Spannende verkiezingen in Chili
Voor het eerst sinds de sociale uitbarsting van eind 2019 kunnen Chilenen op zondag 21 november een nieuwe president en nieuwe parlementariërs kiezen. Door de onzekere en verwarrende omstandigheden valt de uitslag moeilijk te voorspellen. Nieuw en verontrustend is dat de extreemrechtse José Antonio Kast het goed doet in de peilingen.
De verkiezingen in Chili van zondag 21 november worden nu al de belangrijkste, maar ook meest onvoorspelbare sinds het einde van de militaire dictatuur in 1990 genoemd. Op die dag kiezen de Chilenen een nieuwe president, alle 155 leden van het Huis van Afgevaardigden en de helft (27) van de senatoren. Als geen presidentskandidaat de helft van de stemmen haalt, valt op 19 december de beslissing in een tweestrijd tussen de twee met de meeste stemmen.
Dat alles gebeurt in onzekere tijden. Het zijn de eerste presidents- en parlementsverkiezingen sinds het begin van de sociale uitbarsting tegen sociale ongelijkheid in oktober 2019, die de Chileense politiek en maatschappij op z’n grondvesten deed trillen. Als resultaat van deze uitbarsting werkt een gekozen Constitutionele Conventie (Grondwetgevende Vergadering) aan een nieuwe grondwet die de grondwet van dictator generaal Pinochet uit 1980 moet vervangen. Het stabiele partijstelsel stortte gedeeltelijk in en het vertrouwen in de rechtse president Sebastián Piñera zakte tot absoluut dieptepunt.
Zwabberend beleid
Van het vertrouwen in de instituties bleef weinig over. Dat is sinds eind 2019 wel weer iets verbeterd, maar volgens de Latinobarómetro van 2021 ligt het vertrouwen in de rechterlijke macht, het parlement en de politieke partijen met respectievelijk 16, 13 en 7 procent nog steeds ver onder het Latijns-Amerikaanse gemiddelde. Van de inwoners van achttien Latijns-Amerikaanse landen oordelen Chilenen het negatiefst over de toegankelijkheid van gezondheidszorg, onderwijs en de rechterlijke macht. Ze belijden echter in de laatste jaren meer democratische principes, boven het Latijns-Amerikaanse gemiddelde. In 2017 vond 52 procent van de Chilenen dat democratie te verkiezen viel boven elk ander systeem en 19 procent dat een autoritair systeem onder bepaalde omstandigheden beter kon zijn. Dat is nu 60 procent en 12 procent.
Vijf maanden na de sociale uitbarsting brak de coronacrisis uit, die leidde tot een zwabberend beleid. Voor dodelijke slachtoffers per 100.000 inwoners zit Chili ongeveer op het Latijns-Amerikaanse gemiddelde. 83 procent van de volwassenen is volledig gevaccineerd, maar nog steeds zijn er dagelijks zo’n twintig doden en worden in delen van het land de maatregelen aangescherpt. Ondanks wat financiële overheidssteun zijn veel Chilenen in grote moeilijkheden gekomen. Daarom hebben ze al drie keer 10 procent van hun pensioengeld kunnen opnemen. Ze zullen dus later een fors lager pensioen krijgen. De Chileense economie kromp in 2020 met 6 procent, maar is sindsdien weer wat opgekrabbeld en de coronacrisis iets minder slecht doorgekomen dan in de meeste Latijns-Amerikaanse landen.
”Slechtste regering”
Sinds de sociale uitbarsting is Piñera een stuurloze president zonder gezag. Terwijl zijn beleid door zo’n 80 procent van de Chilenen wordt afgekeurd, scoort het coronabeleid van zijn minister van Volksgezondheid veel beter. Eind 2019 dienden parlementariërs van de centrumlinkse oppositie een Grondwettelijke Beschuldiging in tegen de president wegens handelen in strijd met de grondwet. Bij zo’n aanklacht tegen een hoge publieke functionaris moet eerst het Huis van Afgevaardigden die met een gewone meerderheid goedkeuren. Als de aanklacht daarna in de Senaat met twee derde meerderheid wordt bevestigd, wordt de aangeklaagde uit z’n functie gezet; hij/zij mag daarna vijf jaar geen publieke functies – gekozen of benoemd – bekleden.
