Interview met Chileense publieke intellectueel Álvaro Ramis
Hoe staat Chili erbij, ruim vier jaar na de sociale uitbarsting van 2019? Een doorbraak naar een rechtvaardiger samenleving is mislukt. Volgens de publieke intellectueel Álvaro Ramis blijven de Chilenen ”massaal bewust van de grote ongelijkheid en ontevreden met het neoliberale systeem, maar zien ze geen oplossingen op een sociale manier, maar alleen binnen het individualistische neoliberale kader”.
Vanaf oktober 2019 protesteerden Chilenen dagenlang massaal tegen de extreme sociale ongelijkheid en talloze misstanden in hun land: de sociale uitbarsting. De onvrede werd gekanaliseerd in het ontwerpen van een nieuwe grondwet. Een gekozen Constitutionele Conventie met veel progressieve en onafhankelijke leden stelde een democratische, sociale en ecologische tekst op met veel aandacht voor vrouwen en oorspronkelijke bewoners. De verkiezing van een jonge linkse president, Gabriel Boric, die in maart 2022 aantrad, versterkte het idee dat er echt iets ging veranderden. In september 2022 stemde een grote meerderheid in een plebisciet echter tegen het voorstel. Daarna kwam een gekozen Constitutionele Raad met een (extreem-)rechtse meerderheid met een zeer rechts voorstel. In december 2023 werd ook dat verworpen. Sindsdien lijkt Chili terug bij af.
Over zulke terugslagen en hoe Chili er nu voor staat, sprak La Chispa in mei 2024 in Santiago met Álvaro Ramis, een vooraanstaande publieke intellectueel. Een kwart eeuw geleden werd hij voorzitter van de studentenfederatie (FEUC) van de grote Katholieke Universiteit. Nu is deze filosoof rector van de Universiteit Academie van Christelijk Humanisme in Santiago, wekelijks columnist van het belangrijkste digitale dagblad El Mostrador en medewerker van de Chileense editie van Le Monde Diplomatique.
Veel mensen denken dat de sociale uitbarsting voorbij is.
Álvaro Ramis: ”Nee, de sociale uitbarsting is overal aanwezig in de samenleving, maar verduisterd, dus je ziet het niet. Deze verduistering zal voorbijgaan omdat de structurele oorzaken nog bestaan. Politiek rechts wil de uitbarsting verduisterd houden, met het criminaliseren ervan en de het vereren van de politie en het neoliberale economische model. Dat is allemaal sterk aanwezig in de dominante rechtse media. Er zijn nu minder mogelijkheden om dit dominantie denken te weerstaan.”
Wat zijn de belangrijkste oorzaken van de sociale uitbarsting?
”Alle laat-kapitalistische samenlevingen kennen misbruiken: door de staat met z’n wetten en door de markt. In Chili zijn die misbruiken steeds zichtbaarder geworden. Begin van deze eeuw groeide de economie door de hoge exportprijzen van grondstoffen, terwijl veel meer vrouwen buitenshuis gingen werken, wat vaak het gezinsinkomen verdubbelde. Maar dat gebeurde maar één keer. Toen vanaf 2006 de grondstoffenprijzen daalden, bleef er minder over van de illusie van ontwikkeling en onderwijskansen voor iedereen.”
Kun je zeggen dat de dominante neoliberale ideologie steeds hogere verwachtingen schiep, terwijl de werkelijke kansen gelijk bleven of juist afnamen?
”Ja, er was een gevoel van achteruitgang in de volkswijken, vooral door de economische teruggang. Veel ouderen konden niet meer rondkomen met hun zeer lage pensioenen. Meer jongeren werden aangetrokken door georganiseerde criminaliteit, zoals drugshandel. Zulke problemen werden genegeerd door de tweede regering van de rechtse president Sebastian Piñera (2018-2022). In zijn toespraken ontkende Piñera de werkelijkheid, waarbij hij de redenen van de grote onvrede onderschatte. Tijdens zijn presidentschap werden veel bedrijven aangeklaagd wegens illegale prijsopdrijving en andere misbruiken, maar Piñera deed niets om dat te corrigeren.”
