Kritische journalistenorganisatie Fundemedios mag voorlopig blijven
Het wantrouwen van de Ecuadoriaanse overheid jegens de media lijkt op een dieptepunt aanbeland: twitteraars worden aangeklaagd en kranten verplicht om ‘rectificaties’ van overheidswege te publiceren. Journalistenorganisatie Fundemedios documenteert de ontwikkelingen op het gebied van persvrijheid en vrijheid van meningsuiting in Ecuador. Juist die organisatie werd onlangs met sluiting bedreigd en kreeg een ‘laatste waarschuwing’ van de regering Correa. Ecuador’s mediaoorlog is daarmee in een nieuwe fase beland.
Op 7 september dit jaar kwam de Ecuadoriaanse overheid met een nieuwe truc om de nationale media onder sterkere staatscontrole te brengen: de kritische journalistenorganisatie Fundemedios (Fundación Andina para la Observación y Estudio de Medios ) zou worden verboden. Fundemedios strijdt sinds het aantreden van president Rafael Correa tegen staatscontrole op de media en beperking van de vrijheid van meningsuiting. Op haar website documenteert Fundemedios alle ‘aanvallen op de persvrijheid en vrijheid van meningsuiting’ (met name door de overheid) sinds 2008: dat zijn er inmiddels 1310. Deze luis in de pels, de enige non-gouvermentele organisatie (NGO) die in Ecuador de rechten van journalisten verdedigt, werd dan ook steeds meer als een gevaar gezien door de regering Correa. En nadat de organisatie sinds 2012 onder strakkere overheidscontrole werd geplaatst, kwam de sluiting door Secom (Secretaría Nacional de Comunicación) bijna als een logisch vervolg. Op 25 september werd de voorgenomen sluiting echter ongedaan gemaakt, na vele kritische reacties, onder andere van de Verenigde Naties en mensenrechtenorganisaties. Wel moeten de journalisten van Fundemedios nog steeds uitkijken, want dit is een ‘laatste waarschuwing’ van Secom, en bij verdere ‘inmenging in politieke zaken’ zal de beslissing worden heroverwogen.
Twitteraar
Dit incident staat niet op zichzelf: het onderzoek van Fundemedios laat een stijgende lijn zien in het aantal overheidsaanvallen op journalistieke uitingen (in 2015 staat de teller al op 279, nu al meer dan in heel 2014). Zo is de twitteraar en oppositiepoliticus Sebastián Cevallos net tot 15 dagen gevangenis veroordeeld vanwege ‘aanval op de eer en reputatie’ van politici. Ook worden nationale kranten steeds vaker verplicht om uitgebreide ‘rectificaties’ te publiceren en excuses aan te bieden voor artikelen die de overheid niet welgevallig zijn. In augustus dit jaar hebben onbekenden het technische systeem van dorpsradiostation La Voz de Arutam in de provincie Morona Santiago beschadigd; dit radiostation deed verslag van lokale protestmarsen tegen de overheid. In dezelfde maand riep Correa de noodtoestand uit vanwege de mogelijke uitbarsting van de vulkaan Cotopaxi: media werd verboden om ‘valse berichten en paniek’ over de vulkaan te verspreiden, en alleen officiële staatsinformatie mocht op sociale media getoond worden.
