Hoe het regerende Sandinistisch Front de macht in handen houdt
Op zondag 7 november 2021 gingen de Nicaraguanen naar de stembus en bezorgden de zittende president Daniel Ortega een klinkende overwinning. Of, klinkende overwinning? Velen in binnen- en buitenland erkenden de uitslag van de verkiezingen niet. En of de Nicaraguanen zo massaal naar de stembus gingen als Ortega claimde, valt ook te betwijfelen. Nicaragua-kenner Han Zwinkels was in het verdeelde en gewelddadige land ten tijde van de verkiezingen. Ook al waren de verkiezingen een aantal maanden geleden, zijn persoonlijke ervaringen zeggen veel over de manier waarop dit land geleid wordt: als het persoonlijke eigendom van dictator Daniel Ortega en zijn vrouw en vicepresidente Rosario Murillo.
Vanaf de grens met Costa Rica rijdt de bus door agrarisch gebied met soms uitzicht op het Meer van Nicaragua. Het land ligt er aan het eind van de regentijd prachtig bij. Rund- en melkvee, rijstplantages, veldjes met opkomende maïs, bananenpercelen, kokospalmen. Grote bedrijven afgewisseld met keuterboertjes, zowel tractoren als trekdieren. Als we de hoofdstad Managua binnenrijden zie ik dat het verkiezingstijd is: alle lantaarnpalen zijn beplakt door bekende en onbekende oppositiepartijen. De affiches van sommige partijtjes zijn van het niveau kleine lettertjes en minuscule portretjes, uitingen van aandoenlijk politiek prutswerk. Maar wat vooral opvalt is de afwezigheid van de regeringspartij, het Sandinistisch Front, die normaal zo min mogelijk ruimte aan welke oppositie dan ook biedt. Dat kan geen toeval zijn. Hier wordt de suggestie gewekt dat er vrije, democratische verkiezingen plaatsvinden.
Afgezet
Vanaf het busstation neem ik een veel te dure taxi naar een vriendin. Letterlijk en figuurlijk laat ik me afzetten in haar buurt. De chauffeur hoeft niet precies te weten waar ze woont: hoe minder ‘ze’ van je weten hoe beter, luidt tegenwoordig het devies in Nicaragua.
Tot voor kort maakte mijn vriendin deel uit van de ‘patriottische ondernemers’ die het Frente Sandinista ondersteunden. Enigszins besmuikt vertelt ze me bij de vorige verkiezingen op meerdere plekken in Managua gestemd te hebben om de Sandinisten aan de overwinning te helpen. Maar de overdosis aan geweld waarmee het regime de burgerprotesten van 2018 de kop in heeft gedrukt en de daarop volgende repressie maken dat zij niets meer te maken wil hebben met alles wat naar Sandinisme riekt.
“Ik hoor net dat er twee leiders van de werkgeversorganisatie COSEP zijn opgepakt. Dat is natuurlijk de zoveelste schandalige actie van de dictatuur, maar verder zal ik daar geen traan om laten. Het grootkapitaal heeft de oppositie tegen de dictatuur op een lelijke manier in de steek gelaten door keer op keer geen gehoor te geven aan de roep om een nationale staking. Nu komen ze erachter dat ook de grote jongens door de dictator te grazen worden genomen wanneer ze niet in de pas lopen,” vertelt ze.
Macro-economisch boert Nicaragua met een verwachte groei van 3 procent dit jaar verrassend goed. Vooral de werkgevers profiteren zodoende van het overheidsbeleid. Na de arrestatie van de twee COSEP leiders heeft de getroffen werkgeversorganisatie dan ook nauwelijks geprotesteerd. Ook met de officiële Katholieke Kerk en het conglomeraat aan protestantse kerken heeft de regering nauwe banden. De kritische bisschop Baez is met medewerking van Rome het land uitgezet. Veel oppositie tegen het Sandinisme is er niet meer.
Chinezen
Wat voor katholieke leiders geldt, geldt voor veel Nicaraguanen. Ruim honderdduizend van hen hebben sinds 2018 het land verlaten, om economische of politieke redenen. Ik besluit te kijken hoe het dorp er bij ligt waar ik vroeger gewoond heb en rij er naar toe. Ook daar, op het platteland, is echter sprake van geweld en onderdrukking, zo blijkt al gauw.