Het eerste grondwetsvoorstel bevatte drie belangrijke nieuwe punten: gelijkheid van vrouwen en mannen, rechten voor de oorspronkelijke bewoners en ecologische problemen. Toch werd dit voorstel verworpen. Is de bevolking zich nu nog bewust van deze kwesties?
”Ja, een deel van de bevolking wel. In de sociale uitbarsting kantelde de opvatting van veel mensen omdat de media, zoals de televisie, niet konden negeren wat er gebeurde bij de massale manifestaties. Maar vanaf maart 2000 verlamde COVID de beweging op straat volledig. Afzondering in je eigen huis liet geen enkele mogelijkheid voor sociale mobilisatie en maakte communicatie moeilijk. En met veel kracht kwamen angsten op.”
Wat voor soort angsten en hoe gebeurde dat?
”Het grondwetsvoorstel was zeer ambitieus, met veel nieuwe thema’s. Daarbij waren veel belangen betrokken die tegengestelde krachten opriepen. Als er tegelijkertijd discussies waren over dertig ingewikkelde thema’s, hadden de voorstanders onvoldoende kracht om de tegenstellingen te verduidelijken en leugens erover te bestrijden. Sommige voorstellen zorgden voor veel angst. Mensen gaven de voorkeur aan huidige slechte systeem boven iets wat ze niet kenden. Ze zijn tegen het pensioenstelsel AFP omdat het zorgt voor slechte pensioenen, maar niet wegens de individualistische opzet. Daarom willen ze de individuele pensioenpotjes houden en geen systeem van collectieve verdeling.
Mensen zijn ook tegen de effecten van de huidige monopolyvorming bij water, maar vrezen een gemeenschappelijk waterbeheer. Ze geven de voorkeur aan een systeem van eigendomsrechten, omdat ze bang zijn het weinige dat ze hebben te verliezen. Nu hebben ze weinig water, maar met een ander systeem misschien helemaal geen water.”
In het begin van de sociale uitbarsting noemden veel mensen sociale ongelijkheid een heel groot probleem. Zijn ze zich dat nog steeds bewust?
“Ze blijven zich massaal bewust van de grote ongelijkheid en ontevreden met het neoliberale systeem, maar zien geen oplossingen op een gedeelde of sociale manier, maar alleen binnen het individualistische kader dat ze altijd hebben meegemaakt in vijftig jaar neoliberalisme. Bij oplossingen buiten dat kader worden ze bang. Deze angst heeft ook te maken met nepnieuws van rechts en op de sociale media dat ze met de nieuwe grondwet hun huis zouden kwijtraken.”
Wat gebeurde er met gelijke rechten voor vrouwen en mannen. Is de feministische beweging nog sterk?
“Eerst maakte COVID een eind aan de grote manifestaties. Het kostte veel moeite om de strijd weer op te pakken. De Constitutionele Conventie had veel sociale organisaties verenigd met één doel: werken aan een sociale, democratische, ecologische en feministische grondwet. Maar na de nederlaag in het plebisciet over dit voorstel, viel de beweging uiteen met wederzijdse verwijten, wantrouwen en conflicten.
Een deel van links beschuldigt de feministische beweging van de nederlaag. Dat is onterecht, maar de critici vinden feminisme een identiteitsbeweging, en ‘woke’. Daarom werd de beweging gecanceld en buitengesloten, omdat die separatistisch zou zijn. Links zou zich vooral op sociale klassen moeten richten en niet op identiteiten van mannen, vrouwen en inheemsen.
Er loopt een breuklijn tussen twee soorten links. Een jonge generatie, onder wie president Gabriel Boric, botst met ouderen die menen dat je niet moet praten over oorspronkelijke bewoners, gendergelijkheid of diversiteit. Ik geloof dat de kritiek op de ‘identiteitsbewegingen’ tegenwoordig alleen maar nostalgisch is, in een samenleving die al is veranderd. Het zijn reële thema’s, maar die botsen niet met collectieve vertegenwoordiging van klassenbelangen, maar sluiten daar juist bij aan.”
