80 jaar nadat in Guatemala de periode aanbrak die de “tienjarige lente” wordt genoemd, een periode ingeluid met het aantreden van de eerste democratisch gekozen president, de hervormer Juan José Arévalo, was daar in 2023 plotseling zijn zoon: Bernardo Arévalo. De zoon had onmiskenbaar het idealisme en gevoel voor sociale rechtvaardigheid van zijn vader geërfd maar hij liep al tegen de zestig toen hij politiek actief werd. Mogelijk wist hij te goed wat de huiveringwekkende gevolgen konden zijn.
Tot verassing van velen en tot frustratie van de zittende macht, die alles uit de kast haalde om hem tegen te houden – maar het was te laat – won Bernardo Arévalo de presidentsverkiezingen en werd hij begin 2024 geïnaugureerd. Voor veel Guatemalteken gloort er hoop, hoop op een nieuwe democratische lente.
Dit zou zomaar het begin van een roman van Gabriel García Márquez kunnen zijn, maar het is wat zich onlangs daadwerkelijk in Guatemala voltrok. Al zit er tachtig jaar tussen, er zijn historische parallellen tussen het presidentschap en de agenda van vader en zoon Arévalo. Dit artikel zoekt naar historische parallellen en kijkt vooruit: zal Bernardo erin slagen om een nieuwe democratische lente in Guatemala te realiseren? De verwachtingen zijn hoog, de uitdagingen immens.
Landroof en uitbuiting
Om te begrijpen in welke situatie zowel vader als Arévalo aan de macht kwamen, gaan we in vogelvlucht door de door de geschiedenis van Guatemala. Slechte behandeling van de omvangrijke inheemse bevolking is daarin een rode draad .
Toen het land in 1848 onafhankelijk werd, na drie eeuwen Spaanse overheersing, werd het voor de oorspronkelijke bevolking, de Maya’s, niet beter. De economie steunde op grootgrondbezit en uitbuiting van de Maya’s die als goedkope arbeidskracht werden ingezet op de landbouwgronden waarvan zij eerst verdreven waren. Een kleine kliek nazaten van de Spanjaarden “bestuurde” het land met de nodige onderlinge twisten en staatsgrepen, en de Maya’s waren compleet rechteloos. Aan het eind van de negentiende eeuw kwam steeds meer landbouwgrond in buitenlandse handen en de landbouw en daarmee de uitbuiting werd nog grootschaliger. Multinationals, met name de United Fruit Company uit de VS, kregen steeds meer te zeggen in het land. Guatemala wordt een “bananenrepubliek”. Achtereenvolgende dictators danken hun positie vooral aan hun onvoorwaardelijke steun aan de United Fruit Company. Dit ging gepaard met militarisering waarbij het leger werd ingezet om sociale onrust te beteugelen.
Vanaf 1931 maakt dictator (en generaal) Ubico het nog bonter dan zijn voorgangers. Hij treedt uiterst repressief op tegen vakbonden: honderden vakbondsleiders worden gefusilleerd. De inheemse bevolking krijgt te maken met vergaande beperkingen, met dwangarbeid en wrede straffen als je niet kan aantonen voldoende gewerkt te hebben. Om inflatie te bestrijden verlaagt Ubico de toch al miserabele lonen met soms wel 50%. Ubico regeert met ijzeren vuist als alleenheerser, hij waant zich letterlijk Napoleon. Dit totalitaire regime is niet alleen genadeloos voor de inheemse bevolking maar leidt breed onder de bevolking tot onvrede. In 1944 slaagt een groep jonge mensen erin om Ubico af te zetten en verkiezingen uit te schrijven. Het zijn progressieve militairen, intellectuelen, studenten en arbeiders. Dit staat in Guatemala bekend als de ‘Oktoberrevolutie’.