Mediaoorlog
De aanvallen zijn onderdeel van de ‘mediaoorlog’ die de regering Correa sinds haar aantreden voert met de pers. Vóór Correa’s aantreden werd het medialandschap eenzijdig gedomineerd door privaat gefinancierde, vaak ‘rechtse’media. Het gebrek aan een pluralistisch media-aanbod en het monopolie door enkele aanbieders met eenzijdige politieke en economische belangen vormde een democratisch gebrek in Ecuador, zoals ook elders in Latijns Amerika. De nieuwe linkse regering meende dan ook dat het bereiken van een eerlijker sociaal-economisch model en een pluralistische staat mede afhankelijk waren van een diverser medialandschap. Bovendien was de kwaliteit van de media vaak belabberd. Vandaar de sterke kritiek op de traditionele media en de invoering van de nieuwe mediawet in 2013. Een aantal onderdelen van die wet zijn logische stappen die niet hoeven te verbazen in een democratische samenleving, zoals het verbod op discriminerende uitlatingen, een eerlijke verdeling van radiofrequenties, en een sterkere rol voor staatsmedia. De crux zit hem echter in een aantal details en in de implementatie van de wet, die steeds meer een instrument is geworden van veelomvattende staatscontrole op de media. Zo moet informatie verspreid door de media ‘geverifieerd, gebalanceerd, gecontextualiseerd en opportuun’ zijn, maar wat dat is blijft onduidelijk. Dit wetsartikel is zo vaag dat het gemakkelijk tegen elke politieke oppositie kan worden ingezet, en dat gebeurt dan ook. Allerlei politiek getinte uitspraken in de media worden nu afgestraft via rectificaties en hoge geldboetes; alsof de media zich helemaal niet meer met politiek (dus met de samenleving) zouden mogen bemoeien.
Continue strijd
Correa heeft een aantal private mediabedrijven staatseigendom gemaakt en het aandeel staatsgeleide media verhoogd; maar erger is dat hij daarnaast alle (ook private) tv- en radiostations verplicht om ‘overheidsinformatie’ uit te zenden via cadenas, officiële berichten waarin Correa urenlange indringende speeches houdt en de media in harde woorden bekritiseert. Via de media wordt dus een permanente politieke campagne gevoerd. Dit resulteert vervolgens in nog meer kritiek op Correa door de niet-overheidsgezinde media, waardoor een vicieuze cirkel van continue strijd ontstaat.
De aanvallen op bloggers, twitteraars, en kranten zijn relatief nieuw in het Ecuadoriaanse beeld. Voorheen richtte de overheid zich met name op tv en radio, maar de mediaoorlog slaat nieuwe wegen in. Vandaar ook het groeiende aantal klachten bij Fundemedios; en de verhevigde strijd van de overheid tegen deze kritische ngo. Overigens is de aanklacht tegen Fundemedios officieel met name gebaseerd op de ‘politiek getinte’ twitterberichten van de organisatie (bijvoorbeeld links naar artikelen waarin de overheid wordt bekritiseerd), waardoor ze volgens de overheid verwijderd is geraakt van haar oorspronkelijke sociale doelen.
Het is de vraag of deze nieuwe aanvallen op de geschreven pers ook effect hebben. Hoewel zelfcensuur een logische reactie lijkt, blijkt uit een paar onderzoeken dat de mediarestricties in Ecuador nog niet op grote schaal hebben geleid tot zelfcensuur door journalisten: de berichtgeving in één van de private kranten, El Universo, is door de jaren heen alleen maar negatiever geworden over Correa; en de overheidssanctie tegen cartoonist Xavier Bonilla van El Universo in 2014 heeft de cartoons in die krant niet doen afzwakken (zie dit onderzoek). Digitale kanalen zoals blogs, twitter en websites zijn bovendien veel lastiger te bestrijden, en bijna geen enkele overheid heeft de mogelijkheid om daar 100 procent controle op uit te oefenen.
Dat wil echter niet zeggen dat we de ontwikkelingen moeten bagatelliseren. De sluitingsdreiging van Fundemedios past goed in het bredere politieke klimaat van Ecuador, waarin ook andere ngo’s en critici steeds harder worden aangepakt. Ngo’s worden regelmatig ingekapseld of in een hoek gedrukt, net als kritische inheemse en milieuorganisaties , en protest (bijvoorbeeld tegen mijnbouwprojecten) wordt steeds harder de kop ingedrukt met behulp van antiterrorismewetgeving. We moeten de huidige aanvallen op de persvrijheid dus zien in een bredere context van verarming van fundamentele rechten en aanzwengelende kritiek vanuit de samenleving, waarvoor Correa steeds overgevoeliger lijkt te worden.
Website Fundemedios: http://www.fundamedios.org/
Lees ook ons artikel over Cuba en de media