Van reuzenschildpad tot zeekomkommer
Als kind had ik een droom. Wij hadden thuis geen hond of kat maar schildpadden. In de zomer liepen ze los in de tuin en soms ontsnapten ze door zich onder de heg door te wurmen. Ze konden eigenlijk nog verbazend snel lopen: van heinde en verre brachten buurtgenoten onze Paddel en Paddelien weer terug. Het waren Griekse landschildpadden, klein van stuk. Ik had plaatjes gezien van veel grotere schildpadden op de Galapagoseilanden: reuzenschildpadden. Díe wilde ik zien, dat was mijn droom!
De Galapagoseilanden: wereldberoemd geworden door bioloog Charles Darwin die op de eilanden het bewijs vond waarop hij vele jaren later en allang weer thuis in Engeland zijn evolutieleer baseerde. Darwin ontdekte dat de vinken die op de verschillende eilanden voorkwamen zich aan de unieke omstandigheden van ieder eiland hadden aangepast, maar wel een zelfde voorvader hadden. De geïsoleerde ligging van de archipel en van de afzonderlijke eilanden zorgde voor nog veel meer unieke soorten. Hoe staat het bijna vijfhonderd jaar na de ‘ontdekking’ van de Galapagos met deze unieke dieren? Overleven ze de komst van de mens en andere exoten? Of worden ze slachtoffer van de jacht? La Chispa belicht de situatie van enkele bekende en minder bekende dieren.
Jaren later bezocht ik Latijns-Amerika en ontdekte tot mijn verrassing dat de Galapagoseilanden deel uitmaken van Ecuador. Toen ik halverwege de jaren tachtig naar Ecuador verhuisde stond niets een bezoek aan de eilanden meer in de weg. Nou ja, de kosten dan, want goedkoop waren reis en verblijf niet. Gelukkig brachten mijn broer en schoonzus uitkomst door mij mee te nemen toen ze mij in Ecuador kwamen opzoeken.
Kwart miljoen
Het was een fantastische reis, met als hoogtepunt een bezoek aan het Charles Darwincentrum waar je de reuzenschildpadden kon bezichtigen. Onder hen ook Lonesome George, zo genoemd omdat hij als enige van zijn soort was overgebleven. “Toen er nog veel schildpadden op het eiland Pinta leefden werden ze opgegeten door passerende zeelieden. Toen ze zeldzaam geworden waren, hebben verzamelaars de laatste paar op sterk water gezet, ‘in naam van de wetenschap’”, schreef bioloog Colin Tudge in 2006. “En nu er nog een over lijkt – de enorme en treurige Eenzame George – worden er heroïsche acties zoals klonen ondernomen om zijn soort in leven te houden.” Jarenlang hebben wetenschappers verwoede pogingen in het werk gesteld om een partner voor George te vinden, maar niets mocht baten. Met zijn dood in 2012 kwam er ook een definitief einde aan de schildpadden van het eiland Pinta.
De reuzenschildpadden waren de eerste slachtoffers van de toevallige ontdekking van de onbewoonde eilandengroep in 1535 door de Panamese bisschop Tomás de Berlanga. Ze waren gemakkelijk te vangen en eenmaal aan boord gehesen bleven ze nog een tijd in leven: een goedkope bron van voedsel op de lange zeereizen. Volgens schattingen waren er ten tijde van de ontdekking van de eilandengroep een kwart miljoen schildpadden. Gegevens uit logboeken van onder andere walvisvaarders tonen aan dat alleen al tussen 1815 en 1844 ruim vijftienduizend schildpadden werden meegenomen. Aan het einde van de negentiende eeuw waren er nog ongeveer honderdduizend schildpadden over. Dat aantal is daarna nog verder gedaald tot naar schatting 25.000 rond de laatste eeuwwisseling.
Komkommers bemesten koraal
Schildpadden worden niet meer gebruikt om zeelieden in leven te houden. De jacht is tegenwoordig geopend op andere diersoorten, waarvan sommigen, zoals de zeekomkommer, een weinig ‘aaibaar’ karakter hebben en minder tot de verbeelding spreken dan een eenzame schildpad als George. Zeekomkommers zijn een delicatesse in Aziatische landen, met name in China, en de afgelopen vijfentwintig jaar is de vraag sterk gegroeid. Het gevolg is dat de vangst van zeekomkommers wereldwijd is toegenomen, ook in de wateren rond de Galapagoseilanden. Al aan het begin van de jaren negentig werden er zeekomkommers gevangen, toen nog met toestemming van de Ecuadoraanse overheid. Al gauw bleek dat vissers zich niet aan de regels hielden en er veel meer gevangen werd dan was toegestaan. Het leidde tot een verbod, maar het kwaad was al geschied en de illegale vangsten gingen door.
