Inleiding bij de Special over Argentinië
Volgens veel Argentijnen was alles vroeger beter. Scherpe politieke polarisatie, hoge inflatie en wijdverbreide corruptie zijn inderdaad niet fraai, maar daar staat veel tegenover. Veel Argentijnen zijn sterk gehecht aan democratie en zelden zijn misdaden van een dictatuur zo goed in eigen land berecht als hier. De macht van militairen en de katholieke kerk is ingedamd en vooral door een sterke vrouwenbeweging zijn homohuwelijk en abortus gelegaliseerd. Opmerkelijke punten als inleiding bij de Special.
”Er is geen land waarover de inwoners zo negatief praten als Argentinië”, aldus de Argentijnse antropoloog Alejandro Grimson. Maar niet allemaal, sommigen pochen arrogant over het beste land ter wereld, anderen klagen over het slechtste. Daar zit weinig tussenin. Argentijnen met een negatieve kijk denken vaak dat alles vroeger beter was. “Ik houd veel van mijn land, maar het geeft me zo weinig hoop”, verzuchtte de beroemde schrijver Jorge Luís Borges in 1986. Veel Argentijnen hebben een haat-liefdeverhouding met hun land.
Volgens sommige buitenlanders voelen Argentijnen zich verheven boven Latijns-Amerika, als Europeanen die op de verkeerde plek zijn terechtgekomen. Het had groter en glorieuzer gemoeten. Oud-president Sanguinetti van Uruguay merkte eens op: “Argentinië heeft de paus, de beste voetballer van de wereld (Messi) en de populairste koningin van Europa (Máxima). Het is geen gematigd land, het accepteert de beperkingen van de werkelijkheid niet.”
Parijs
Het idee van eigenlijk Europeanen zijn komt voort uit massale migratie uit Spanje en Italië rond 1900, toen de inheemse bevolking al grotendeels was uitgeroeid. Toen gold Argentinië als een rijkste landen van de wereld. Velen zagen Buenos Aires als het Parijs van de Nieuwe Wereld.
Nadien is Argentinië in veler ogen vreselijk achteruitgegaan. Ruziemakende en graaiende politici zouden het land aan de rand van de afgrond hebben gebracht. Vooral de ‘vreselijke’ peronisten zouden aan dat verval hebben bijgedragen. Dat is een te simpel verhaal, want Argentinië was rond 1900 veel minder ontwikkeld dan West-Europa. Het had de welvaart vooral te danken aan een lange exportboom van graan, vlees en grondstoffen. Voorwaarden voor een verdere ontwikkeling ontbraken echter, zoals een goed opleidingsniveau en technologische vernieuwing. Dat leidde tot veel lagere arbeidsproductiviteit dan West-Europa en de Verenigde Staten. Het verval van de instituties, vaak aan de peronisten verweten, was al eerder ingezet met de militaire staatsgreep in 1930. Perón kwam pas in 1943 aan de macht.
Argentijnen, of ze het leuk vinden of niet, zijn Latijns-Amerikanen geworden. Ze wonen niet in het beste land ter wereld, maar zeker niet in het slechtste. Het is een land van betekenis: het tweede in oppervlakte van Latijns-Amerika (na Brazilië), derde in omvang van de economie (ook in Mexico groter), en vierde in aantal inwoners (ook Colombia meer). Van de grote landen is alleen in Chili de gemiddelde koopkracht iets hoger.
Inflatie
Op de Index van Menselijke Ontwikkeling van de Verenigde Naties, een combinatie van levensverwachting, opleiding en koopkracht, scoort in Latijns-Amerika alleen Chili het beter. Over de Argentijnse economie wordt altijd geklaagd, maar de economische groei wijkt weinig af van het Latijns-Amerikaanse gemiddelde. Op een paar punten doet Argentinië wel slecht. Het heeft een lange traditie van hoge inflatie, ook nu weer. Voor 2023 wordt een inflatie van ruim 80 procent verwacht, vijf keer het continentale gemiddelde. En het siert een land niet als bij bijna het hoogste gemiddelde inkomen het percentage armen met 28 procent maar weinig onder het regionale gemiddelde ligt. Die scheve verhouding wordt bevestigd door de gini-coëfficiënt, een maat voor inkomensongelijkheid.