Het begon al in 2016. Toen kwamen de Chinezen vanwege een te graven kanaal tussen de Atlantische en Stille Oceaan. Aanvankelijk ging men redelijk plezierig om met de Chinezen. Maar toen dezen land op gingen meten en de bewoners vertelden dat ze weg moesten omdat zij de regering daar een goede prijs voor hadden betaald, brak de pleuris uit. De hele bevolking kwam met machetes en stokken in opstand maar, zo werd mij verzekerd, het geweld was niet tegen de Chinezen persoonlijk gericht. Wel gingen enkele van hun gebouwen en installaties in vlammen op. Uiteindelijk vertrokken de Chinezen omdat de hele bevolking tegen het kanaalproject was. De agenten en paramilitairen die de orde kwamen herstellen, deden dat met harde hand. Toen andere delen van het land in april 2018 de straat opgingen, waren hier al 26 doden gevallen. Die maand kwamen daar nog 16 doden bij; demonstranten op weg naar huis werden vanuit een hinderlaag door politie en paramilitairen aangevallen.
Vieze duimen
Ik twijfel als ik, onverwachts, uitgenodigd wordt om op de dag van de verkiezingen een serie stemlokalen te bezoeken. Sommige van mijn vrienden zeggen dat ik gek ben als ik er op in ga: ik ben immers geen officiële waarnemer.
Een van de voorwaarden voor mij om de verkiezingen van nabij te kunnen bekijken, is begeleiding door Eusebio, Sandinist en vriend van vroeger. Vanaf het balkon voor het huis waar ik verblijf heb ik uitstekend zicht op stemlokaal 1. Ik zie dat vrijwel niemand zich geroepen lijkt te voelen ‘de duim vies te maken’.
Als Eusebio halverwege de ochtend komt, vraagt hij wat ik zie. ‘Dat het niet druk is’, antwoord ik hem diplomatiek. “Nee, hier willen ze blijkbaar niet, laten we maar eens gaan kijken hoe het gesteld is met de gehuchten verderop aan de grote weg.” Eenmaal op weg vraag ik hem hoe het komt dat er zo weinig animo lijkt om te stemmen. “In de eerste plaats omdat er geen campagne is geweest en programma’s en kandidaten niet bekend zijn. In de tweede plaats vanwege de covidpandemie die veel mensen thuis doet blijven. En in de derde plaats de voortdurende desinformatiecampagnes vanuit het buitenland, die maakt dat mensen in de war raken. In dat opzicht is er sinds de tachtiger jaren niets veranderd. Het imperialisme blijft erop gebrand om de volksrevoluties in Cuba, Venezuela en Nicaragua de nek om te draaien.”
Wanneer we bij verkiezingslokaal 2 aankomen, stopt er net een taxi waar drie stemmers uitstappen – die ze vast niet zelf betaald hebben. We treffen stembureauvoorzitter Jesús, die niet in wil gaan op mijn vragen over de verkiezingen: “Nee, nu is het niet druk maar vanochtend vroeg best wel.” Ik geloof er niks van en hijzelf ook niet, is mijn indruk.
Verplichte stemmers
In lokaal 3, net als alle andere stembureaus in een school gevestigd, zien de zaken er beter uit. Druk is het niet maar gestaag druppelen er mensen – bijna allemaal met mondkapje – binnen om hun stem uit te brengen. Het is de enige plek die ik vandaag bezoek waar je met goed fatsoen iemand van buiten kunt laten zien dat het vandaag verkiezingsdag is. Geen rijen, maar in ieder geval iets van beweging.
Verderop is het vierde stembureau dat we bezoeken vrijwel uitgestorven. Eusebio vraagt de voorzitter of er naast wat hij ‘de verplichte stemmers’ noemt (de mensen in overheidsdienst), ook kiezers komen die tot de oppositie behoren. “Nee, bij vorige verkiezingen wel maar dit keer niet. Ik heb de indruk dat die thuis blijven,” luidt het opvallend eerlijke antwoord. Wel komt er op een gegeven moment een pick-up aanrijden waarvan de chauffeur de verschillende plukjes mensen die zich rond het stembureau ophouden, toeschreeuwt dat zij in de achterbak moeten plaatsnemen. Zo’n twintig mannen en vrouwen stappen in. Het zou zomaar kunnen dat zij van stembureau naar stembureau trekken om ervoor te zorgen dat er aan het eind van de dag wat biljetten in de stembus zitten. Van twee mensen hoor ik later dat zij bij de vorige verkiezingsronde, net als mijn vriendin in Managua, mee hebben gedaan aan stemmen op verschillende plekken.
Bij stembureau 5 zien we opnieuw een pick-up met mensen staand in de achterbak. Eusebio vraagt hoe de zaken ervoor staan. ‘Vrij normaal’, antwoordt de voorzitter, waarop Eusebio reageert met “Bij ons (stemlokaal 1) ook. “Wat lul je nou man?” denk ik “er kwam geen hond opdraven in het dorp” – maar dat houd ik voor me. Ook de voorzitter hier vindt dat antwoord blijkbaar onbevredigend: “Normaal, nou ja, met dit verschil dat bij deze verkiezingen alleen onze eigen mensen op komen draven.”
