Op zondag 1 maart was het precies 150 jaar geleden dat de Paraguyaanse president Francisco Solano López werd doodgeschoten door een Braziliaanse soldaat. Zijn dood betekende het einde van een oorlog die de geschiedenis in zou gaan als de meest bloedige oorlog op het Latijns-Amerikaanse continent.
Het lijkt misschien lang, een periode van 150 jaar, maar in het collectieve geheugen van de Paraguayanen staan de gebeurtenissen van toen nog scherp gegrift. In de oorlog van de Drievoudige Alliantie streden Brazilië, Argentinië en Uruguay samen tegen het veel kleinere Paraguay. Van meet af aan was duidelijk dat Paraguay het niet zou kunnen winnen van deze overmacht. Toch zou de oorlog ruim vijf jaar duren, met als resultaat dat Paraguay niet alleen een flink deel van zijn territorium kwijtraakte, maar dat naar schatting de helft van de toenmalige bevolking om het leven kwam. Van de Paraguayaanse mannen zou maar 10 procent de oorlog hebben overleefd. In zijn beroemde boek De Aderlating van een continent wijdt Eduardo Galeano een hoofdstuk aan Paraguay en aan deze oorlog. Lezing ervan helpt om Paraguay en zijn bewoners beter te begrijpen. Zoals waarom Paraguayanen zo van lekker eten houden, uit een soort ‘eeuwige honger’ als gevolg van de hongersnood tijdens de oorlog.
Geschoffeerd door Braziliaanse keizer
Galeano is duidelijk op de hand van het kleine Paraguay. In zijn visie begon de Paraguyaanse president Solano López de strijd omdat hij beloofd had Uruguay bij te staan en in dat land kwam er een couppleger aan de macht die door Brazilië en Argentinië in het zadel was geholpen. Daarnaast was López bang dat zijn eigen land ook onder de voet gelopen zou worden. Efraím Cardozo, een belangrijke Paraguayaanse politicus en historicus uit de eerste helft van de vorige eeuw, was een andere mening toegedaan: Solano López voelde zich door de Braziliaanse keizer geschoffeerd, omdat zijn verzoek een van de dochters van de keizer te mogen huwen was afgewezen. López raakte gefascineerd door de gedachte met een oorlog de aandacht van de wereld op zich te vestigen en zo respect te krijgen van de machtige landen die zich zo weinig gelegen lieten liggen aan Paraguay. Cardozo citeert López die tijdens een openbare bijeenkomst zei: “Misschien is dit de gelegenheid om te tonen wie wij werkelijk zijn en de status te krijgen die wij gezien onze kracht en ontwikkeling zouden moeten innemen tussen de Zuid-Amerikaanse republieken.”
Ongelijk grondbezit
Nadat Paraguay in 1811 onafhankelijk werd, ontwikkelde het land zich tot een redelijk welvarende natie. De vader van Solano López, Carlos Antonio López die van 1844 tot 1862 president was, besteedde veel aandacht aan onderwijs en economische ontwikkeling, en probeerde de (handels)relaties met het buitenland te verbeteren. De oorlog maakte hieraan een einde. De overheid werd gedwongen grote stukken grond te verkopen aan buitenlandse ondernemingen om zo de oorlogsschulden die het land kreeg opgelegd te kunnen aflossen. Dit is de reden dat sinds 1870 het economische systeem gedomineerd wordt door grote landgoederen, die de kleine boeren en de inheemse bevolking buitensluiten, aldus boerenleider Ernesto Benítez in een artikel in The Guardian. “Het is een historisch probleem waar we nog altijd last van hebben.” Paraguay kent ook nu nog een van de meest ongelijke verhoudingen van grondbezit ter wereld: 85 procent van de grond is in bezit van 2,5 procent van de grondeigenaren. Daartegenover staat dat veel kleine boeren en een groot deel van de inheemse bevolking helemaal geen grond bezitten.
Waterkrachtcentrale Itaipú
Minstens 14 procent van alle grond is in handen van Braziliaanse boeren, die daardoor over veel economische en politieke macht beschikken. “De oorlog heeft grote invloed gehad op onze diplomatieke relaties”, zegt architect en historicus Jorge Rubiani, “we zijn zelden in staat geweest om tegenspraak te bieden aan de Brazilianen”. Een ander voorbeeld hiervan is het gedeelde eigendom (Paraguay en Brazilië) van de Itaipúdam, de meest productieve waterkrachtcentrale ter wereld. Theoretisch gezien zouden beide landen gelijkelijk profijt van de opbrengst moeten hebben, maar een recent onderzoek toonde aan dat Paraguay tussen 1985 en 2018 maar liefst USD 75 miljoen aan Brazilië verloor, een bedrag gelijk aan het Paraguayaanse BNP van de afgelopen vier jaar.
