Discussie over de geschiedenis van Paraguay
Het is moeilijk goed zicht op de geschiedenis van Paraguay te krijgen, want er is nog weinig serieuze geschiedschrijving, maar wel diep gewortelde mythevorming. De nationalistische en liberale mythes laten twee verschillende Paraguay’s zien. De nationale identiteit stoelt sterk op de nationalistische kijk op het verleden. Die visie is nog steeds dominant, maar mede door vernieuwingen in het onderwijs wat minder oorlogszuchtig en xenofoob.
“Het verleden bestaat in Paraguay niet als geschiedenis, maar als legende. Daarom hebben we geen historici, maar troubadours, emotionele zangers van epische verhalen, tranentrekkende gitaar spelende dichters van het verleden.” Dat schreef de Paraguyaanse advocaat en journalist Helio Vera in 1990. “Paraguay bestaat niet als geschiedenis, een ‘opeenvolging van onomkeerbare, onvoorziene grotendeels autonome gebeurtenissen’, maar eerder als een harmonieuze krachtige melodie, afgestemd op het getokkel van de luit en engelenfluiten, terwijl die muzikanten zo goed zijn als de aartsengel Gabriel of zo slecht als de duivel. Er is geen middenweg.”
Tirannen of weldoeners
Over belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen lopen de beoordelingen ver uiteen. Sommige machthebbers worden door de één tirannen en door de ander weldoeners genoemd. Pas sinds het einde van de dictatuur van Stroessner in 1989 wordt serieus historisch onderzoek gedaan. Eerder waren de archieven vanaf 1870 niet toegankelijk. De resultaten van nieuw onderzoek zijn nog maar weinig tot de politiek en een breder publiek doorgedrongen.
Eerst een kort overzicht van de geschiedenis vanaf de komst van de Spanjaarden, om – voor de mythen en discussies – wat houvast te hebben (zie ook jaartallenlijst aan het eind).
I. De koloniale periode (begin 16e eeuw-1811). Al snel merkten de Spaanse conquistadores dat er in het gebied van het huidige Paraguay geen goud en andere waardevolle grondstoffen te halen waren. Daarmee verloren ze hun belangstelling. Mede daardoor konden Jezuïeten hier – nogal autonoom van het Spaanse gezag – missieposten opzetten, op plaatsen waar een groot deel van de inheemse bevolking woonde. De weinige Spanjaarden vermengden zich in dit geïsoleerde gebied meestal met de inheemse bevolking. Het werd een bevolking van vooral mestiezen.
Trein en telegraaf
II. De nationalistische periode (1811-1870). Tijdens de Latijns-Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd vochten de ‘Paraguayanen’ zich vrij van de Spanjaarden en van het gezag in Buenos Aires. José Rodríguez de Francia werd aangesteld als dictator en hield het land met een sterk centraal gezag strak onder controle. Hij hield Paraguay zo gesloten mogelijk voor buitenlandse invloeden. Paraguay moest soeverein blijven tegenover de bedreigende grote buren Argentinië en Brazilië. Anders dan veel andere Latijns-Amerikaanse landen kende Paraguay een gesloten economie met veel staatsinvloed. Het stabiele regime wist burgeroorlogen te voorkomen, die veel andere landen toen teisterden.
Francia’s opvolger Carlos Antonio López (president 1844-1862) regeerde minder repressief en opende het land meer voor buitenlandse invloeden, vooral op technisch gebied. Paraguay ontwikkelde wat industrie en was het eerste Latijns-Amerikaanse land met trein- en telegraafverbindingen. Er kwam gratis onderwijs met leerplicht en er werden driehonderd scholen gebouwd. Carlos Antonio’s zoon en opvolger Francisco Solano López zette dit beleid voort, maar was vooral militair georiënteerd en ging minder voorzichtig om met de buurlanden. In de oorlog van de Triple Alliantie (1864-1870) werd Paraguay vernietigd door Argentinië, Brazilië en Uruguay. López stierf op het slagveld. Het was de bloedigste oorlog in Latijns Amerika in de negentiende eeuw. Zo’n tweederde van de Paraguayanen kwam om, van de volwassen mannen bijna 90 procent. Oorzaken en schuld van de oorlog werden onderwerp van hevige controversen (zie hieronder).