Duurzaam is de Argentijnse economie zeker niet. Grote ecologische problemen, zoals overbevissing van de zee, grootschalige mijnbouw en inkrimpende gletsjers, worden nauwelijks aangepakt. Net als in Nederland wordt het gebruik van fossiele brandstoffen zwaar gesubsidieerd.
Polarisatie
Volgens veel mensen in en buiten Argentinië is het met politiek en democratie droevig gesteld door een klimaat van polarisatie, verdachtmakingen en intolerantie. De voormalige linkse president José Mujica van Uruguay sprak off the record over een land van “totaal irrationele reacties, dat het niveau van een vertegenwoordigende democratie niet heeft bereikt en waarvan de instituties geen cent waard zijn”. Dat is zwaar overdreven. Argentinië doet het tamelijk goed op de Democratie Index van The Economist, met een zevende plaats van 24 Latijns-Amerikaanse en Caribische landen. Er is vrije keuze uit verschillende alternatieven die kans hebben verkiezingen te winnen. Regelmatig wordt de regeringspartij verslagen en peronisten hebben geaccepteerd dat ze niet als enige partij het Argentijnse ‘volk’ vertegenwoordigen. Ook andere partijen zijn legitiem.
Civiele vrijheden van burgers zijn redelijk sterk. Op de Persvrijheidsindex van Reporters without Borders staat Argentinië op de vierde plaats in Latins-Amerika. Argentijnen kunnen zich behoorlijk vrij uiten en doen dat ook: schrijvend, soms schreeuwend en vaak massaal demonstrerend. Regeringen verbieden geen kritiek, al starten ze soms processen tegen journalisten. Ook bevoordelen ze vaak bevriende media financieel met overheidsadvertenties, die oppositionele media niet krijgen. Wat slechter staat het met politieke cultuur van polarisatie.
Gehecht aan democratie
Sinds de laatste militaire dictatuur (1976-1983) functioneert de Argentijnse democratie beter dan op grond van de voorgeschiedenis verwacht kon worden. Tussen 1930 en 1976 werd vijf keer een wankele democratie opzijgezet door militairen. Vanaf 1983 zijn steeds op de afgesproken tijdstippen verkiezingen gehouden en is de uitslag altijd gerespecteerd, meermalen met overdracht van het presidentschap aan de oppositie. Steeds blijken de meeste Argentijnen – scheldend op politieke partijen – aan hun democratie gehecht zijn. Opvolgingskwesties worden via de regels opgelost, ook bij de grote economische en politieke crisis van 2001-2002. Nadat de woedende bevolking president De La Rua met grote protesten had weggejaagd, telde Argentinië binnen twee weken vier presidenten, aangewezen of gekozen volgens de geldige procedures. Terwijl het vertrouwen in de politiek tot een dieptepunt was gezakt, wilden juist meer Argentijnen de democratie behouden: van 60 naar 70 procent. Voor alles moest een militaire dictatuur worden voorkomen.
Het vertrouwen in de democratie is afgelopen jaren in Latijns-Amerika verminderd. Maar volgens de enquête van Latinobarómetro 2023 zijn Argentijnen, na Uruguayanen, het meest democratisch gezind van Latijns-Amerika. Bij tal van vragen geeft een ruime meerderheid de voorkeur aan democratie boven een autoritaire of militaire regering, ook als die de grote problemen aanpakt. Militairen worden niet meer gezien als een oplossing voor problemen of een gevaar voor de democratie. Hun budget is aanzienlijk ingeperkt. Slecht 0,4 procent van het BNP gaat naar militaire uitgaven, het laagste van de grotere landen in Latijns-Amerika en ver onder het gemiddelde van het continent (1,2 procent) en van de wereld (2,2 procent).
Veel corruptie geen probleem
Argentinië staat er minder gunstig voor als we naar corruptie kijken. Op de Corruptie Perceptie Index van Transparency International staat het op de 94e plaats van 180 landen, en in Latijns-Amerika in de middenmoot. Dat is laag voor een groot en voor Latijns-Amerika rijk land waar het met democratie en persvrijheid vrij redelijk is gesteld. Corruptie is zo’n ingeburgerd verschijnsel dat maar weinig mensen het als een groot probleem beschouwen.