In 2019 strandde de aanklacht tegen Piñera in het Huis, maar een nieuwe aanklacht in 2021 werd met een kleine meerderheid goedgekeurd. Dat ging over een omstreden verkoop van een mijnbedrijf van Piñera aan een vriend via belastingparadijs Maagdeneilanden tijdens zijn vorige presidentschap. In de Senaat werd die twee derde op 16 november echter niet gehaald. De christendemocratische senator en presidentskandidate Yasna Provoste zei na de stemming: “De geschiedenis zal oordelen over deze, naar mijn mening, slechtste regering tijdens zeventig jaar democratie.”
Populisme
De uitspraak van deze aanklacht kwam vijf dagen voor de verkiezingen en versterkte daarmee het onzekere klimaat. Daar kwam nog een belangrijk punt bij. In verwarrende tijden lukt het populisten vaak ‘in naam van het volk’ aanhang te verwerven met simpele en weinig democratische oplossingen voor problemen. Dat leek Chili bespaard te blijven. Op 15 mei dit jaar schreef ik op deze website: “Er zijn sinds 2019 geen partijen, bewegingen of personen van betekenis opgekomen die autoritaire oplossingen beloven. Dat is een goed teken.” Maar sindsdien is dat wel gebeurd in de persoon van presidentskandidaat José Antonio Kast, die volgens peilingen op de eerste plaats afstevent.
Bijna dertig jaar beheersten twee blokken de Chileense politiek: een centrumlinksblok van christendemocraten, socialisten (sociaaldemocraten) en progressieve liberalen en een rechts blok van een enigszins gematigde (RN) en een meer extreme (UDI) partij, waarbij die laatste zich zag als de politieke erfgenaam van Pinochet. Vijf keer won een presidentskandidaat van het eerste blok en tweemaal een van het tweede, rechtse blok. Alleen kandidaten van deze blokken bereikten de tweede ronde.
In 2017 was het eerste blok uiteengevallen; er was zowel een christendemocratische als een progressief liberale en een radicaal-linkse kandidaat. Voor de christendemocratische kandidate werd het een fiasco. Ook haar partij, decennialang de grootste van het land, stortte in. Van een derde van de zetels in het Huis in de jaren negentig was in 2017 nog maar 10 procent over. Het lijkt Nederland wel. De tweede ronde ging dat jaar nog wel naar kandidaten van grote blokken, met de rechtse Piñera als winnaar.
Diskrediet
Bij de verkiezingen op 15 en 16 mei 2021 voor de leden van een Constitutionele Conventie en lokale en regionale organen bleek hoezeer politieke partijen in diskrediet waren geraakt. Bij die Conventie was slechts de helft van de gekozenen partijlid of daarmee openlijk sympathiserend. Minder dan een kwart was lid of sympathisant van de rechtse partijen, de basis van president Piñera. Zes van de zestien gekozen regionale gouverneurs en 105 van de 345 burgemeesters waren onafhankelijken. De rechtse partijen bemachtigden slechts een van de zestien gouverneurszetels en maar een kwart van de burgemeestersposten.
Steeds was de opkomst laag, ook voor Latijns-Amerikaanse begrippen: in 2017 slechts 48 procent; bij het plebisciet in oktober 2020 was het 51 procent, waarbij 78 procent koos voor het maken van een nieuwe grondwet. Voor de leden van de Grondwetgevende Vergadering en de lokale en regionale organen in 2021 was de opkomst maar 43 procent.
Geen typische partijman
In deze wirwar van veelal moeilijke omstandigheden vinden op 21 november de presidents- en parlementsverkiezingen plaats. Wie doen er mee? Eerst de kandidaat van de rechtse regeringspartijen die als ‘Chile Podemos Más’ (Chili, wij kunnen meer) de verkiezingen ingaan: de 44-jarige Sebastián Sichel, geen typische partijman. Hij is afkomstig uit een christendemocratisch milieu en bekleedde een belangrijke functie onder de socialistische presidente Michelle Bachelet. Hij verliet die partij en was vanaf 2018 onder Piñera minister van Sociale Ontwikkeling en Gezin en president van de Nationale Bank. In de voorverkiezing om de kandidatuur versloeg hij onverwacht een paar typische partijbonzen.
