Nadat in Latijns Amerika de honger vijftien jaar lang is afgenomen, neemt die sinds vorig jaar weer toe. Dat komt door economische stagnatie, geweld en natuurrampen. De strijd tegen honger krijgt daardoor minder aandacht. Parlementariërs uit verschillende landen trachten samen het tij te keren.
Latijns Amerika gold vanaf het begin van de huidige eeuw als een modelcontinent in de strijd tegen de honger. Maar het heeft niet langer een bijzondere positie. In 2016 groeide het aantal hongerlijders in de wereld voor het eerst sinds 2003, en dat geldt ook voor Latijns Amerika en de Cariben. In de regio hebben bijna 2,4 miljoen mensen meer dan vorig jaar onvoldoende te eten. Totaal zijn het er nu 42,5 miljoen. En deze terugval in meer ondervoeding (dagelijks niet genoeg calorieën binnen krijgen) wordt vergezeld door het probleem van overgewicht en obesitas, waarvan al een derde van de jongeren en tweederde van de volwassenen last hebben.
In feite is de honger maar in zes landen gestegen (Argentinië, Ecuador, El Salvador, Grenada, Peru en vooral Venezuela) en in 21 verminderd, maar deze stijgingen waren zo sterk dat ze het gemiddelde van de hele regio meesleepten. Het ergste is het in Haïti, waar een op de twee mensen niet voldoende te eten heeft. Al deze gegevens zijn op 10 oktober gepubliceerd in een rapport van de Verenigde Naties over de voedselsituatie.
Afgrond
“Het thema honger was minder urgent geworden, van de agenda verdwenen”, betreurt de Mexicaanse senator Luisa María Calderón (foto), algemeen coördinator van de regionale Fronten van Parlementariërs tegen de Honger (die meer dan 300 parlementariërs uit 21 landen van de regio tegen de honger verenigen). Het stagneren van de economische groei is een van de verklaringen – “hoewel niet de enige” – voor dit slechte nieuws, stelt Julio Berdegué, onderdirecteur van de FAO, de Voedsel en Landbouw Organisatie van de Verenigde Naties, die is belast met het tellen van het aantal hongerlijders in de wereld.
Volgens Berdegué heeft de economische conjunctuur de werkgelegenheid, de koopkracht en ook de overheidsinkomsten aangetast. En de overheden hebben bezuinigd op hun sociale ondersteuningsprogramma’s, die de meest kwetsbare personen en gezinnen beschermden. De directie van de FAO roept op om deze beschermende netwerken op elk moment te handhaven, vooral om de degenen te kunnen helpen die op de rand van de afgrond leven, voor wie “ieder effect, hoe klein ook, hen in de armen van de honger kan drijven”.
De gewapende conflicten – een andere veroorzaker van de voedselonzekerheid – lijken niet speciaal één regio te treffen. Maar men moet het geweld dat verband houdt met misdaad en drugshandel niet vergeten. “Dat heeft een enorm effect op de levensmiddelen van de gezinnen”, benadrukt Berdegué.
De situatie in een land als Venezuela is veelzeggend. Dat land had volgens de vertegenwoordiger van de FAO “een belangrijke rol” in de strijd tegen de honger. Maar nu is ook daar de voedselsituatie verslechterd en vermengd geraakt met het sociale conflict.
“Veel lawaai”
Naast het gebrek aan sociale bescherming om de armoede en sociale ongelijkheid, die ten grondslag ligt aan de honger, te bestrijden, en de verderfelijke effecten van het geweld, moet men ook de natuurrampen niet vergeten. Gebeurtenissen zoals aardbevingen, orkanen en stormen teisteren speciaal deze regio en ‘straffen’, opnieuw, de meest kwetsbaren.
Afgelopen maandag werd in het hoofdkwartier van de FAO in Rome de bijdrage besproken van de genoemde Fronten van Parlementariërs aan het afnemen van de ondervoeding in Latijns Amerika in 15 jaar van 11,4 naar 6,4 procent. De Mexicaanse senator Calderón riep op om te blijven vechten tegen de terugval. Ze erkent dat het nu makkelijk is om middelen te mobiliseren bij een natuurramp, maar juist moeilijker om de regeringen in actie te krijgen tegen meer gevestigde problemen, zoals het gebrek aan universele toegang tot adequaat voedsel. “Als het er op aankomt, komen we in actie voor andere zaken, maar is er uit inertie geen aandacht meer voor thema’s als permanente ondervoeding”, stelt de senator.
Daarom, dringt Calderón aan, moeten de parlementariërs van het Front “veel lawaai” maken om weer het pad van de vooruitgang in te slaan. “Een zeer belangrijke voorwaarde om de honger te verslaan is dat de belangrijkste staatsorganen zich hieraan verbinden”, stelt Berdegué van de FAO. En hij voegt er aan toe dat wetgevers van verschillende politieke richtingen die zich onafhankelijk van de zittende regeringen hebben verenigd, daarop veel invloed kunnen uitoefenen.
Een positief voorbeeld om het verloren pad weer te hervinden, een vrucht van deze wetgevende initiatieven, komt uit Guatemala. Afgelopen weken hebben de Guatemalteekse parlementariërs een wet goedgekeurd die de begroting voor het nationale programma voor schoolmaaltijden met bijna 75 procent verhoogt. Dit plan dat 2,2 miljoen leerlingen te eten geeft, moet dat vanaf nu ook vooral doen met producten die worden gekocht van lokale boeren.
Vertaald uit het Spaans door Jan de Kievid.
Deze bijdrage is onderdeel van de ‘voedselspecial’ in september/oktober 2017.