III. Politieke instabiliteit (1870-1954). Na die oorlog maakte Brazilië korte tijd de dienst uit. Paraguay werd opengesteld voor buitenlandse economische, politieke en culturele invloeden, zoals elders in Latijns Amerika al langer het geval was. Daarmee werd het ook afhankelijker van het buitenland. Paraguay beleefde bijna een eeuw politieke instabiliteit met hevige conflicten tussen twee partijen: Colorados (vooral grootgrondbezitters) en Liberalen (vooral handelaren). Er waren in 84 jaar niet minder dan 44 presidenten, van wie de helft is afgezet: op initiatief of met behulp van militairen en vaak door mensen van dezelfde partij. Paraguay won de Chaco-oorlog (1932-1935) tegen Bolivia, de ergste Latijns-Amerikaanse oorlog van de twintigste eeuw. Er vielen bijna honderdduizend doden.
Buit
IV. Dictatuur van generaal Stroessner (1954-1989). Met een staatgreep maakte generaal Stroessner in 1954 een einde aan de instabiliteit. Hij bleef tot 1989 aan de macht, destijds het langst van alle Latijns-Amerikaanse dictators en presidenten. Stroessner reageerde over een afgesloten land, steunend op militairen, de Coloradopartij en aanhangers die hij naar persoonlijke willekeur wel of niet liet meedelen in de buit. Daarbij was het onderscheid tussen staatseigendom en privé-eigendom van de dictator schimmig geworden. (Over deze dictatuur binnenkort een apart artikel).
V. Meer openheid en democratie (vanaf 1989). Sinds de val van Stroessner (afgezet door andere militairen) is Paraguay opener geworden. Het vormde samen met de vroegere vijanden Argentinië, Brazilië en Uruguay in 1991 het handelsblok Mercosur. Delen van het land zijn snel aan het moderniseren. Voor het eerst is Paraguay enigszins democratisch met min of meer vrije verkiezingen. Maar slechts één maal na 1947 waren de Colorados (de partij van Stroessner) niet aan de macht. Toen was er een enigszins linkse president, Fernando Lugo, die in 2012 op dubieuze wijze door het parlement werd afgezet. Met de erfenis van een lang autoritair verleden is het nog aanmodderen met de democratie.
Barbarij
Vooral de rampzalige Triple Alliantie-oorlog en de nationalistische periode daarvoor riepen hevige discussies op, die uiteindelijk uitmondden in één dominante visie op de geschiedenis en de Paraguayaanse identiteit. In het begin kreeg de later dominante nationalistische visie echter nog sterke concurrentie van de liberale visie op de geschiedenis.
Volgens liberalen rond 1900, zoals Cecilio Báez, was Paraguay in 1811 niet echt onafhankelijk geworden, maar geregeerd en geknecht door dictators als Francia en vader en zoon López. Deze tirannen sloten Paraguay af voor de wereld. Met hun autoritaire staat hadden ze vrije handel, internationale integratie van Paraguay en politieke, sociale en economische vooruitgang tegengewerkt. Ze hadden het volk arm en dom gehouden, ondanks de leerplicht en die driehonderd nieuwe scholen. Báez: “Er waren in Paraguay geen andere boeken dan catechismussen en devotieboeken. Pas na 1870 sloot Paraguay zich aan bij de beschaafde volken en kwamen er echte scholen waar het individu z’n geest verlicht.”