De vader
Juan José Arévalo, afkomstig uit een middenklasse familie, was tot 1944 filosoof en leraar. Hij leefde vanwege de Ubico-dictatuur in ballingschap maar keerde terug naar zijn land voor de Oktoberrevolutie; hij wilde meebouwen aan een ander Guatemala. Eén van de politieke bewegingen betrokken bij de revolutie schoof Arévalo naar voren als presidentskandidaat bij de eerste vrije verkiezingen. Arévalo had duidelijke ideeën over de veranderingen die nodig waren en won de verkiezingen met overweldigende meerderheid. Eenmaal gekozen zette hij al snel allerlei hervormingen in gang met als belangrijkste
landbouwhervorming, invoering van werknemersbescherming, verbetering van het onderwijssysteem en opbouw van de rechtsstaat. Arévalo werd er door zijn tegenstanders van beticht een marxist te zijn, maar hij keerde zich juist tegen het marxisme, hij was niet radicaal, eerder een liberaal en een democraat.
De middenklasse in de steden merkte al snel verbetering, maar bij de landbouwhervormingen kreeg Arévalo te maken met taaie tegenwerking van de grootgrondbezitters, de United Fruit Company voorop. Het was de beginperiode van de koude oorlog en United Fruit suggereerde dat de Sovjet Unie achter de hervormingen zat. Met medewerking van de CIA werd daarom meer dan dertig keer een aanslag op het leven van Arévalo beraamd in de zes jaar die zijn presidentschap zou duren. Alle pogingen werden verijdeld maar Arévalo’s regering kreeg het niet voor elkaar om de weerstanden te doorbreken en de situatie voor de inheemse bevolking te verbeteren.
Staatsgreep met steun van de VS
Het uitblijven van resultaten voor de Maya’s maakte dat Arévalo bij de volgende democratische verkiezingen niet werd herkozen. Zijn opvolger, Jacobo Arbenz, was wel een bondgenoot; hij was Arévalo’s voormalige minister van defensie en één van de jonge militairen die eerder betrokken waren bij de Oktoberrevolutie. Hij zette het beleid met hernieuwde inzet voort en besloot tot onteigening van alle landbouwgrond die niet werd gebruikt. De landeigenaars zouden netjes gecompenseerd worden en de landbouwhervorming bleef binnen een kapitalistisch economisch model. Toch werd het door de grootgrondbezitters afgeschilderd als gevaarlijk communisme.
Met dit verhaal over “gevaarlijk communisme” slaagde United Fruit erin om Eisenhower en zijn regering voor hun belangen te winnen. De Amerikaanse regering zette een lastercampagne op tegen Arbenz. Met ‘fakenieuws’ werd de dreiging die uitging van de regering Arbenz dusdanig opgeblazen dat dit in 1954 inmenging van de Amerikanen rechtvaardigde door het steunen van een militaire staatsgreep die de democratische regering verjoeg. President Arbenz, vluchtte naar het buitenland. Arévalo verbleef ten tijde van de staatsgreep toevallig in het buitenland en keerde niet terug.
Het boek ‘Bittere Tijden’ van Mario Vargas Llosa verhaalt over dit turbulente hoofdstuk in de Guatemalteekse geschiedenis. Deze militaire staatsgreep is niet alleen een ingrijpende gebeurtenis in de Guatemalteekse geschiedenis maar een keerpunt in de Koude Oorlog die vanaf dan grimmiger wordt. De VS zou vanaf dit moment vaker met openlijke of verborgen acties ingrijpen in haar ‘achtertuin’ Latijns Amerika om echte – of vermeende – communistische invloed te bestrijden.
Dictatuur en burgeroorlog
In 1954 komt de tienjarige lente ten einde en van hervormingen is geen sprake meer. Guatemala wordt een militaire dictatuur waar de VS nog decennia lang een stevige greep op houdt. Vader Arévalo zou nog tientallen jaren in ballingschap blijven en heeft zijn kinderen altijd voorgehouden dat ze nooit de politiek in moeten gaan. Zijn zoon Bernardo wordt in 1958 in Uruguay geboren
In Guatemala nemen intussen linkse rebellengroepen de wapens op tegen de machthebbers, een burgeroorlog breekt uit die 36 jaar zal voortslepen. De strijd kenmerkt zich door enorme repressie van de militaire regeringen. Het geweld richt zich ook en vooral tegen de ongewapende inheemse bevolking met als dieptepunt een genocide begin jaren ’80. Er vallen dan 150.000 a 200.000 doden en 45.000 mensen raken vermist.