Wat gebeurde met de oorspronkelijke (inheemse) volkeren na de nederlaag in het plebisciet?
“Er is een flinke achteruitgang, nadat de beweging zeer sterk was geworden. De inheemsen verkeerden in een fase van langzame, maar systematische organisatievorming. Maar na de moord op de 24-jarige Mapuche-activist Camilo Catrillanca door de politie in 2018 en de hevige sociale en politieke reacties daarop, groeide de beweging snel. Dat werd versterkt door de sociale uitbarsting vanaf oktober 2019, met de inheemse Elisa Loncón als eerste voorzitster van de Constitutionele Conventie. Nooit eerder hadden de oorspronkelijke volkeren zich zo duidelijk in de politiek gemanifesteerd, met verschillende autonome stemmen.
Met de nederlaag over de grondwet liep de beweging grote schade op. Veel mestiezen (van gemengd witte en inheemse afkomst) hadden het gevoel dat erkenning van de kleine inheemse bevolking ten koste zou gaan van hun eigen rechten en belangen. Dat idee werd zeer goed verkocht door rechts dat tegen de mestiezen zei: ‘Jullie worden tweederangsburgers met een inheemse elite van zes procent met speciale voorrechten.’ Zo wordt deze ‘positieve discriminatie’ voor een gediscrimineerde minderheid beschouwd als een voorrecht.”
Wat gebeurde er met de milieubeweging? Het lijkt erop dat er sterke ecologische organisaties waren die bijdroegen aan een ecologische vergaande grondwet.
”Het is een beweging die bestaat als ze ergens op reageert, zoals op veel plaatsen in de strijd tegen buitenlandse mijnbedrijven die zeer veel schade veroorzaken. Daarom lijkt het een supersterke beweging. Maar daarbuiten bestaat de beweging nauwelijks, want de organisaties hebben geen breed programma.”
Er wordt veel gesproken over een kloof of breuk tussen politieke partijen en sociale organisaties. In de Eén Mei-mars 2024 zei de voorzitter van vakcentrale CUT: ‘De regering heeft de sociale organisaties geïsoleerd en hen buiten de publieke discussie geplaatst’.
”Ja, inderdaad. Ik denk dat de regering geen systematische discussie heeft gevoerd met de sociale bewegingen. De regering heeft verondersteld dat ze die al vertegenwoordigt. Daarom is een dialoog met hen niet nodig. Vooral president Boric, voormalig studentenleider, denkt zo: ‘Ik hoef niet met mijn eigen mensen te praten. Ik weet wat ze willen.’ Dat is een grote valkuil.”
Wat is er gebeurd met de mensenrechten? Tijdens de sociale uitbarsting was er harde repressie door de politie, die op gezichten van demonstranten schoot met veel ernstig oogletsel als gevolg. Dat kan leiden tot meer schendingen van mensenrechten, maar ook meer bewustzijn over mensenrechten creëren.
”De wreedheid van de repressie tegen de sociale uitbarsting riep sterke weerstand op, met eisen om het functioneren de politie te verbeteren. Maar de conservatieve revolutie, een product van COVID en de nederlaag van de nieuwe grondwet, zorgde voor een tegentendentie. Tegelijkertijd veranderde tijdens de pandemie de aard van de criminaliteit door de toevloed van migranten. De recente migratiegolf golf is vooral een sociaal probleem, maar is ook verbonden met de internationalisering van de criminaliteit, zoals de drugshandel. Deze mafia die Chili is binnengedrongen, is veel machtiger en gewelddadiger dan we eerder hadden gezien. Dat versterkt de druk uit de samenleving om veiligheid te eisen. Dat creëert paniek, waarop media handig inspringen.
Deze transnationalisering van de criminaliteit veroorzaakt grote reële problemen, die door de media en rechts worden uitvergroot. Daardoor voelen veel mensen zich zo bedreigd dat ze obsessieve controle willen. Daarom heeft verdediging van mensenrechten en democratie voor veel mensen geen prioriteit. Een meerderheid van rechts heeft in Chili geen democratische overtuiging en ook geen mensenrechtenovertuiging. Ik denk dat een derde van de bevolking voor een dictatuur zou kiezen als die veiligheid zou garanderen.”
