… Maar vertoont steeds meer dictatoriale trekken
In Haïti is 7 februari een bijzondere datum. In 1986 kwam op die dag met de val van Baby Doc een einde aan de jarenlange dictatuur van vader en zoon Duvalier. Sindsdien is het iedere vijf jaar de dag waarop een nieuwgekozen president wordt geïnstalleerd. De huidige president Moïse heeft formeel nog een jaar te gaan, maar vertoont steeds meer dictatoriale trekken. De oppositie wil dat hij opstapt.
Bij de voorbereiding van dit artikel bladerde ik terug door de stukjes die ik de afgelopen vijf jaar over de Haïtiaanse politieke en maatschappelijke ontwikkelingen geschreven heb. Niet direct iets om vrolijk van te worden. De titels zijn veelzeggend: “Haïtiaanse verkiezingen: geen mijlpaal”, en “Verkiezingen: herhaling van zetten”. Als het niet over (uitblijvende) verkiezingen gaat, zijn de onderwerpen bendegeweld, ontvoeringen en de keuze tussen blauwhelmen of een eigen leger. Is er nog wel iets nieuws over te vertellen?
Jazeker. Want het gaat de verkeerde kant op terwijl de rest van de wereld druk is met eigen problemen. Het bendegeweld en de ontvoeringen zijn niets nieuws. Halverwege het eerste decennium van deze eeuw was er veel gewapende strijd tussen aanhangers van verschillende politieke stromingen. Ontvoeringen waren aan de orde van de dag. Ik herinner mij dat vooral buitenlanders iedere dag een andere route naar hun werk namen, en ook nooit op een vast tijdstip van of naar huis gingen.
Wat nu anders is, is dat het niet meer uit lijkt te maken of je geld hebt: iedereen kan het slachtoffer van een ontvoering worden. Zoals de 22-jarige studente Evelyne Sincère. Haar ontvoering werd begin november haar dood omdat de familie de gevraagde driehonderd (!) dollar niet snel genoeg kon leveren. Ook bendes zijn in Haïti van alle tijden. Ze gebruiken geweld en afpersing om de controle over de buurt te behouden. Maar de laatste jaren hebben verschillende ongekend grote moordpartijen plaats gevonden, waarbij onschuldige wijkbewoners het slachtoffer werden: hun huizen in brand gestoken en veel mensen werden vermoord, onder wie ook kinderen. Getuigen vertellen over geüniformeerde strijders van wie het spoor richting politie en de paleisgarde leidt. Gestraft of berecht wordt niemand…
Regeren per decreet
En terwijl het land verder afglijdt blijft president Jovenel Moïse in het zadel. Wel steeds meer alleen en geïsoleerd. Na zijn met een jaar vertraagde installatie als president in februari 2017 zijn verschillende premiers en kabinetten elkaar in rap tempo opgevolgd. Begin 2019 leidde dit tot een impasse toen het parlement weigerde de voordracht van een nieuwe premier goed te keuren. Met als gevolg dat beoogd premier Jean-Michel Lapin nooit formeel benoemd werd en uiteindelijk in maart 2020 werd opgevolgd door Joseph Jouthe. Omdat president Moïse inmiddels per decreet regeerde (de Senaat en de Kamer van Afgevaardigden zijn ontbonden als gevolg van het uitblijven van verkiezingen) kon Jouthe, die al minister van Milieu en sinds september 2019 ook van Economische zaken en Financiën was, zonder ogenschijnlijk probleem benoemd worden.
Ogenschijnlijk, want de oppositie eist al twee jaar het aftreden van Moïse: hij wordt beschuldigd van fraude en corruptie. Hij zou, samen met andere ondernemers, in de jaren voordat hij aantrad als president onterecht geprofiteerd hebben van de Petrocaribe fondsen, die bedoeld waren om bij te dragen aan de sociaaleconomische wederopbouw na de zware aardbeving in 2010.
De internationale gemeenschap, vertegenwoordigd in de Core Group (bestaande uit vertegenwoordigers van de Verenigde Naties en de Organisatie van Amerikaanse Staten, de ambassadeurs van de Europese Unie en landen als de Verenigde Staten, Brazilië en Canada), dringt al langere tijd aan op verkiezingen. De oppositie en een groot aantal maatschappelijke organisaties zien op dit moment niets in verkiezingen en zijn voorstander van een nationale dialoog, zónder president Moïse. Zij vinden dat de onveilige situatie en de huidige problemen met de registratie van de kiezers vrije en eerlijke verkiezingen in de weg staan. En hoewel het plan van een grondwetsherziening breed wordt gedragen, is de oppositie het niet eens met het huidige proces. Doordat het parlement ontbonden is, is ook de parlementaire commissie ontbonden die voorstellen voor de grondwetswijzing moest doen, en heeft de president het gehele proces naar zich toegetrokken.