De ambitieuze dictator Francisco Solano López had met roekeloze buitenlandse inmenging de oorlog van de Triple Alliantie uitgelokt en daarmee Paraguay te gronde gericht. Báez: “Ieder mens met gezond verstand zal begrijpen dat López niet moest ingrijpen in het conflict tussen Uruguay en Brazilië en zeker geen oorlog uitlokken. Dat was de ontknoping van de Paraguayaanse tirannie. Het was het opofferen van een heel volk.” Liberalen als Báez zagen de openstelling van het land na 1870 als de overwinning van beschaving op barbarij. Vrijheid, internationale openheid en een goede grondwet waren in de plaats gekomen van tirannie, isolement en onderontwikkeling.
Verloren Paradijs
Tegenover deze liberale visie stond die van Juan O’Leary, een van de schrijvers van wat de ‘Generatie 900’ wordt genoemd. O’Leary bracht een compleet ander verhaal, een ‘patriottische geschiedenis”. De periode na 1811 was juist een voorbeeld van onafhankelijke ontwikkeling, welvaart, vooruitgang en harmonie. Eerst onder leiding van Francia als “vader van de natie” en daarna van Carlos Antonio López als “bouwer van de natie.” Francisco Solano López had de oorlog niet veroorzaakt, maar juist als held de natie tot zijn laatste snik tegen de buitenlandse agressie verdedigd. Hij was volgens O’Leary de personificatie van Paraguay. Ook soldaten, vrouwen en kinderen hadden zich met heldenmoed verweerd. Het Paraguyaanse volk was eigenlijk een “niet overwonnen verslagene.” O’Leary schreef ook: “Wij zijn meerdere malen verslagen. Maar wij zijn er trots op deze nederlagen te herinneren als waarlijk nationale glories.” Voor O’Leary en zijn medestanders was de nationalistische periode een Verloren Paradijs of een Gouden Tijdperk.
Superioriteit
Dat het Paraguayaanse volk tot zulk heldendom in staat was, was geen toeval. Paraguayanen behoorden immers tot het raza guaraní, ze waren afstammelingen van de inheemse Guaraníes en van de Spanjaarden, en dat gaf hen superioriteit. En ze spraken in meerderheid ook de taal Guarani. Zo waren ze een aparte natie, heel anders dan alle andere naties. Met hun ras, taal en heldhaftige geschiedenis hadden ze bijzondere kwaliteiten en kracht.
Deze nationalistische, nostalgische mythes over de geschiedenis overvleugelden spoedig de liberale interpretatie, zeker toen de Coloradopartij deze visie actief ging uitdragen. Ook meer linkse partijen namen deze ideeën over. Deze opvattingen kregen een enorme impuls door de Chaco-oorlog tegen Bolivia (1932-1935), die sterke herinneringen opriep aan de strijd tegen de Triple Alliantie. Weer moest de natie worden verdedigd tegen buitenlandse agressie, en opnieuw toonde het Paraguyaanse volk z’n heldenmoed. Ditmaal niet als onschuldig slachtoffer, maar als dappere overwinnaar.
“Hart en ziel van de natie’’
In 1936, kort na die oorlog, greep oorlogsheld generaal Rafael Franco de macht. Hij liet de vermoedelijke resten van Francisco Solano López overbrengen naar een nieuw Pantheon, als “Voorbeeldige Nationale Held.” Francisco zelf, zijn vader en Francia kregen de eretitel Illustere Held van de Natie. Daarmee was de nationalistische visie in feite de officiële visie geworden, waaraan de Paraguayanen hun identiteit konden ontlenen.
Na de overwinning van de Colorados in de burgeroorlog van 1947 kon die partij zich dit soort nationalisme helemaal toe-eigenen. Voor andere opvattingen was geen plaats meer, want volgens de leiders viel hun Coloradopartij samen met het Paraguyaanse volk. De visie werd tenslotte heilig verklaard tijdens de dictatuur van generaal Stroessner (1954-1989), ook van de Colorados. De dictator benoemde zichzelf tot “onvergankelijk erfgenaam van de stichters van de natie”, daarmee zijn eigen autoritaire systeem legitimerend, en tot “vertolker van het hart en de ziel van de natie.”