Machismo
Er is nog een andere erfenis van de oorlog: het zeer sterke machismo en het veelvuldig gebruik van geweld tegen vrouwen in het moderne Paraguay. Na 1870 zouden de weinige overgebleven mannen speciale privileges gekregen hebben, terwijl de vrouwen de last van de wederopbouw op zich namen. Volgens genderspecialist Sofía Espíndola zouden deze privileges, samen met het misbruik door Braziliaanse soldaten na afloop van de oorlog, hebben bijgedragen aan de wijze waarop genderrelaties zich heden ten dage tot elkaar verhouden. Natuurlijk is het lang niet de enige factor, zegt Espíndola, maar de houding na 1870 waarbij vrouwen louter als verzorgers van mannen werden gezien, heeft zeker zijn weerslag op het huidige machismo. De positie van vrouwen is zwak. Abortus is in alle gevallen illegaal, ook wanneer de zwangerschap het gevolg is van verkrachting. En dit jaar zijn al zeker vijf vrouwen door geweld om het leven gekomen; drie gevallen worden nog onderzocht, waaronder die van een twaalfjarig inheems meisje dat eind februari dood bij een busstation gevonden werd. Volgens cijfers van het openbaar ministerie is in 2019 bijna 25.000 keer aangifte gedaan van huiselijk geweld.
Goud en sieraden
Hoewel Solano López zijn land tot de rand van de afgrond bracht en zijn figuur gedurende de afgelopen 150 jaar vaak is bekritiseerd, wordt hij sinds 1936 als nationale held geëerd. Op 1 maart van dat jaar stelde toenmalig president Rafael Franco de ‘Día de los Héroes’ (Dag van de Helden) in. Nog altijd is 1 maart een feestdag in Paraguay. En er zijn meer dagen die aan de oorlog herinneren. Want hoewel internationale vrouwendag natuurlijk op 8 maart gevierd wordt, kent Paraguay ook zijn eigen vrouwendag, op 24 februari. Dit is de dag waarop in 1867 Paraguayaanse vrouwen hun goud en sieraden inleverden om zo een bijdrage aan de oorlog te leveren. Wonderlijk genoeg werd deze dag voor het eerst ‘gevierd’ in 1974, hetzelfde jaar waarin de Verenigde Naties 8 maart tot internationale vrouwendag verklaarden.
“Je bent al een soldaat”
Ook kinderen en jongeren deden mee in de strijd. In het begin werden jongens van 15 of 16 jaar gerekruteerd, maar naarmate de oorlog langer duurde ronselde López steeds jongere kinderen, tot aan elfjarigen toe. Aanvankelijk werden kinderen gebruikt voor het vervoer van materiaal. In augustus 1869 was López op de vlucht voor geallieerde troepen en verdeelde hij zijn leger in een gevechtseenheid en een logistieke eenheid. Die laatste bestond merendeels uit vrouwen en kinderen en vervoerde onder andere voedsel en kanonnen. Toen de geallieerde troepen deze eenheid bij Acosta Ñu bereikten, zat er voor de 3500 kinderen niets anders op dan te vechten. De Braziliaanse overmacht van 20.000 soldaten leidde tot een bloedbad met aan Paraguayaanse zijde slechts enkele overlevenden. Hoewel het aantal van 3500 kinderen betwist wordt (het zouden er ook 700 kunnen zijn) doet dit niets af aan de gruwelijkheid van de gebeurtenis. Ter herinnering aan deze slachting is 16 augustus sinds 1948 de’ Dag van het Kind’ in Paraguay. Het gevecht van Acosta Ñu is door opeenvolgende regeringen gebruikt om kinderen klaar te stomen voor een toekomst in het leger. Zo was er een schoolboek waarin een jongen naar een militaire parade kijkt en tegen zijn vader zegt dat hij later ook soldaat wil worden. Waarop de vader antwoordt: “Je bent al een soldaat.”
Rond en op 1 maart wordt het einde van de oorlog op verschillende manieren herdacht: er verschijnen boeken en artikelen, er vinden concerten plaats en op conferenties wordt teruggeblikt op de gebeurtenissen. In de omgeving waar Francisco López de dood vond, is een nieuw monument onthuld. Maar ondanks al deze aandacht wordt in Paraguay niet gesproken over de economische, sociale en politieke erfenis van een oorlog die het land bijna letterlijk van de kaart veegde. “Je kunt een zieke alleen genezen als je weet wat er mis is met het lichaam”, zegt historicus Rubiani. “Hetzelfde geldt voor Paraguay en de oorlog van de Drievoudige Alliantie. Het blijft ons achtervolgen zolang we er onwetend over zijn.”