsgevoel tast wel de populariteit van de linkse regering aan. En na vijftien jaar willen veel mensen wel weer iets anders. Na de populaire president José Mujica (2010-2015, foto) in zijn eenvoudige boerderijtje kwam opnieuw – na een eerdere termijn van 2005 tot 2010 – de wat stijvere en formelere bestuurder Tabaré Vázquez.

‘Leven zonder angst’

Twee speciale gebeurtenissen hadden invloed op de presidents- en parlementsverkiezingen van 27 oktober. Het eerste was een gelijktijdig plaatsvindend referendum. Uruguayanen kunnen met de handtekeningen van tien procent van de kiesgerechtigden (een veel hoger percentage dan de ongeveer twee procent in Zwitserland) een referendum over een bestaande wet of over een nieuw voorstel aanvragen. Ondanks de hoge drempel gebeurt dat regelmatig. Dit keer had Jorge Larrañaga, een vooraanstaand lid van de conservatieve Nationale Partij (ook Blancos genoemd) die in 2004 kandidaat was voor het presidentschap en in 2009 voor het vicepresidentschap, het initiatief genomen tot zo’n referendum. Onder de titel ‘Leven zonder angst’ moesten er stevige veiligheidsmaatregelen worden genomen, zoals nachtelijke huiszoekingen, levenslange gevangenisstraf en een nieuwe Nationale Garde voor de veiligheid, met deelname van militairen.

Aanvankelijk leek een meerderheid van de kiezers het voorstel te steunen, hoewel geen van de presidentskandidaten zich ervoor uitsprak. Er kwam ook een grote tegenbeweging op gang, die vond dat de voorstellen alleen meer repressie beloofden. Zonder een goed preventiebeleid zou dat meer negatieve dan positieve effecten hebben. In Montevideo protesteerden 100.000 mensen op straat tegen het voorstel. Omgerekend naar Nederland zouden dat er een half miljoen zijn. Uiteindelijk haalde het voorstel het niet; minder dan de helft (47 procent) van de kiezers stemde voor. Op het platteland haalden de voorstanders een meerderheid, maar in de hoofdstad de tegenstanders. Het voorstel is nu wel verworpen, maar elementen ervan komen waarschijnlijk terug als er een rechtse president komt met een rechtse parlementsmeerderheid.

‘Militaire’ partij

De tweede opvallende gebeurtenis is de opkomst van een nieuwe en meteen al grote partij. Het Uruguayaanse partijstelsel is heel oud en zeer stabiel, zeker voor Latijns Amerika. Sinds begin 19e eeuw waren er twee grote partijen, de Colorados en de Blancos (Nationale partij). Tot 2005 waren meestal de Colorados aan de macht, af en toe afgewisseld door de Blancos. Veel families behoren al meer dan een eeuw bij de ene of de andere partij. Pas in 1971 slaagde een derde partij, het linkse samenwerkingsverbond Frente Amplio (FA), 18 procent van de stemmen te verwerven. In 2005 won het FA voor het eerst de verkiezingen van de twee grote conservatieve partijen. In 2019 brak weer een nieuwe partij (Cabildo Abierto) door, die pas begin van dat jaar was opgericht. De partij wordt geleid door de 61-jarige ex-generaal Guido Manini Ríos, tot maart 2019 legercommandant van Uruguay. In die functie raakte hij herhaaldelijk in conflict met president Vázquez wegens politieke uitspraken, bijvoorbeeld over de militaire dictatuur (1973-1985) en het berechten van mensenrechtenschendingen uit die periode. Toen Manini kritiek leverde op rechtelijke uitspraken, stuurde de president hem in maart 2019 met pensioen.

Sindsdien leidt Manini de nieuwe partij, ook als presidentskandidaat. De partij wil streng optreden tegen misdaad en corruptie. Ook keert Cabildo Abierto zich scherp tegen wat het de ‘genderideologie’ noemt – dus tegen vrouwen- en LHBT-rechten – en tegen migranten.  Tegenstanders menen dat hiermee een ‘militaire’ partij op het politieke toneel is verschenen met een rechts-radicale ideologie, en dat Manini zich zou kunnen ontwikkelen tot een soort Uruguayaanse Bolsonaro. Ze vinden de opkomst van deze partij de meest verontrustende ontwikkeling in hun land sinds de dictatuur.

Finse houtpulpfabriek

Al snel was duidelijk dat de verkiezingsstrijd vooral zou gaan tussen Daniel Martínez (foto) van het Frente Amplio en Luis Lacalle Pou van de Nationale partij. De 62-jarige Mártinez werd politiek geschoold in het verzet tegen de dictatuur en onderscheidde zich daarna als vakbondsleider, bestuurder en tenslotte burgemeester van Montevideo. De veel jongere (46) Luis Alberto Lacalle Pou was – tot ieders verrassing – al vijf jaar geleden kandidaat en verloor toen in de tweede ronde ruim van Vázquez. Hij komt uit zo’n oude partijfamilie. Zijn vader was van 1990 tot 1995 president en in 1999 en 2009 opnieuw presidentskandidaat. Zijn roemruchte overgrootvader, Luis Alberto de Herrera (1873-1959), geldt als een van de belangrijkste politici van de vorige eeuw. Hij leidde de Blancos bijna een halve eeuw en dong zes keer mee naar het presidentschap.