Drugs en mijnbouw
Ondanks een formeel herstel van de democratie halverwege de jaren 80 en een vredesproces dat in 1996 met een akkoord wordt besloten, blijft Guatemala één van de meest straffeloze en gewelddadige landen in Latijns Amerika. De moeizame opbouw van democratische instituties wordt belemmerd door oude en nieuwe economische elites die belang hebben bij een zwakke en corrupte overheid. Een belangrijke nieuwe factor zijn de drugsbendes die de dienst zijn gaan uitmaken in het land en extreem geweld niet schuwen. Ook heeft een ander type multinational Guatemala ontdekt: mijnbouwbedrijven die uit zijn op de vele natuurlijke hulpbronnen waarover het land beschikt, onder meer goud, zilver en nikkel. Als vanouds wordt de Maya-bevolking van hun gronden verjaagd en daarbovenop komt de enorme milieuschade en aantasting van waterbronnen die met de mijnbouw gepaard gaat. De inheemse bevolking is wederom de dupe.
Corruptie
Ondanks speciale VN-missies die de democratische rechtsstaat moesten versterken en de straffeloosheid aanpakken is de rechtsstaat de laatste decennia afgebrokkeld en zakt Guatemala steeds verder af in de richting van een autocratie. De machthebbers romen steevast zeker 30% van de overheidsbegroting af voor persoonlijke verrijking. Een corrupte kiesraad moet bepalen wie er wel en niet mogen meedoen aan verkiezingen.
In 2015 kwam de bevolking daartegen in opstand, met langdurige en massale protestacties tegen de corrupte machthebbers. Dat gebeurde nadat een enorme fraude in het Instituut voor Sociale Zekerheid aan het licht was gekomen. Het resultaat van die actie was dat toenmalig president Otto Pérez Molina aftrad en voor die feiten in de cel belandde. Dat was een hoopvol succes maar tot verdere verbeteringen kwam het niet ook al bleven protestbewegingen actief.
Progressieve presidentskandidaten die beloofden de corruptie te bestrijden en ongelijkheid aan te pakken, werden op voorhand uitgesloten van deelname aan verkiezingen op basis van verzonnen procedurefouten en andere vage aanklachten. Bij de laatste verkiezingen in 2023 overkwam dat bijvoorbeeld de inheemse Thelma Cabrera. Met haar boodschap over moeder aarde die aansluit bij de internationale klimaatbeweging en haar socialistisch-inheemse Beweging voor de Bevrijding van de Volkeren (MLP) kreeg ze veel steun vanuit de inheemse bevolking. Guatemala is nog altijd voor ongeveer 50% inheems wat synoniem is aan straatarm en achtergesteld. Dat is een enorme potentiële achterban en een grote bedreiging voor de elite.
De zoon
Bernardo Arévalo had een lange carrière als diplomaat en wetenschapper achter de rug toen hij het advies van zijn vader in de wind sloeg en politiek actief werd. In 2015 neemt hij deel aan de protesten en raakt vervolgens betrokken bij een nieuwe politieke beweging met sociaaldemocratische en groene idealen: Semilla. Uit die beweging ontstaat de politieke partij Semilla waarvoor Arévalo in 2020 in het parlement belandt. Als de partij hem in 2023 tot presidentskandidaat benoemt lijkt dat met populariteitscijfers van 0,7% aanvankelijk weinig voor te stellen. Ook de corrupte machthebbers zien geen bedreiging in hem waardoor ze niet op het idee komen om hem tijdig uit te schakelen.
Mede omdat andere progressieve kandidaten één voor één zijn uitgeschakeld, stijgt de populariteit van Arévalo vlak voor de verkiezingen plotseling als een komeet. Tot verassing van vriend en vijand komt Arévalo als tweede uit de bus in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen waardoor hij het in de tweede ronde kan opnemen tegen de kandidate van de zittende macht. De geest is uit de fles: Bernardo Arévalo’s boodschap om corruptie en armoede aan te pakken en de rechtsstaat te herstellen slaat aan en hij wint overtuigend. Net zoals zijn vader in 1944 een politieke aardverschuiving teweeg bracht lukt dit nu zijn zoon op 20 augustus 2023 met een klinkende overwinning die volgens sommigen eindelijk een nieuwe lente inluidt.
