Rapportage in twee delen uit een verdeeld land
Vriend en vijand zijn verrast door de politieke turbulentie die Nicaragua vanaf 18 april 2018 in haar greep houdt. Wat begon als een bescheiden protest tegen pensioenverlagingen en politierepressie, liep in de weken en maanden daarna uit op een massale volksopstand tegen de regering van president Daniel Ortega en zijn vrouw en vicepresident, Rosario Murillo. Dit artikel is het eerste deel van een tweeluik, waarin de auteur verslag doet van zijn bevindingen tijdens een recent bezoek aan het land.
Het geweld van politie en paramilitairen en het polariserend optreden van de regering zijn de belangrijkste redenen voor het massale en radicale verzet tegen de regering. Het hoogtepunt van de protesten vond plaats op 30 mei, Moederdag, toen in Managua naar schatting driehonderdduizend mensen de straat op gingen. Tegelijkertijd was dat ook het dieptepunt omdat er gericht op de demonstranten geschoten is door politie en aan de regering gelieerde paramilitairen. Daarbij zijn bijna twintig mensen omgekomen en honderden gewond. Bij haar pogingen om de protesten de kop in te drukken, koos de regering voor een combinatie van keiharde repressie en tijdrekken, via de zogenaamde ‘Nationale Dialoog’. In juli sloeg ze hard toe bij het opruimen van zo’n honderdvijftig wegversperringen die het land meer dan twee maanden plat hadden gelegd.
Operatie Schoonmaak
Daarna begon in juli ‘Operatie Schoonmaak’ die gepaard ging met repressie en terreur. Die vonden plaats op een schaal en met een diepgang die maakt dat de regering politiek en moreel alle krediet onder een grote meerderheid van de bevolking verspeeld heeft. Een serie dieptepunten: Willekeurige arrestaties, marteling en mishandeling van gevangenen (inclusief verkrachtingen), schending van akkoorden die met demonstranten gesloten werden, politiek ontslag van artsen en leerkrachten, ambtenaren die verplicht deelnemen aan pro-regeringsmanifestaties, onderdrukking van de persvrijheid, vervolging van mensenrechtenactivisten, verbod van NGO’s en beslaglegging op hun financiën en vastgoed. Al deze zaken zijn uitvoerig gedocumenteerd door Nicaraguaanse en internationale mensenrechtenorganisaties. Het zogenaamde GIEI-rapport (Interdisciplinary Group of Independent Experts van de Organisatie van Amerikaanse Staten), dat in december 2018 uitkwam, wordt in dit opzicht gezien als het meest omvattende, diepgaande en voor de regering vernietigende rapport.
Sancties
De regering is getraumatiseerd door het verlies van controle over de straat gedurende een periode van bijna drie maanden en zet in op volledige onderwerping en vernietiging van de protestbeweging. Niet alleen personen die daar een centrale rol in hebben gespeeld, maar ook ondersteunende krachten lopen het risico op ontvoering of arrestatie. Dit maakt dat zo’n zestigduizend Nicaraguanen de afgelopen maanden de wijk hebben genomen naar Costa Rica en Honduras. Posities van neutraliteit in het conflict worden niet getolereerd door het regime. Wie niet vóór is, is tégen en moet rekening houden met sancties in de vorm van ontslag of arrestatie. Doordat er van een rechtsstaat geen sprake is, wordt de juridische macht ingezet om regeringstegenstanders (‘terroristen’) tot gevangenisstraffen van tientallen jaren te veroordelen.
Zo sprak ik een arts die ontslagen is omdat hij bezwaar maakte tegen het gebruik van de ambulance voor het vervoer van een chef van de paramilitairen. Een specialist vertelde mij met tranen in zijn ogen over de moord op een gewonde demonstrant in zijn ziekenhuis. De beademing van een zwaargewonde demonstrant werd moedwillig stopgezet, zonder dat daar medisch gezien aanleiding voor was. Ook sprak ik met moeders wan wie de zonen gemarteld waren en worden en die zelf dag in dag uit door politie en paramilitairen gevolgd en bedreigd worden. En ik sprak met mensen in de clandestiniteit, die elk moment opgepakt kunnen worden.
De repressie geldt niet alleen tegenstanders van het regime of krachten die zich neutraal opstellen, maar ook kaderleden van partij en regering. Ik kreeg een mailwisseling toegespeeld van een hoge partijfunctionaris die zich tegenover een gemeenschappelijke vriend beklaagt dat hij noch formeel, noch informeel met mij in gesprek durft te gaan, omdat hij omringd is door gevaarlijke types die uit zijn op moord en geweld. Ze zouden het hebben over plannen om Kanaal 10 van de televisie, een zender die de afgelopen maanden van pro-regering naar neutraal is overgestapt, in brand te steken. Pathetisch vraagt de partijfunctionaris zich af hoe hij in zo’n gekkenhuis terecht is gekomen.
Paranoia
Vrijwel alle Sandinisten die tijdens de zeventiger jaren van de vorige eeuw een belangrijke rol hebben gespeeld in de revolutie, hebben zich tussen 1990 en nu afgekeerd van het Ortega-Murillo regime. Tegelijkertijd is het aantal hooggeplaatste kaderleden dat de afgelopen maanden opgestapt is, beperkt. Dat heeft zeker te maken met de consequenties die desertie voor zowel betrokkenen als familieleden heeft. Desondanks stapte een van de hoogste functionarissen begin januari op: Rafael Solis (foto), het hoofd van de Raad van State (Consejo de Justitia Superior), die tot voor kort tot de top vijf van machtigste mannen in Nicaragua gerekend werd. Zijn opstappen heeft de paranoia op topniveau een enorme impuls gegeven. Partij- en regeringsfunctionarissen hebben kort daarna een uitreisverbod gekregen. Jacinto Suárez Espinoza, het hoofd internationale betrekkingen van de Sandinistische partij FSLN, roept in zijn schrijven van 11 januari op tot het opsporen en vernietigen van alle krachten die uit zijn op het ondermijnen van de regering.