Lacalle Pou doet het goed bij jongere kiezers, voor wie oude politieke familiebanden steeds zwakker worden. Een 46-jarige spreekt ook aan vergeleken met de nogal oude FA-presidenten. Mujíca eindigde zijn presidentschap als 79-jarige en Vázquez gaat als 80-jarige afscheid nemen. De verkiezingsstrijd ging vooral over de veiligheid, de economie, verbeteren van het onderwijs en ook enigszins over milieuproblemen. Bij dat laatste is opnieuw veel te doen over uitbreiding van een kolossale Finse houtpulpfabriek, die het milieu ernstig verontreinigt.

Rechts wint

Toen alle stemmen – met hoge opkomst, want er is stemplicht – van 27 oktober waren geteld, eindigde Martínez als eerste met 39 procent, gevolgd door Lacalle Pou met 28,6, Talvi van de ingeschrompelde Colorados met 12,3 en ex-generaal Manini van Calbildo Abierto met een verrassende 11 procent. Onmiddellijk na de uitslag riepen Talvi en Manini en nog een klein partijtje hun kiezers op om in de tweede ronde op 24 november op Lacalle stemmen. Martínez kreeg voor die eindronde geen extra steun.

52 procent van de kiezers had dus op een rechtse presidentskandidaat gestemd. Dat deden ze ook bij de gelijktijdige parlementsverkiezingen. In het oude Huis van Afgevaardigden en Senaat had het Frente Amplio een minimale meerderheid. Die is het nu kwijt. De drie grote rechtse partijen hebben nu samen 54 van de 99 zetels in het Huis en 17 van de 30 in de Senaat.

Weinig vrouwen

Wat niet veranderde, is het lage aandeel van vrouwen in het parlement: twintig procent, flink onder het Latijns-Amerikaanse gemiddelde van ongeveer dertig procent. Dat is opvallend laag voor een land dat het al in 1907 voor vrouwen mogelijk maakte om te scheiden, als een van de eerste Latijns-Amerikaanse landen in 1932 vrouwenkiesrecht invoerde en een liberale abortuswet, een krachtige vrouwenbeweging en al jaren evenveel vrouwelijke als manlijke studenten heeft. Sinds de verkiezingen van 2014 moet op iedere drie plaatsen op de kandidatenlijsten minstens een vrouw staan. Dat leverde toen en ook nu lang geen derde deel van de zetels op als gevolg van specifieke eigenaardigheden van het kies- en partijstelsel en de houding van mannelijke partijleiders. Van de parlementsleden van het Frente Amplio is 33 procent vrouw, van de drie rechtse partijen slechts 11. Er waren geen vrouwelijke presidentskandidaten, maar er komt wel een vrouwelijke vicepresident, want zowel Martínez als Lacalle Pou (foto) hebben met een vrouwelijke vicepresidentskandidaat, respectievelijk Graciela Villar en Beatriz Argimón, aan hun zijde strijd gevoerd. Van beiden wordt gezegd dat ze zich inzetten voor vrouwenrechten.

De drie rechtse partijen hebben onderhandeld over een zo veel mogelijk gezamenlijk regeringsprogramma. Dat bleek niet altijd eenvoudig, want vooral tussen de liberaal georiënteerde Nationale Partij en Cabildo Abierto bestaan grote verschillen. Volgens de laatste opiniepeilingen voor de tweede ronde van 24 november zou Martínez 42 procent van de stemmen krijgen en Lacalle 47 (door die steun van andere partijen), de rest weet het nog niet of zal ongeldig stemmen. Verrassingen zijn nooit uitgesloten, maar het lijkt erop dat het Frente Amplio begin 2020 het presidentschap aan rechts gaat overdragen

Gerelateerde berichten

Democratie in Latijns-Amerika niet langer vanzelfsprekend

Democratie in Latijns-Amerika niet langer vanzelfsprekend

Afgelopen jaar is de wereld weer iets minder democratisch geworden en in Latijns-Amerika is de terugval het grootst. Dat komt met name door de scherpe daling van het democratiegehalte van een aantal Midden-Amerikaanse landen. Van het idee van twintig jaar geleden dat de democratie in Latijns-Amerika vrij stevig was verankerd, is weinig meer over. Zo blijkt uit de Democracy Index 2023.

Lees meer
Uitzending Spoorloos 1 november over geroofde Argentijnse baby’s

Uitzending Spoorloos 1 november over geroofde Argentijnse baby’s

De uitzending was woensdagavond 1 november, maar kan op Uitzending gemist worden teruggekeken. In de laatste uitzending van dit seizoen vertelt de in Nederland woonachtige Ana haar verhaal. Tien jaar geleden werd middels DNA-onderzoek vastgesteld dat zij tot de zogenaamde roofbaby’s behoort. Haar beide ouders zijn tijdens de Videla-dictatuur vermoord. Haar moeder was vijf maanden zwanger toen zij werd gearresteerd. Op één klein berichtje kort na haar arrestatie werd nooit meer iets van haar vernomen. Haar dochter Ana is geadopteerd, iets dat zij pas op 36-jarige leeftijd te horen kreeg.

Lees meer
agsdix-null

Politiek & Maatschappij

agsdix-null

Kunst & Cultuur

agsdix-null

Vrije tijd & Toerisme

agsdix-null

Economie & Ondernemen

agsdix-null

Milieu en Natuur

agsdix-null

Onderzoek & Wetenschap

Blijf op de hoogte

Adverteren op onze website?

Dat kan! Tegen een scherp tarief plaatsen wij uw advertentie.

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf u in en ontvang onze digitale nieuwsbrief met een overzicht van onze nieuwe artikelen.

Volg ons op social media

Wees als eerste op de hoogte van nieuwe artikelen en deel artikelen met uw netwerk.

Share This