Bosbehoud en lokale ontwikkeling in Costa Rica
Osa schiereiland, Costa Rica. In één van de mooiste tropische regenwouden van Latijns Amerika is het steeds moeilijker een balans te vinden tussen natuurbescherming en lokale ontwikkeling. Daarbij worden lokale bewoners vaak vergeten, terwijl het bereiken van die balans juist van hen afhangt.
Eulalio wacht me op aan het begin van het pad. Hij begroet me met een glimlach die net zo breed en wit is als zijn hoed. Meer dan een uur lang rijden we te paard door het tropisch regenwoud. Het is nog erg vroeg in de ochtend en we zitten midden in de wilde natuur van een van de gebieden met de meeste biologische rijkdom op aarde. Plotseling verandert het regenwoud in grasland: 60 hectare bos is platgebrand en gekapt met kettingzagen. Dit gebied was vroeger veel groter: in 1965 verkreeg Eulalio’s familie het recht om dit stuk regenwoud, dat van niemand was, te ontbossen en er een boerderij te vestigen. Nu behoort het hele gebied tot het Golfo Dulce Bosreservaat, een beschermd buffergebied rondom het beroemde Nationaal Park Corcovado op het Osa schiereiland in Costa Rica.
Leven van het bos
Eulalio en zijn familie leven van wat de boerderij biedt: rijst, bonen, koeien en een paar varkens. Hun levensonderhoud is echter sterk ingeperkt door de regels van het bosreservaat. “Ik kan mijn land niet meer gebruiken op de manier die ik nodig heb”, verzucht Eulalio, “ik heb een deel terug laten groeien als bos, omdat het niet de moeite waard was om er nog op te verbouwen, maar het ministerie van Milieu betaalt me nauwelijks compensatie.” In het bosreservaat is inderdaad maar weinig toegestaan, waardoor de economische activiteiten van de bewoners beperkt zijn: “Als ik land tijdelijk braak laat liggen, mag ik er daarna niet meer op verbouwen, want dan groeit er weer bos op en wordt het beschouwd als herbebost land. Dus ik moet het constant onbegroeid houden, waardoor de grond al zijn voedingsstoffen verliest. Als ik er vervolgens weer op ga verbouwen is de oogst slecht.”
Er zijn veel verhalen zoals dat van Eulalio. Traditioneel leven mensen in Osa van het land en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, maar de natuurbescherming heeft dit moeilijk gemaakt. Mensen die land bezitten, kunnen aanspraak maken op een minieme compensatie voor het beschermen van hun bos via PES, het overheidsprogramma voor betaling van milieudiensten. Mensen zonder formele landrechten hebben die mogelijkheid niet, en zijn daardoor vaak gedwongen met in illegale activiteiten in hun levensonderhoud te voorzien.
Natuurbescherming versus ontwikkeling
Sinds de jaren zeventig, toen het Osa schiereiland officieel beschermd werd, zijn lokale bewoners van hun land gezet of beperkt in hun economische activiteiten. Dit vond allemaal plaats in een van de minst ontwikkelde gebieden het land, met relatief weinig economische kansen, werkgelegenheid en openbare voorzieningen. Volgens een recent rapport van het ministerie van Planning en Economisch Beleid behoort Osa nog steeds tot de 20 procent minst ontwikkelde gebieden. Het rapport ziet een duidelijk verband tussen bescherming van natuurgebieden en lage ontwikkeling.
Is het dan echt onmogelijk om natuurbescherming en lokale ontwikkeling met elkaar te verenigen? Er zijn veel pogingen gewaagd, maar de resultaten zijn wisselend en de bevolking wordt vaak niet echt betrokken. Menselijke activiteiten blijken inderdaad een belangrijke bedreiging voor Osa’s biodiversiteit. Stedelijke en toeristische bouw rukken op, en bos wordt gekapt en platgebrand voor oliepalmplantages. Ook illegale jacht op dieren en mijnbouw zorgen voor grote problemen.
Economische ontwikkeling heeft altijd wel een (meestal negatieve) impact op het milieu, maar ook gebrek aan economische alternatieven kan er toe leiden dat mensen overgaan op illegale en niet-duurzame activiteiten. En terwijl milieubescherming een belangrijke plaats inneemt in de ideeën en het beleid van lokale overheden en ngo’s, geldt dat veel minder voor lokale sociaaleconomische ontwikkeling.
Lokale visie
De bewoners van Osa hebben een sterk ecologisch bewustzijn, maar zien natuurbescherming ook als een luxe die niet iedereen zich kan veroorloven. “Natuurlijk is het belangrijk om de natuur te beschermen! Maar sommigen krijgen daarvoor betaald aan het eind van de maand, terwijl wij niets overhouden,” aldus Xinnia, een veertigjarige vrouw met heldere ogen en haar handen aangetast door jaren goud zoeken. Deze klacht hoor je vaak onder lokale bewoners van Osa. Overheden en ngo’s beperken het levensonderhoud van bewoners zonder goede alternatieven te bieden, waardoor mensen buitenstaanders worden op hun eigen land. Er zijn wel initiatieven om duurzame lokale bedrijfjes te stimuleren, met name kleinschalig toerisme, maar hoewel die soms succes hebben blijven ze meestal marginaal.
Alternatieve oplossingen in de ogen van lokale bewoners zijn bijvoorbeeld kredieten waarmee ze zelf in ‘groene’ projecten kunnen investeren (toegang tot krediet is een groot probleem). Ook steun bij het switchen naar biologische landbouw is volgens de boeren hard nodig. Dan kunnen ze voldoen aan de strenge milieuregels terwijl ze tegelijkertijd hun producten voor een hogere prijs kunnen verkopen.
Vicieuze cirkel
Natuurlijk is het niet makkelijk om de vicieuze cirkel van economische problemen en uitbuiting van natuurlijke hulpbronnen te doorbreken. Je stuit daarbij op allerlei problemen zoals een gebrek aan formele markten waar boeren hun producten kwijt kunnen en onzekere landrechten. Lokale ontwikkeling moet dus doelgericht aangepakt worden. Organisaties en overheden zouden hun focus moeten verleggen van alleen natuurbescherming naar geïntegreerde lokale ontwikkeling, waarvan natuurbescherming een integraal onderdeel is. Zo’n benadering helpt de lokale bewoners, terwijl de reputatie van Costa Rica op het gebied van natuurbescherming behouden blijft.
“Ze denken dat je door bomen te beschermen automatisch mensen helpt, maar dat is niet waar… het gaat er meer om hoe je mensen kunt helpen om de bomen te beschermen”, zegt Eulalio als we terugrijden. Inderdaad, er moet meer aandacht komen voor mensen als Eulalio en Xinnia, zodat zij zelf de hoofdrol kunnen spelen in de bescherming van het milieu. Mensen mogelijkheden geven om die geweldige biodiversiteit te beschermen moet niet de laatste optie zijn, maar de eerste keuze: alleen zo kunnen we natuurbescherming en lokale ontwikkeling in Osa en Costa Rica samenbrengen.
Alice Brignone is masterstudent Sustainable Development (International Development track) aan de Universiteit Utrecht. Zij deed onlangs drie maanden onderzoek in Osa.
Namen van personen zijn veranderd vanwege privacy.