Delegatie vraagt in Nederland aandacht voor 43 ‘verdwenen’ Mexicaanse studenten
Een delegatie uit Ayotzinapa bezocht in mei Nederland om aandacht te vragen voor de verdwijning van 43 Mexicaanse studenten in september 2014. De delegatieleden veroordelen de wijze waarop de Mexicaanse regering met de zaak omgaat. Ze hopen te voorkomen dat hun verhaal ook in Europa in de doofpot verdwijnt, omdat Europese landen vanwege economische belangen zwijgen over mensenrechtenschendingen.
Op vrijdag 26 september 2014 protesteerde een groep studenten van de lerarenopleiding uit Ayotzinapa in de Mexicaanse deelstaat Guerrero tegen de verkiezingsactiviteiten van de vrouw van de burgemeester van de stad Iguala. Ze wilde haar man opvolgen die zich niet herkiesbaar zou stellen, omdat hij in 2015 in het nationale parlement gekozen wilde worden. Na het protest reden de studenten in bussen door Iguala. Opeens opende de politie het vuur op de studenten: 25 studenten raakten die avond gewond. Een deel van de studenten, totaal 43, werd vervolgens meegenomen door de politie.
Vuilnisbelt
De burgemeester van Iguala had de politie opdracht gegeven voor het aanvallen en oppakken van de studenten. Politieagenten droegen de studenten vervolgens over aan de drugsbende Guerreros Unidos. Sindsdien ontbreekt ieder spoor. De burgemeester en zijn vrouw zijn in november 2014 in opdracht van het Openbaar Ministerie opgepakt op verdenking van betrokkenheid bij het laten verdwijnen van de studenten. De politiechef van Iguala zit ook vast wegens het overdragen van de studenten aan de drugsbende. Inmiddels hebben drie opgepakte leden van het drugskartel verklaard dat ze de studenten hebben vermoord en hun lichamen hebben verbrand op een vuilnisbelt. Uit de daar gevonden menselijke resten is tot nu toe één student geïdentificeerd.
De Mexicaanse regering beschouwt hiermee de zaak als opgelost en heeft deze gesloten. Volgens de officiële versie van de Mexicaanse staat zouden de studenten banden hebben met drugshandelaars. De autoriteiten volgen de verklaring van de drie kartelleden dat alle studenten zijn gedood.
Straffeloosheid
Volgens Román Hernández, advocaat van het Centrum voor Mensenrechten van Tlachinollan en lid van de delegatie, worden in Mexico mensenrechten structureel geschonden. Daders worden zelden gestraft. Onderzoekers van de universiteit van Puebla hebben landen gerangschikt naar de kans op straffeloosheid. Mexico staat op een bedroevende tweede plaats, na de Filippijnen.
Het is bewezen dat er verbanden bestaan tussen overheden en criminele groeperingen. Daardoor is de Mexicaanse staat betrokken bij het overal voorkomende geweld en mist de staat de capaciteit en de bereidheid om mensenrechten te garanderen. Door dit klimaat van geweld, structurele schending van de mensenrechten én straffeloosheid kun je risicoloos tegenstanders vermoorden. Dit is een bedreiging voor bijvoorbeeld inheemse gemeenschappen, die in conflict zijn met multinationale ondernemingen over land of grondstoffen. Mensen die zich kritisch opstellen, zijn hun leven in Mexico niet zeker.
Forensisch team
De delegatie uit Ayotzinapa bestond uit drie personen: Eleucadio Ortega Carlos, vader van Mauricio Ortega Valerio (één van de 43 verdwenen studenten), Omar García, medestudent van de lerarenopleiding in Ayotzinapa, en de eerder genoemde advocaat Román Hernández. Tussen 17 april en 19 mei bezochten ze twaalf Europese landen, waaronder Nederland, om de Europese regeringen te wijzen op de ernstige mensenrechtenschendingen in Mexico. In Nederland was de delegatie aanwezig bij een protestmars in Amsterdam.
In het Academiegebouw van Universiteit Leiden vertelden de drie hun verhaal. Daarbij leverden ze scherpe kritiek op de Mexicaanse regering. Ze zijn het niet eens met de beslissing van de regering om de zaak te sluiten, terwijl het onderzoek naar de verdwijning nog loopt. Een forensisch team uit Argentinië is nog volop bezig met onderzoek. De Inter-Amerikaanse Mensenrechtencommissie (CIDH) besloot in februari een internationaal onderzoeksteam te sturen. Op grond van de bevindingen vroeg de commissie de regering het onderzoek te heropenen. Maar de Mexicaanse staat weigert dat. De familieleden stellen dat de regering geen verantwoordelijkheid neemt.