De president trekt zich van alle kritiek weinig van aan en heeft begin januari de data van de verkiezingen bekend gemaakt. Op 25 april wordt eerst een referendum gehouden over de herziene grondwet. Op 19 september volgt dan de eerste ronde voor de presidentsverkiezing en wordt ook voor het parlement gestemd. Op 21 november wordt dan de tweede ronde gehouden en vinden ook verkiezingen voor de gemeenteraad en andere lokale ambten plaats.
Vijftig jaar cel voor brandende autoband
Maar de onvrede groeit. Veel Haïtianen zijn bang dat het land onder leiding van Moïse afglijdt naar een dictatuur. Hij regeert inmiddels een jaar per decreet en met name in de laatste maanden van 2020 nam hij een aantal verontrustende besluiten. Zo creëerde hij het Agence Nationale d’Intéligence, een landelijke inlichtingendienst, en kondigde hij een decreet af voor de versterking van de publieke veiligheid. Beide decreten betekenen dat demonstranten die autobanden in de fik steken, een vertrouwd protestmiddel in Haïti, beschuldigd kunnen worden van een terroristische daad met de mogelijkheid van dertig tot vijftig jaar gevangenisstraf. Daarnaast wordt de rekrutering van soldaten uitgebreid, terwijl er voor de slecht toegeruste politie geen middelen beschikbaar zijn. Paramilitaire groepen, zeer actief rond 2004, duiken opnieuw op.
Ook de Core Group maakt zich nu zorgen. Volgens de groep lijken de twee decreten niet te stroken met enkele fundamentele principes van democratie, de rechtsorde en de burgerlijke en politieke rechten van de bevolking. De Core Group benadrukt het belang van een volksvertegenwoordiging en roept op tot parlementsverkiezingen zodra aan de voorwaarden voor democratische verkiezingen is voldaan. Dat schiet bij de algemeen secretaris van de ministerraad, Rénald Lubérice, in het verkeerde keelgat. Hij twittert: “We hebben al genoeg gezien en meegemaakt. Van onze vrienden kunnen we advies ontvangen. Maar geen lessen. Alle lessen uit het verleden waren slecht. Als je daar nog aan twijfelt, bewonder dan de huidige resultaten.” Premier Jouthe reageert diplomatieker en zegt dat hij ervan overtuigd is dat de Core Group zal blijven helpen bij de bestrijding van de gewapende bendes, omdat het deze laatste zijn die het de Haïtiaanse regering onmogelijk maken om beter te presteren op het gebied van mensenrechten.
‘Geen carrière als dictator’
De minister van Buitenlandse Zaken, Claude Joseph, verklaart dat het kabinet zich over de zorgen van de Core Group zal buigen en benadrukt dat de president, nu het einde van zijn termijn in zicht is, zeker geen carrière als dictator gaat beginnen. Volgens Joseph is de bevolking de wanhoop nabij en wordt zij opgejaagd door gewapende bendes. Het is de taak van de overheid om de bevolking te beschermen, vandaar deze zware maatregelen, vergelijkbaar met de Amerikaanse Patriot Act in reactie op de aanslagen van 11 september 2001. Het Haïtiaanse dagblad Le Nouvelliste concludeert op basis van Joseph’s opmerkingen dat de regering bereid is aanpassingen te overwegen. Maar constateert ook dat dit in directe tegenstelling staat tot eerdere uitspraken van de president: “Als ik een besluit neem, dan neem ik dat als hoofd van de staat, als president van de republiek! Al mijn besluiten worden genomen in het belang van het volk.”
Belang van het volk
Op 12 januari was het elf jaar geleden dat een zware aardbeving de hoofdstad Port-au-Prince en omliggende plaatsen verwoestte. Naar schatting meer dan 200.000 mensen op tien miljoen inwoners verloren het leven en meer dan een miljoen Haïtianen raakten dakloos. Vanuit de hele wereld stroomden hulpverleners en fondsen toe en het toverwoord werd “Building Back Better” (Beter Terugbouwen). Er is weinig van terecht gekomen. Er leven nog altijd 50.000 mensen in kampen. Honderdduizenden anderen hebben rond de stad zelf hutjes en huisjes opgetrokken en wonen zonder voorzieningen als water en elektriciteit; van beter terugbouwen is geen sprake.
Bendes, ontvoeringen, covid-19, waar te beginnen? Betrokken Haïtianen blijven werken aan een nieuwe staat waar rechtsorde en gerechtigheid centraal staan, waar het geweld aan banden wordt gelegd. Een staat waar de constatering van misbruik van overheidsfondsen, fraude en corruptie tot vervolging en berechting leidt. Waar een nationale dialoog voorafgaat aan open, vrije en veilige verkiezingen. Waar het belang van het volk meer is dan alleen woorden.