Opmerkelijke successen heeft Argentinië behaald bij de berechting van de ernstige mensenrechtenschendingen van de laatste dictatuur, waaronder enkele tienduizenden ‘vermisten’. Na militair protest eind jaren tachtig werden processen stopgezet en veroordeelden vrijgelaten. Onder druk van een sterke mensenrechtenbeweging werden twintig jaar later, tijdens de regering van peronist Nestór Kirchner, de processen voortvarend hervat. Daarbij zijn ook de hoogste verantwoordelijke militairen tot hoge straffen veroordeeld. Zelden zijn zulke misdrijven zo massaal en effectief in hun eigen land berecht als in Argentinië.
Strijdbare vrouwen
Niet alleen militairen staan niet meer boven de wet, ook de katholieke kerk heeft fors aan maatschappelijke en politieke macht en invloed ingeboet. Dat heeft die kerk vooral aan zichzelf te wijten door de dictatuur te steunen. Daar kwamen later misbruikschandalen nog bij. De kerk moest toezien dat, na verruiming van de echtscheidingswet, Argentinië in 2010 als eerste Latijns-Amerikaans land het huwelijk openstelde voor mensen van hetzelfde geslacht. Ook wereldwijd was Argentinië daar vroeg mee.
Sinds 2021 kent Argentinië een ruim geformuleerde abortuswet. Terwijl abortus eerder alleen in speciale gevallen legaal mogelijk was, is dat nu in alle gevallen tot de veertiende week van de zwangerschap. Na die periode kan het ook in geval van verkrachting of gevaar voor leven of gezondheid van de moeder. Slecht vijf Latijns-Amerikaanse landen kennen zo’n ruime wet.
Zulke wetten waren er niet gekomen zonder een sterke vrouwenbeweging die meermalen massale demonstraties heeft georganiseerd. Argentijnse vrouwen hebben ook de beweging Ni una menos (vrije vertaling: iedere gedode vrouw is een te veel) opgezet tegen het machistisch doden van vrouwen wegens hun vrouw-zijn, vaak door manlijke (ex-)partners. Bij de eerste demonstratie hiertegen in 2015 in Buenos Aires waren 200.000 vrouwen op de been. Deze beweging kreeg navolging in veel landen van Latijns-Amerika en ook Europa en Azië.
Ook internationaal zoekt Argentinië nieuwe wegen, ook buiten het continent. Per 1 januari 2014 wordt Argentinië het tweede Latijns-Amerikaans land lid van BRICS, de organisatie van ‘opkomende economieën: Brazilië, China, India, Rusland en Zuid-Afrika. Van de veertig landen die lid wilden worden, zijn er zes toegelaten: Argentinië, Egypte, Ethiopië, Iran, Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten.
In deze Special
In deze Special laten we zien dat Argentinië niet het beste land ter wereld is, maar zeker niet het slechtste. Vroeger was het niet beter. Het is ook een Latijns-Amerikaans land, bij sommigen vermengd met een vleugje Europese nostalgie. We beginnen met basisgegevens over Argentinië, vaak in Latijns-Amerikaans perspectief. In een paar artikelen komt de ingewikkelde economische situatie aan bod, waaronder het plan voor dollarisering van de kansrijke rechtsextremistische presidentskandidaat Javier Milei. Ook de verwerking en herinnering van de mensenrechtenschendingen wordt besproken. Over de roerige twintigste eeuwse geschiedenis lezen we in een recensie van een biografie van hoofdrolspeler Juan Perón. We schetsen een geschreven portret van Mafalda, de Argentijnse stripfiguur die over het hele continent bekend werd. Ook bespreken we nieuwe literatuur met de romans Aarde eten, De steenbakkers van El Chaco en Mond vol vogels. Van dat laatste boek wordt ook schrijfster Samantha Schweblin geïnterviewd.
Niet toevallig valt de Argentinië Special samen met de presidents- en parlementsverkiezingen op 22 oktober, de eerste keer dat een excentrieke rechtsextremist zou kunnen winnen. Als dat gebeurt, komt dat mede door effectief bewerken van jongeren via sociale media. We publiceren een voorbeschouwing op de verkiezingen en leveren daarna commentaar op de uitslag en mogelijke gevolgen.
We wensen iedereen veel leesplezier.
Foto’s: Marian Janssen
Dit artikel is onderdeel van de Argentinië Special, oktober-november 2023