Gecriminaliseerd
De delegatie is verontwaardigd dat de Mexicaanse regering de studenten heeft gestigmatiseerd: de studenten zouden banden hebben met drugshandelaren. De regering blijft dit als een ‘feit’ verspreiden via de pers en diplomatieke kanalen. Veel landen nemen dat nu als ‘waarheid’ aan. Student Omar García: “Tot vandaag is het idee dat de studenten drugshandelaren zijn nog niet verdwenen, hoewel deze ongefundeerde beschuldiging niet waar is. Ze zijn vanaf begin gestigmatiseerd en gecriminaliseerd. Mexico gebruikt de drugsoorlog als dekmantel voor de verdwijning van de studenten. De studenten van de lerarenopleiding van Ayotzinapa stelden zich kritisch op tegenover de regering.” De studenten werden door de burgemeester van Iguala als lastig gezien, omdat ze protesteerden tegen de politieke activiteiten van zijn vrouw.
Ook is de delegatie het niet eens met het gebruik door de regering van het woord ontvoering als reden van verdwijning, terwijl het hier gaat om het definitief laten verdwijnen van mensen. Er zijn geen aanwijzingen voor ontvoering, zoals het vragen van losgeld aan de families. De delegatieleden vinden dat het huidige klimaat met veel ontvoeringen in Mexico wordt gebruikt om te maskeren dat de studenten opzettelijk zijn verdwenen omdat ze kritiek durfden te uiten.
Eleucadio Ortega, vader van de verdwenen student Mauricio Ortega Valerio, stelt dat de Mexicaanse regering de spot drijft met de families van de verdwenen studenten: “In Mexico bestaat geen rechtvaardigheid voor de armen”. De regering heeft diverse ouders gevraagd om lichamen te accepteren uit massagraven in de buurt van Iguala, alsof die van hun kinderen zouden zijn. Het Argentijnse forensisch team heeft echter vastgesteld dat deze menselijke resten niet van de verdwenen studenten zijn. Daarom zeggen de familieleden: “We willen ze levend terug”.
Daarnaast twijfelen de familieleden aan de waarde van de bekentenissen van de opgepakte kartelleden. De verhoorde mannen werden aan de media getoond met zichtbare tekenen van marteling. Dit impliceert dat ze bij het onderzoek zijn gemarteld. Op basis van deze ‘bekentenissen’ en het identificeren van slechts één van de studenten tussen de gevonden menselijke resten op de vuilnisbelt ziet de Mexicaanse regering geen reden meer om de zaak verder te onderzoeken.
Protestmarsen
Door dit alles hebben de familieleden geen enkel vertrouwen meer in de Mexicaanse autoriteiten. Alleen internationale druk kan nog helpen. De delegatie uit Ayotzinapa vraagt de Europese bevolking om haar regeringen te verzoeken de officiële versie van de Mexicaanse regering over de verdwijning van de studenten niet klakkeloos te accepteren. De delegatieleden willen dat er geluisterd wordt naar de versie van de getuigen en familieleden. Tijdens hun reis door Europa hebben ze veel steun ervaren. Ook in Mexico is dit het geval. Daar zijn enorme protestmarsen gehouden om de huidige geweldscrisis en de sociaal-politieke problemen van het land aan te kaarten.
Advocaat Hernández stelt dat als Europese regeringen de officiële Mexicaanse versie accepteren zonder vragen te stellen, omdat ze graag handel drijven met Mexico, die regeringen medeplichtig zijn aan de schending van mensenrechten. Daarom moet de samenleving druk uitoefenen op de regeringen. De Mexicaanse staat houdt het beeld op van een democratisch land dat de mensenrechten respecteert en investeringen van bedrijven garandeert. Volgens de delegatie zijn er Europese landen zijn, zoals Frankrijk, die openlijk de Mexicaanse versie van de verdwijning van de studenten steunen.
De delegatie vindt het cruciaal dat er vanuit het buitenland druk wordt uitgeoefend als landen mensenrechten schenden. Landen zouden onderhandelingen over handel en diplomatiek contact met Mexico kunnen inzetten als drukmiddelen. Als er geen garanties zijn dat de families achter de waarheid kunnen komen, omdat de beschikbare onderzoeksinstrumenten niet gebruikt worden en de internationale gemeenschap de andere kant op kijkt, kunnen mensenrechtenschendingen overal plaatsvinden zonder dat er recht wordt gedaan.