Vier jaar geleden kenden veel Latijns-Amerikaanse landen invloedrijke radicaal-rechts-populistische types zoals Bolsonaro in Brazilië, maar Chili niet. Maar plotseling verscheen José Antonio Kast. De traditionele rechtse partijen UDI en RN steunden hem onmiddellijk: in 2021 bij de presidentsverkiezingen en in 2023 in de Constitutionele Raad, die een tweede nieuwe grondwet zou ontwerpen.
“Kast en allen van extreemrechts horen bij een internationale tendens, waar mensen van traditioneel rechtse partijen breken met die partijen om nieuwe partijen te stichten, zoals Meloni in Italië en Vox in Spanje. Mensen die altijd bij ‘historisch’ rechts behoorden, trekken daar weg. Ze verbergen hun opvattingen niet meer, maar zeggen nu openlijk wat ze altijd dachten: dat ze niet geloven in de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat.”
Sommige mensen denken dat in Chili nu een risico bestaat, groter dan afgelopen dertig jaar, op een nieuwe dictatuur of een staatsgreep. Is dat reëel?
“Het is hetzelfde risico als tegenwoordig bestaat in veel landen, met Milei in Argentinië, met Bolsonaro in Brazilië of andere figuren, ook in Europa. Die zouden democratisch aan de macht kunnen komen, en dan de instituties veranderen. Er is geen risico van een staatsgreep, maar van een verkiezingsoverwinning van antisysteemkrachten, van rechtse populisten die de instituties kapotmaken.”
Jaarlijkse rapporten van Freedom House en The Economist Democracy Index plaatsen Chili als een van de beste Latijns-Amerikaanse democratieën, als derde achter Uruguay en Costa Rica. Hoort Chili werkelijk op die derde plaats?
“Ik denk dat het in de regionale context nu werkelijk zo is, vergeleken met de rampen en crises in bijvoorbeeld Peru, Ecuador en veel Midden-Amerikaanse landen. Er is niet zozeer vooruitgang in Chili, maar de achteruitgang in Chili is nog niet zo sterk als in andere landen, waar het veel slechter is gesteld.”
Zie je perspectieven op een rechtvaardiger samenleving in Chili?
Álvaro praat langzaam, voorzichtig zijn woorden zoekend. ”Wel, ik geloof dat het proces van de sociale uitbarsting, twee grondwetsvoorstellen en een linkse regering, ondanks de terugslagen, niet tevergeefs geweest moet zijn. Er is een soort einde aan de adolescentieperiode gekomen. Het gaat niet alleen om aanklagen, maar ook om betere en bredere voorstellen en programma’s.
Ik denk dat de terugslag z’n diepste punt heeft bereikt en dat de nederlaag is verwerkt. Er is meer zicht op de oorzaken van de nederlaag. Bovendien is de druk en dominantie van rechts verminderd door de nederlaag bij het plebisciet over het zeer rechtse grondwetsvoorstel in 2023. Daarmee viel rechts in z’n eigen valkuil. Rechts vertelde onjuiste verhalen en droeg bij aan z’n nederlaag door een voorstel dat voor de meerderheid onacceptabel was. Na die nederlaag daalde de populariteit van de extreemrechtse leider Kast sterk.
De intensieve politisering van vier jaar sociale uitbarsting was voor deze generatie een leerschool. En dat zal in een of andere vorm effecten hebben in de toekomst.”
Als rector van een universiteit met vierduizend studenten geef je nog zelf college. Hoe kijken de studenten naar de toekomst?
”De pandemie trof de studenten sterk, vooral door de sociale afzondering. Die maakte hen individualistischer en liet hen achter met een soort sociale incompetentie. Ze weten niet goed hoe ze moeten leven en vinden het moeilijk met elkaar te praten. Ze hebben contact via sociale media, maar leven niet echt samen. Dat beïnvloedt hun politieke denken. Veel moet nu meteen, ze willen onmiddellijke oplossingen vanuit individuele perspectieven.”