Cultuur van straffeloosheid in Paraguay moet veranderen
In Paraguay wordt geweld tegen, en zelfs moord op vrouwen, zelden bestraft. Ook maatregelen als huis- en contactverboden bieden weinig bescherming. Een nieuwe Wet Integrale Bescherming tegen Geweld tegen Vrouwen biedt meer mogelijkheden. Maar ook die zal pas echt effectief worden als de diep verankerde structurele machtsverschillen tussen mannen en vrouwen en de patriarchale cultuur worden aangepakt.
Tussen januari en begin maart 2017 zijn in Paraguay dertien gevallen van extreem geweld tegen vrouwen officieel gerapporteerd die eindigden met de dood van het slachtoffer. Dat betekent dat er elke vier dagen een vrouw wordt vermoord – en dan halen niet eens alle gevallen van feminicide (vrouwenmoord) de statistieken. Afgelopen jaren heeft een aantal voorbeeldzaken, zoals de moord op Sonia Trotte (die 22 jaar lang was mishandeld) in 2011, geholpen het thema op de agenda te krijgen. Sindsdien wordt een debat gevoerd over hoe geweld tegen vrouwen effectief teruggedrongen kan worden en hoe mannen en vrouwen in gelijke mate toegang tot het recht kunnen krijgen. Daarbij is de bijdrage van vrouwenorganisaties en mensenrechtenorganisaties cruciaal geweest. Zij hebben zowel het institutioneel geweld in de samenleving als alle vormen van discriminatie waaraan vrouwen en meisjes voortdurend worden blootgesteld, aan de kaak gesteld.
Stigmatisering
Zorgwekkend blijft dat per noodverordening opgelegde beschermende maatregelen falen. In de meerderheid van de gevallen waarbij geweld eindigde in vrouwenmoord, gold voor de man een ‘verbod om het huis te betreden’ bij een formeel nog getrouwd of samenwonend paar, of een ‘verbod op toenadering’ bij ex-partners. Met andere woorden, vrouwen worden niet beschermd door de hiervoor opgerichte instituties, niet door het recht en kunnen niet leven zonder angst voor geweld. Bovendien hebben vrouwen structureel minder politieke en economische macht en hebben ze te maken met schaamte en stigmatisering over wat hen is aangedaan. Dat zorgt er weer voor dat de geweldscyclus niet wordt doorbroken.
Als een vrouw een beroep doet op de rechtspraak, hoopt ze op bescherming in een geweldssituatie waarin ze zich bevindt. Halfslachtige maatregelen kunnen er toe leiden dat ze zich uiteindelijk zelfs zwakker voelt staan, wat het geweld tegen haar verergert en de agressor sterkt in zijn daden.
Afwezige overheid
De eind 2016 aangenomen ‘Wet voor Integrale Bescherming tegen alle vormen van Geweld tegen Vrouwen’ geeft vrouwen een belangrijk instrument in handen om nakoming te eisen van de internationale verdragen die Paraguay heeft ondertekend om geweld tegen vrouwen zichtbaar te maken, terug te dringen en te bestraffen om zodoende het verwoestende effect van dit geweld op de samenleving te stoppen. Onder deze wet, waarin alle aspecten van geweld aan bod komen en die geweld benadert als een structureel probleem, kan moord op een vrouw omdat ze een vrouw is, bestraft worden met tien tot dertig jaar gevangenisstraf. Ook ziet de wet de afwezigheid van tegen vrouwen gericht geweld als een mensenrecht dat gegarandeerd zou moeten worden door de staat, door middel van beleid dat rekening houdt met alle specifieke omstandigheden van vrouwen in geweldssituaties.
Het aannemen van een dergelijke wet zal echter niet voldoende zijn om feminicide te stoppen. Daarvoor zal het collectieve bewustzijn doordrongen moeten raken van de negatieve gevolgen van een patriarchale cultuur waarin vrouwen privé-eigendom zijn van mannen. Deze cultuur heeft al eeuwenlang de overheersing van mannen over vrouwen gelegitimeerd en vrouwen ondergeschikt gemaakt met alle gevolgen van dien voor de keuzes die zij kunnen maken rond hun eigen levens. Dat heeft geleid tot acceptatie van geweld tegen vrouwen, door het slachtoffer zelf en door haar familie en vrienden, alsmede tot een onverschillige samenleving en een afwezige overheid. Zo bleef in Paraguay het geweld tegen vrouwen gerechtvaardigd en daarmee een cultuur van straffeloosheid.
Diepgeworteld
Alleen formele gelijkheid, uitgedrukt in algemene, abstracte en zogenaamd neutrale formuleringen zal de rechten die mensen toekomen nooit daadwerkelijk voor hen toegankelijk maken. Daarom is het belangrijk dat de formele gelijkheid tussen man en vrouw, zoals gesteld in de grondwet, wordt omgezet in substantiële gelijkheid, in concrete daden. Dat vereist noodzakelijkerwijs een diepgaand veranderingsproces omdat de ongelijkheid diepgeworteld is.
Het gaat hier niet over gelijke mogelijkheden voor mannen en vrouwen, maar veel meer over gelijke uitkomsten. Daarbij dient rekening gehouden te worden met de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen én de verschillen gebaseerd op stereotypen die de maatschappij en cultuur hebben gecreëerd en die vrouwen veroordeelt bepaalde rollen te vervullen. Voor veel Paraguayanen geldt bijvoorbeeld nog steeds dat de man ‘zeggenschap heeft’ over het lichaam van zijn partner. Ook de samenleving als geheel gaat ervan uit dat een vrouw geen ‘nee’ kan zeggen tegen haar partner op seksueel gebied. Deze opstelling berooft vrouwen van zelfbeschikking over hun eigen lichaam waardoor aanranding en verkrachting vaak niet als misdrijven gezien of erkend worden. Het aanhoudende geweld tegen vrouwen en meisjes blijft volgens Amnesty onbestraft en dat dwingt de Paraguayaanse samenleving na te denken over wat er dagelijks gebeurt in het land. “We moeten er bewust van raken dat de enige manier om deze plaag te stoppen is door preventieve maatregelen en door de problemen ook als onze eigen problemen te gaan zien. Bij zoveel geweld kunnen we niet langer onverschillig of afstandelijk blijven”, aldus de mensenrechtenorganisatie.
Vertaald uit het Spaans en enigszins bewerkt door Frank Bron
(foto’s: vrouwenstaking Paraguay, 8 maart 2017)
Deze bijdrage is onderdeel van de ‘Paraguay Special‘, voorjaar 2017.