De christendemocrate Yasna Provoste (52 jaar) is een doorgewinterde politica en bestuurder. Ze vertegenwoordigt christendemocraten, socialisten (sociaaldemocraten) en linkse liberalen onder de nieuwe naam Nieuw Sociaal Pact. Ze was al met 32 jaar gouverneur van een van zestien regio’s en als 35-jarige minister van Planning onder de socialistische president Ricardo Lagos. Haar ministerschap van onderwijs onder Bachelet eindigde door een goedgekeurde Grondwettelijke Aanklacht wegens problemen met subsidiegeld. Na vijf jaar zonder politieke functies keerde Provoste terug, eerst in het Huis van Afgevaardigden en daarna in de senaat, waarvan het laatste half jaar als voorzitter.
Samenwerking
De jongste van het gezelschap (35, de minimumleeftijd voor het presidentschap) is Gabriel Boric. Na een hoofdrol in de grote studentenbeweging in 2011-2012 kwam hij in 2014, samen met andere linkse ex-studentenleiders, in het Huis van Afgevaardigden. Een van zijn eerste voorstellen was het halveren van het salaris van de parlementariërs (veertigmaal het minimumloon). De meeste collega’s voelden daar niets voor. Boric viel op door zijn vermogen radicaal-linkse ideeën te verbinden met samenwerking met mensen van andere partijen. Al in 2015 noemden journalisten hem als een van de vijf politici met grote toekomstmogelijkheden. Boric is oprichter van de kleine linkse partij Convergencia Social (Sociale Samenwerking), onderdeel van het samenwerkingsverband Frente Amplio (Breed Front), dat onder de naam Apruebo Dignidad (Ik keur goed, Waardigheid, leus van campagne over nieuwe grondwet) meedoet aan de verkiezingen. Bij zijn verkiezing als kandidaat versloeg Boric de populaire burgemeester Daniel Jadue van de communistische partij (PC).
De grote verrassing is de 55-jarige José Antonio Kast. Deze traditionele katholiek en vader van negen kinderen was als student een vurig aanhanger van dictator Pinochet en is dat gebleven. Van 2002 tot 2016 was hij lid van het Huis van Afgevaardigden voor de UDI, de extreemrechtse erfgenaam van Pinochet, enige tijd als fractieleider. Hij verliet de UDI in 2016 toen die zich tegen zijn zin, een kwart eeuw na het einde van de dictatuur, wat van Pinochets erfenis begon te distantiëren. In 2017 haalde Kast als onafhankelijke bij de presidentsverkiezing 8 procent van de stemmen, na slechts 2-3 procent in de peilingen. Kast richtte de Republikeinse Partij op en dingt nu weer naar het presidentschap.
Bolsonaro
Kast heeft een uitgesproken extreemrechtse boodschap. Hij verdedigt Pinochet en vindt dat folteraars van diens regime te zwaar zijn gestraft. Als Pinochet nog leefde, zou hij op hem stemmen. Kast keert zich fel tegen feminisme, abortus, huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht en de LHBT-gemeenschap. Hij zal als president met harde hand de orde handhaven, en dat liefst als een president me nog grotere bevoegdheden dan de huidige. Daarbij wil hij tornen aan de bevoegdheden van het parlement en de rechterlijke macht en de autonomie van regionale bestuurders inperken. Kast wil maatregelen ten gunste van de oorspronkelijke bewoners terugdraaien en daarvoor ook internationale verdragen opzeggen. Hij keert zich tegen migranten, die afgelopen jaren naar Chili zijn gekomen. En de problemen met het klimaat worden volgens Kast natuurlijk sterk overdreven. Uiteraard was Kast tegen de vervanging van de grondwet van Pinochet door een nieuwe.