Tegenwerking
Als de zittende macht wakker geworden is, haalt die alles uit de kast om Arévalo alsnog uit te schakelen: invallen in het partijkantoor van Semilla, aantijgingen van fraude. Toen dat niet op tijd slaagde werd gepoogd om te voorkomen dat Arévalo werd geïnstalleerd als president. Het (corrupte) Openbaar Ministerie legde beslag op de verkiezingsresultaten en Arévalo werd
beticht van een staatsgreep. Onder druk van de internationale gemeenschap en wederom niet aflatende volksprotesten lukt het hem uiteindelijk om in de vroege ochtend van 16 januari 2024 geïnstalleerd te worden na een lange en chaotische dag.
Uitdagingen
Arévalo constateerde onlangs dat hij een “semi-verwoest” land heeft aantroffen toen hij president werd. Zijn regering kan in een regeerperiode van vier jaar tijd onmogelijk de historische achterstand rechttrekken. Op cruciale posten zitten personen die hem tegenwerken. Hij wil echter geen ondemocratische middelen aanwenden om de rechtsstaat te versterken. Hij zal behoedzaam moeten opereren. Om het land veiliger te maken zal hij moeten kunnen bouwen op de politie, het leger en de inlichtingendiensten. Maar criminele netwerken zijn over heel het land geïnfiltreerd. Bij al die diensten is een schoonmaak nodig. Het bestrijden van armoede is een uitdaging op zich in een land waar de helft van de kinderen ondervoed is.
De vader en de zoon
Beide presidenten Arévalo vertolken een stem die voortkomt uit breed gedragen volksprotest. De verwachtingen en hoop die op hun schouders drukt is dan ook enorm.
Zowel vader als zoon Arévalo werden president van een land waar de democratische instituties niet functioneren, waar een kleine groep, machtige en rijke individuen en bedrijven de touwtjes stevig in handen had, en die niet wil afgeven; de belangen zijn groot. De grootste taak van beiden is het versterken van de rechtsstaat en het opbouwen van de democratie. Vader en zoon Arevalo staan beiden voor een humane en gelijkwaardige behandeling van de inheemse bevolking in Guatemala. Eén van de grootste uitdagingen waar ze beiden mee te maken krijgen is de achtergestelde positie van de inheemse bevolking, de armoede, stigmatisering en discriminatie.
Helaas is ook de tegenwerking die getrotseerd moet worden vergelijkbaar en zullen de tegenstanders geweld niet schuwen om hun doelen te bereiken.
Wel is er een verschil in de positie van de VS. Die heeft nog altijd invloed in Guatemala maar staat nu aan de goede kant en steunt de agenda van Bernardo Arévalo. Veel corrupte Guatemalteken staan al op Amerikaanse sanctielijsten. Het is vanuit welbegrepen eigenbelang dat de VS wil helpen om de democratie in Centraal-Amerika te herstellen en de armoede bestrijden. Dat zal helpen om de stroom van irreguliere migratie naar de Verenigde Staten in te dammen.
Toekomst
Sommigen zeggen: Arévalo heeft zijn verdienste al gehad. Door de verkiezingen te winnen en aan de macht te komen, heeft hij een steen verlegd in de geschiedenis van Guatemala. Zijn regering zal mogelijk niet meer kunnen zijn dan een overgangsregering die – als ze behoedzaam en diplomatiek opereert – de weg kan plaveien voor nieuwe verkiezingen waarna een volgende president met iets minder tegenwerking hervormingen kan doorvoeren. En ook dat is een parallel met de geschiedenis.
Dit artikel is onderdeel van de special Vijftig jaar Latijns-Amerika en La Chispa. Voor meer over Guatemala lees hier. Suzan van der Meij (1960) studeerde Spaans en raakte zo betrokken bij solidariteits – en vredesinitiatieven voor Guatemala. Daarop volgden banen in ontwikkelingssamenwerking en als lobbyist rond Latijns-Amerika.