Spontaan
Het verzet tegen de staatsrepressie is spontaan van aard en breed van samenstelling. Los van de Sandinistische Hervormingsbeweging (MRS), die in 2016 uitgesloten was bij de verkiezingen maar bij eerdere verkiezingen nooit een factor van belang was, zijn er geen partijen die de afgelopen acht maanden leiding hebben gegeven aan het overwegend vreedzame volksverzet. Tegelijkertijd heeft een breed scala van maatschappelijke en politieke organisaties hun krachten gebundeld onder invloed van het barbaarse karakter van het regeringsoptreden. Zij maken zich sterk voor een serie elementaire eisen als vrijlating van de politieke gevangenen, vrijheid van meningsuiting en organisatie, respect voor de mensenrechten, herstel van de persvrijheid en vrije, democratische verkiezingen onder internationaal toezicht.
Non-interventie
Zowel oppositionele krachten van links (de bundeling van sociale bewegingen) als de nationale ‘blauwwit beweging’ (waar ook werkgevers en rechtse oppositiekrachten bij betrokken zijn) pleiten voor een sterkere diplomatieke betrokkenheid van Europa. Daarmee moet voorkomen worden dat Ortega naar zijn achterban goede sier maakt met zijn kruistocht tegen de interventiepolitie van Donald Trump (die retorisch naadloos aansluit bij zijn agitatie tegen honderd jaar interventiepolitiek van het VS-imperialisme). Internationaal is de Nicaraguaanse regering de afgelopen maanden onder steeds grotere druk komen te staan. Los van stalinistische partijen in de westerse wereld, een minderheid van Latijns-Amerikaans links en de regeringen van Cuba, Venezuela en Bolivia zijn er weinig landen die sympathiseren met de regering Ortega-Murillo. Tegelijkertijd kunnen we vaststellen dat landen als China, Rusland en Mexico niet meegaan in het opleggen van sancties, waarbij zij zich beroepen op het principe van non-interventie in de binnenlandse aangelegenheden van landen.
Reacties
Binnen de historische achterban van de Sandinisten zien we twee reacties. De eerste is er een van onzekerheid, schaamte en angst. Voor zover die gevoelens verwoord worden, richt de onvrede zich sterker op de rol van Rosario Murillo – een vrouw die binnen en buiten de partij gehaat wordt vanwege haar rücksichtslosheid en gebrek aan tact – en op het verticalisme, het gebrek aan inspraak van de basis, dan op het staatsgeweld en de mensenrechtenschendingen. De opvatting dat de andere kant (de demonstranten) ook geen lieverdjes zijn, wordt onderbouwd door te wijzen op het feit dat er ook twintig agenten omgekomen zijn tijdens de protesten. De witwaspropaganda van de regering – die erop neerkomt dat het aantal dodelijke slachtoffers veel lager ligt dat mensenrechtenorganisatie beweren en dat de helft van de slachtoffers regeringsaanhangers zouden zijn – lijkt in die zin effect te hebben op de eigen achterban. Positief is dat een merendeel van de Sandinisten die ik sprak er niets voor voelt om zich dood te vechten voor deze regering en terugtrekkende bewegingen maakt. Ze zijn ziek of misselijk, moeten voor hun moeder zorgen of zijn geblesseerd aan hun knie. Sandinisten die in gebieden wonen waar hun partij nooit sterk is geweest, voelen zich de underdog en vrezen voor hun toekomst en soms voor hun leven. Vooralsnog hebben ze daar weinig reden toe, omdat regeringstegenstanders zich tot nog toe doorgaans onthouden van geweld en terreur. Maar mede omdat hun eigen regering voor een lijn van confrontatie en terreur kiest, zijn zij bang voor wat komen gaat.
Lankmoedig
Eén familie vertelde me dat ze zich met volle overgave heeft aangesloten bij de paramilitairen. De para’s bestaan voor een belangrijk deel uit wat Marx het lompenproletariaat noemt: jonge mannen, soms uit de gevangenis gehaald, die voor een paar dollar bereid zijn om aan de repressie mee te doen en te moorden. Maar onder hen zitten ook mensen die overtuigd zijn van hun gelijk en die, zoals een vriendin zei, “met hun ogen dicht leven.” Volgens een paramilitair die ik sprak, waren veel problemen te voorkomen geweest als Ortega zich niet zo lankmoedig had opgesteld ten opzichte van de wegbezetters. Deze man was er met zijn drie zonen, allen voorzien van een Kalasjnikov, graag op afgestapt om daar een eind aan te maken. Dan was het nooit zo’n puinhoop in het land geworden. “Ongelukkig genoeg koos het hoofd van de politie in de regio Chontales voor een terughoudende opstelling, waardoor de blokkadebeweging vleugels kreeg en vele duizenden mensen daaraan mee gingen doen”, aldus de paramilitair.
Lees ook het tweede deel van deze rapportage over Nicaragua
Uit veiligheidsoverwegingen gebruikt de auteur een pseudoniem; echte naam is bij de redactie bekend. Om dezelfde reden zijn namen van gesprekspartners van de auteur achterwege gelaten.