Het zal niet verbazen dat Kast sympathie heeft voor de Braziliaanse president Bolsonaro. Hij deelt met hem veel denkbeelden, maar heeft een andere stijl. Kast praat samenhangender en rustiger en scheldt minder op tegenstanders. Wel leiden zijn uitspraken tot veel tegenspraak en ophef. Kast heeft goede contacten met de radicaal-rechts populistische Spaanse partij Vox en voelt zich verwant met de rechtse regering van Polen.
Naast deze vier kandidaten zijn er nog drie andere. Marco Enríquez-Ominami (48 jaar) doet, vooral op eigen houtje of namens een kleine partij al voor de vierde keer mee. De vorige keren haalde hij 20, 11 en 6 procent van de stemmen. Meer dan dat laatste zit er nu waarschijnlijk niet in. Ook Franco Parisi, een econoom van 54 jaar, en de 70-jarige Eduardo Artés, deden al eerder mee, de eerste als een soort onafhankelijke in het centrum, de tweede namens een kleine afgescheiden communistische partij. In 2013 haalde Parisi 10 procent van de stemmen en in 2017 moest Artés het doen met 0,6 procent.
Rare buitenstaander
Aanvankelijk gold Kast als een rare buitenstaander, die geen hoofdrol zou spelen. Vanaf september schoot hij echter omhoog in de peilingen, waarbij hij al snel Sichel, de kandidaat van de grote rechtse partijen, volledig voorbijstreefde. Begin november had hij ook Gabriel Boric ingehaald. Kast zou 25 tot 28 procent van de stemmen kunnen krijgen. Waarschijnlijk heeft hij veel succes met zijn belofte met harde hand de orde te handhaven en stevig op te treden tegen misdadigers, drugshandelaren, strijdbare inheemse groepen (‘terroristen’ genoemd) en migranten. Hij heeft ook gewezen op het gevaar van een ‘communistische’ overwinning als Boric de president zou worden. Zulke taal kan in onzekere tijden veel mensen aanspreken.
Peilingen zeggen nog niet zo veel, want de helft van de kiesgerechtigden komt niet opdagen en tijdens de laatste gepubliceerde enquêtes had de helft van de kiezers nog geen keuze gemaakt. Bovendien mogen in Chili in de twee weken voor de verkiezingsdag geen peilingen meer gepubliceerd worden. Er is wel een soort paniek uitgebroken bij de andere kandidaten, die Kast als president als een gevaar voor de democratie zien.
‘Geen samenhangende ideeën’
Bij het slotdebat op televisie tussen de kandidaten op 15 november maakte Kast een zwakke indruk met verward optreden en weinig kennis van zaken. De ‘gewone’ rechtse kandidaat Sichel deed het veel beter. Iedereen viel Kast aan over zijn verdediging van Pinochet. Of dit debat effect op kiezers zal hebben, valt niet te zeggen. De digitale krant El Mostrador publiceerde een scherpe kritiek op het debat. De kandidaten herhaalden uit hun hoofd geleerde zinnen en boden om kiezers te trekken vooral “angst, afwijzing of hoop… Er ontbraken samenhangende politieke ideeën over wat het land nodig heeft”.
Over de uitslag van de parlementsverkiezingen valt nog weinig te zeggen, met het brede wantrouwen tegen partijen en de vrijwel zeker lage opkomst. Bij de presidentsverkiezingen zal, net als de vorige vijf keer, een tweede ronde nodig zijn, op 19 december. Nieuw is wel dat minstens een en mogelijk of waarschijnlijk zelfs twee die doorgaan (Boric en/of Kast) niet tot de gevestigde partijen behoren. Veel commentatoren menen dat Chili in 2021 na de verkiezingen en met een nieuwe grondwet een nieuw tijdperk ingaat, na de grondwet van Pinochet. Maar als Kast president wordt, moet hij waarschijnlijk na een half jaar werken met een nieuwe grondwet, waar hij het op alle belangrijke punten niet mee eens is. Dat is geen prettig vooruitzicht voor de democratie en de Chileense samenleving.