Schoolboeken
Het onderwijs bevorderde onder Stroessner dit nationalisme. De schoolboeken stimuleerden een identiteit die was gebaseerd op de etnisch-nationale homogeniteit van de raza guaraní, een xenofoob militarisme, met oorlogstaal en nadruk op nationale eenheid. Na de val van Stroessner in 1989 veranderde dat een beetje. Een commissie van Mercosur pleitte voor minder nationalistisch onderwijs.
Op sommige punten zijn schoolboeken voor het middelbaar onderwijs in Paraguay inderdaad veranderd. Er is veel minder aandacht voor oorlogen en militair heldendom en vijanden worden minder zwart gemaakt. De vriendelijke samenwerking van inheemse Guaranies en Spanjaarden uit de eerdere boeken heeft plaats gemaakt voor het verzet van de inheemsen tegen de Spanjaarden. Paraguay wordt niet meer zo etnisch-homogeen voorgesteld, ook de diversiteit onder bevolking wordt vermeld. Nationale soevereiniteit is nu ook te verenigen met regionale samenwerking.
Dominant
De gepresenteerde visie wordt echter nog steeds als enige waarheid gebracht. Leerlingen krijgen geen andere opvattingen te horen en ze leren niet kritisch naar verschillende visies kijken. Er is in de boeken nog steeds sprake van een Gouden Tijdperk vóór de Triple Alliantie-oorlog, al is de toon minder xenofoob geworden. En bij de Paraguayaanse identiteit hoort nog steeds een mestizo-afkomst. Inheemsen kunnen kennelijk nog steeds geen echte Paraguayanen zijn.
Er waait een beetje een nieuwe wind, mede door het onderwijs, maar de nationalistische interpretatie van de geschiedenis is nog steeds dominant. Dat is niet zo vreemd, want tot voor kort zijn de bewoners met deze visie zo geïndoctrineerd dat ze die ook hebben geïnternaliseerd. Het is voor hen de vanzelfsprekende en juiste kijk op hun geschiedenis en samenleving. Dat wordt bevorderd doordat de Colorados nog steeds de politiek domineren en de nationalistische visie niet wordt bestreden door de oppositiepartijen.
Het voortbestaan van deze visie komt ook doordat die aansluit bij en betekenis geeft aan twee ervaringen die de ontwikkeling van Paraguay sterk hebben bepaald: het langdurige isolement en de twee verschrikkelijke oorlogen. Twee andere belangrijke historische continuïteiten worden echter weggemoffeld: het koloniale patroon van afhankelijkheid van de export van primaire producten (nu vooral soja) en de politieke en economische machtsuitoefening door een kleine groep, waarbij de meeste Paraguayanen in de praktijk zijn uitgesloten.
* Het belangrijkste samenvattende boek van de nieuwe geschiedschrijving over Paraguay: Ignacio Telesca (red.), Historia del Paraguay, Asunción: Taurus en Santillana, 2010 (paar keer herdrukt en aangevuld), met auteurs uit Paraguay, Argentinië, Spanje, Engeland, Duitsland, Frankrijk en Verenigde Staten. Hierin een hoofdstuk over geschiedschrijving en visies op de geschiedenis.
* Veel teksten over en met verschillende visies in: Peter Lambert en Andrew Nickson (red.), The Paraguay Reader. History, Culture, Politics. Durham/Londen: Duke University Press, 2013.
