Op 27 februari vond de eerste bijeenkomst plaats van een nieuwe dialoog tussen de regering van president Daniel Ortega en een delegatie van de Alianza Cívica (Burger Alliantie). Eerder was de dialoog afgebroken omdat de regering een aantal toezeggingen niet nakwam. Op 29 maart is een akkoord gesloten.
De nieuwe dialoog, die door de regering een onderhandeling genoemd wordt, is door drie van Nicaragua’s grootste zakenmannen aangezwengeld: Carlos Pellas, Roberto Zamora en Ramiro Ortiz. Zij smachtten naar een oplossing van de politieke en sociale crisis in het land omdat deze een duidelijk effect op de economie begint te hebben. De drie werden bij hun gesprek met Ortega vergezeld door twee bestuursleden van de werkgeversorganisatie COSEP en door kardinaal Leopoldo Brenes en de vertegenwoordiger van het Vaticaan in Managua, Nuntius Stanislaw Waldemar Sommertag. Tot april vorig jaar waren deze zakenmannen bondgenoten in Ortega’s ‘model van consensus’ en profiteerden zij van zijn neoliberale economische beleid. Nu hun belangen in gevaar zijn gekomen door de sociale onrust, pleiten zij voor een dialoog om een einde te maken aan “de crisis die de economie van het land dreigt te vernietigen”.
Andere krachtsverhoudingen
De dialoog getuigt van de veranderde krachtsverhoudingen tussen zowel de regering en de oppositie als binnen de oppositie. Was er bij de vorige dialoog nog sprake van een grote afvaardiging van maatschappelijke organisaties en aanwezigheid van de media en werd de dialoog door de katholieke kerk bemiddeld, nu gaat het om een kleine delegatie van enkel de Alianza Cívica en vertegenwoordigers van het regime. De president zelf is (nog) niet aanwezig geweest bij de besprekingen. Een Nicaraguaanse commentator omschreef de situatie als volgt: “Internationaal is Ortega in het defensief en voelt hij zich bedreigd, maar nationaal is hij in het offensief.” Door nu de dialoog aan te gaan, hoopt het regime de buitenlandse druk te verminderen, terwijl het achter de schermen de pijlen richt op het uit elkaar spelen van de oppositie.
De delegaties van de regering Ortega en de Alianza Cívica bereikten op vrijdag 29 maart een akkoord. Twee dagen eerder werd er al een gezamenlijke verklaring gepubliceerd over de vrijlating van politieke gevangenen in een periode van negentig dagen. Beiden zijn ondertekend door vertegenwoordigers van de regering en leden van de Alianza Cívica, in aanwezigheid van de apostolische nuntius Waldemar Stanislaw Sommertag, die deelneemt als getuige en begeleider van de Nationale Dialoog, en van Luis Ángel Rosadilla, de vertegenwoordiger van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS).
In de overeenkomsten staat feitelijk dat de overheid zich moet houden aan de grondwet, de nationale wetten en regels en internationale verdragen. Het feit dat dit er zo stellig en op een aantal punten zo gedetailleerd staat in een – ook door de regeringsdelegatie ondertekend stuk – betekent een impliciete erkenning van de schendingen. Tot nu toe rechtvaardigde de regering de systematische schending van de mensenrechten met het voorwendsel dat er in april 2018 sprake was een door het buitenland gesteunde coup. Van die bewering is in het akkoord niets terug te vinden.
Een aantal punten komen opmerkelijk genoeg niet terug in het akkoord. Zo wordt er niet gesproken over berechting van de schuldigen aan de misdaden van de afgelopen tijd. Ook het aftreden van Ortega en zijn echtgenote en vicepresident Murillo, het houden van vervroegde verkiezingen en hervormingen van het electorale systeem komen niet ter sprake.
Gevolgen van het akkoord
Het is moeilijk te zeggen wat de gevolgen van het akkoord zijn, voornamelijk omdat de regering de dag na het tekenen van het akkoord weer een protest onderdrukte en daarbij tien mensen arresteerde. Daarbij opende in Managua een FSLN-militant het vuur op een demonstratie bij Metrocentro, waarbij drie gewonden vielen. De Alianza Cívica heeft de dubbele houding van de regering direct sterk bekritiseerd. Het lijkt duidelijk dat deze akkoorden mede bedoeld zijn om de Nationale Dialoog enig prestige te geven en het wantrouwen bij een deel van de bevolking weg te nemen. Het feit dat er door de Alianza geen concessies zijn gedaan aan de regering kan daaraan bijdragen. Door in gesprek te gaan en op papier concessies te doen hoopt het regime verdere sancties af te wenden en de internationale druk te verminderen. De huidige patstelling, waarbij de regering de volgens haar ingetreden normalisering alleen met bloedige hand weet te handhaven en haar tegenstanders door de repressie geen vuist kunnen maken is met deze akkoorden niet doorbroken. De enige hoop is dat dit akkoord het moeilijker maakt voor de regering om de grove repressie voort te zetten op straffe van een verder verlies aan internationale steun.
Een grote zwakte van het akkoord is het ontbreken van betrouwbare internationale instanties die de ontwikkelingen ter plekke kunnen volgen en daarover rapporteren. Het Internationale Comité van het Rode Kruis krijgt een zeer beperkte rol; alleen met betrekking tot de politieke gevangenen. De eis van wedertoelating tot het land van de Inter-Amerikaanse Commissie voor de mensenrechten (CIDH) en de VN Mensenrechtenorganisatie is door het regime afgewezen.