Op mijn vraag aan de voorzitter van stembureau 6 of het hier de hele dag al zo rustig is, antwoordt hij dat mensen hier bijna altijd aan het eind van de middag komen stemmen. Op post 7 hetzelfde verhaal. Ik blijf niet wachten om het te controleren maar geloven doe ik het niet.
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet
We rijden door naar een stadje waar het een drukte van belang is. Niet vanwege de verkiezingen maar omdat ze hier gewend zijn op zondag boodschappen te doen. Ze willen hun ritme niet laten verstoren door een stelletje gekken dat vandaag nepverkiezingen organiseert. Ik nodig Eusebio uit voor een etentje uit erkentelijkheid voor het mooie inkijkje in het verkiezingsproces. Niet alleen is hij blij met zijn pizza, hij is ook bijzonder te spreken over hoe deze ochtend verlopen is. “Nu heb je met je eigen ogen kunnen zien hoe de verkiezingen hier verlopen en word je in ieder geval niet op het verkeerde been gezet door de internationale media die hier een karikatuur van maken.” “Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet”, denk ik bij mezelf.
Prognoses rond middernacht spreken van een opkomst van onder de twintig procent. Maar de volgende ochtend blijkt twee derde van de Nicaraguanen gestemd te hebben! In meerderheid op het Frente Sandinista. Volgens mijn berekeningen, uitgaande van de werkelijke opkomst van 20 procent, heeft 15 procent van de kiesgerechtigde bevolking op Ortega gestemd, waarvan minstens de helft onder dwang.
De conclusie is duidelijk: met minimale steun vanuit de bevolking denken Ortega en zijn vicepresident en echtgenote Murillo de komende vijf jaar verder te kunnen regeren. Het gros van de mensen is bang de komende weken te maken te krijgen met een nieuwe golf aan repressie omdat de dictator en zijn vrouw door hun eigen volk vernederd zijn. In Managua worden studenten van de Medische Universiteit gecontroleerd op zwarte duimen, als bewijs dat ze gestemd hebben, lees ik via WhatsApp. Niet-stemmers wordt de toegang tot de universiteit ontzegd. Later hoor ik ook van zeven artsen die ontslagen zijn omdat zij geen zwarte duim konden laten zien, bovenop de 81 die sinds 2018 al om politieke redenen ontslagen waren.
Twee walletjes en minderjarige meisjes
En nog is de dictator niet tevreden. Daags na de formeel dik gewonnen verkiezingen reageert Ortega zich af op Guillermo Osorno, van de oppositionele Camino Cristiano Nicaragüense. Osorno beschuldigt Ortega van verkiezingsfraude. Per direct worden zijn tv-station 21 en zijn radiostation Nexo uit de lucht gehaald. Osorno kan fluiten naar zijn parlementszetel, ook al is hij gekozen. Op sociale media verschijnen honderden reacties van mensen die zich bescheuren over wat Osorno overkomt. Van twee walletjes eten, bij Ortega in bed gaan liggen en daarna piepen, God en de duivel dienen, zijn verdiende loon, is de strekking van bijna alle reacties op het noodlot dat deze voorman van de protestantse kerken treft.
Ruim twintig jaar geleden beschuldigde Zoilamérica, Rosario Murillo’s dochter, haar stiefvader Daniel Ortega van incest. Bij die gelegenheid liet haar moeder haar dochter vallen en nam het op voor haar man. Daarmee had Murillo hem in de tang en wist zij zich tot de sterke vrouw van Nicaragua op te werken. Minder algemeen bekend is dat Ortega inmiddels een reputatie opgebouwd heeft op het gebied van seksuele contacten met minderjarige meisjes. Dat het zaak is daar het zwijgen toe te doen, toont het trieste lot van advocaat Santos Sebastian Flores. Zijn ‘misdaad’: het beschuldigen van Daniel Ortega van seksueel misbruik van Junieth, zijn toen vijftienjarige zusje. Die bleek zwanger van de president en daar had de advocaat zijn mond over moeten houden. In 2013 werd hij opgepakt, waarna hij volgens mensenrechtenorganisatie CENIDH stelselmatige martelingen te verduren kreeg. Twee dagen na de laatste verkiezingen werd Flores dood in zijn cel aangetroffen. Over zijn doodsoorzaak is verder niets bekend gemaakt. Zijn zus woont inmiddels net als de rest van de familie in Honduras.
Uit veiligheidsoverwegingen gebruikt de auteur een pseudoniem; zijn echte naam is bij de redactie bekend. Om dezelfde reden zijn de echte namen van de meeste gesprekspartners van de auteur achterwege gelaten.