Geschiedenis van Paraguay vanaf de Spaanse conquista in jaartallen
1537 | Spanjaarden stichten Asunción. |
1543 | Grote opstand van inheemse Guaraníes. Er volgen nog veel opstanden. |
1604 | Oprichting Jezuïetenprovincie Paraguay (veel groter dan huidige Paraguay). |
18e eeuw | Helft bevolking huidige Paraguay (van inheemsen 90 procent) leeft in reducciones (missieposten van Jezuïeten). |
1767 | Spaans gezag zet Jezuïeten het land uit. |
1776 | Paraguay valt niet meer onder Spaanse onderkoning in Lima, maar onder die in Buenos Aires. |
1811 | Paraguay onafhankelijk van Spanje en Buenos Aires. |
1812-1840 | Repressief, stabiel en afgesloten regime van dictator José Gaspar Rodríguez de Francía. Geen burgeroorlog, zoals in veel andere Latijns-Amerikaanse landen. Gesloten economie met veel staatsinvloed, anders dan in meeste LA-landen. |
1840-1862 | Carlos Antonio López president (vanaf 1844): minder repressief en opener naar buiten. Economische, technische en onderwijskundige vernieuwingen. |
1862-1870 | Francisco Solano López president (zoon van vorige). Zet beleid vader voort, maar minder voorzichtig in buitenlandse politiek. Loopt uit op Triple Alliantie-oorlog. |
1864-1870 | Oorlog tegen de Triple Alliantie (Argentinië, Brazilië, Uruguay). Tweederde van bevolking Paraguay komt om (90 procent van volwassen mannen). Verlies van vijfde deel van grondgebied. Nog ongeveer 200.000 inwoners over. |
1870-1876 | Brazilië installeert marionettenregime. Exportgericht beleid met veel invloed van buitenlandse bedrijven (uit Verenigde Staten en Europa), zoals in meeste LA-landen. |
1870-1954 | Politiek instabiel met hevige partijstrijd tussen Liberalen (vooral handel) en Colorados (grootgrondbezitters). Beide partijen in 1887 officieel opgericht. In die jaren 44 presidenten, van wie de helft afgezet, meestal door/met steun van militairen, vaak door mensen van dezelfde partij. Veel immigratie naar het ontvolkte land. |
1876-1904 | Colorados aan de macht: totaal 7 presidenten tussen 1886 en 1904. |
1904-
1936 |
Liberalen aan de macht: totaal 22 presidenten. |
1932-1935 | Chaco-oorlog tegen Bolivia. Aan beide zijden totaal bijna 100.000 doden. Paraguay verovert deel van Chaco-steppe op Bolivia. |
1936 | Staatsgreep van zgn. Febreristen door Chaco-oorlogsheld generaal Rafael Franco. |
1937 | Staatsgreep van liberaal-gezinde militairen. |
1940-1947 | Dictatoriaal bewind van generaal Morínigo. |
1947 | Zes maanden burgeroorlog tussen Democratisch Front (Liberalen, Communisten en Febreristen) en Colorado-georiënteerde regering. Regering (Colorados) wint. |
1954 | Staatgreep generaal Alfredo Stroessner. In 1950 1,3 miljoen inwoners. |
1954-
1989 |
Dictatuur van Stroessner. In zijn tijd langstzittende dictator en president in geschiedenis van Latijns Amerika. |
1989 | Stroessner afgezet door militairen, in ballingschap in Brazilië, sterft daar in 2006. |
1993 | Eerste min of meer democratische regering. Paraguay daarmee laatste land van Zuid-Amerika. Colorados blijven aan de macht. Minder isolement, sinds 1991 lid van handelsblok Mercosur. |
2008-2012 | Links georiënteerde Fernando Lugo wint presidentsverkiezingen. Eerste vreedzame regeringsovername door oppositie na verkiezingen in geschiedenis, eerste min of meer linkse president, voor het eerst na zestig jaar geen regering van Colorados. |
2012 | President Lugo op dubieuze gronden afgezet door parlement. Opgevolgd door Liberale vicepresident. Sinds 2013 met Horacio Cartes weer een Colorado-president. In 2012 6,5 miljoen inwoners (5 maal zoveel als in 1950). |
Deze bijdrage is onderdeel van de ‘Paraguay Special’, voorjaar 2017.