Het voorkomen van zeekomkommers is volgens de Ecuadoraanse bioloog Verónica Toral-Granda tot onder het kritieke aantal van elf per honderd vierkante meter gedaald. Wanneer er te weinig zeekomkommers in een gebied zijn, nemen hun kansen op het vinden van een partner en daarmee de kans op nakomelingen sterk af. “Het zijn geen charismatische, mooie dieren die een warm gevoel bij je oproepen”, zegt Toral op de website Mongabay. “Ik bedoel, ze zien eruit als komkommers en zijn toevallig dieren.” Maar wel heel belangrijk voor het ecologisch evenwicht in de oceanen: ze eten natuurlijk afval en scheiden alkaline af, een stof die koraal beschermt. Verder produceren de zeekomkommers ammonia dat het koraal bemest. Maar wie zet zich in voor de onbetekenende zeekomkommer? Er mag tegenwoordig zelfs weer op gevist worden in het water rond de eilanden. Door de sterke afname van de zeekomkommers is ook het aantal vissers gedaald, maar of dit de zeekomkommer gaat redden is de vraag.
Chinese haaievinnensoep
De rovers hebben alweer een nieuw product gevonden: haaien. Opnieuw zijn het vooral Chinezen die haaien eten, meest in de vorm van haaievinnensoep. De afgelopen twintig jaar is de vraag naar haaievinnen wereldwijd zo sterk toegenomen dat het aantal haaien dramatisch daalt. De vinnen worden van de levende vissen afgesneden, waarna de verminkte dieren overboord gegooid worden. De Europese Unie heeft in 2013 een algeheel verbod op het afsnijden van haaievinnen uitgevaardigd. Ecuador had tien jaar daarvoor het vangen van haaien al bij de wet verboden. Echter, in 2007 is dit algehele vangverbod afgezwakt door haaien als toevallige bijvangst wel toe te staan, een maas in de wet waar vissers graag gebruik maken.
Een bijkomend probleem is de beveiliging van het uitgestrekte zeereservaat rond de Galapagoseilanden. Het team van natuurbeschermers is structureel onderbemensd en heeft te weinig geld om doeltreffend te controleren. Een vangst als die van 2015 in Manta, een kustplaats op het vasteland van Ecuador, doet het ergste vrezen. Dat jaar onderschepte de politie in de haven van Manta een partij van niet minder dan 200.000 haaievinnen met een marktwaarde van anderhalf miljoen dollar. Minstens 50.000 haaien waren het slachtoffer geworden van de smokkelaars, die van plan waren de vinnen via Peru naar China te verschepen. Hoewel niet vaststaat dat deze specifieke vinnen uit het Galapagos zeereservaat afkomstig zijn, doet dit niets af aan het zorgwekkende feit dat mogelijk meer smokkelaars door de mazen van het controlenet glippen. Oudere rapporten waaruit Mongabay citeert geven aan dat jaarlijks 12.000 haaien uit de wateren rond Galapagos slachtoffer worden van smokkelpraktijken.
Net als de zeekomkommers spelen de haaien een belangrijke rol in het ecosysteem rond de Galapagoseilanden. Als ze verdwijnen, heeft dit negatieve gevolgen voor al het zeeleven in het gebied. Uit recent onderzoek van het Charles Darwincentrum blijkt inmiddels dat nergens ter wereld zoveel haaien voorkomen als in het zeereservaat. Het is nu zaak ervoor te zorgen dat de wateren rond de eilanden een veilige plek blijven en dat de gevolgen van klimaatverandering geen vat krijgen op deze toch kwetsbare populatie. Ook haaien behoren niet direct tot de meest aaibare dieren, maar toch vormen ze een belangrijke trekpleister voor de toeristen die de Galapagoseilanden bezoeken.
Geiten en honden
Net als de meeste andere dieren (de zeekomkommers daargelaten) trouwens. Want het is natuurlijk supercool wanneer je letterlijk over de leguanen struikelt bij je wandeling over een van de eilanden, wanneer de dolfijnen om je boot duikelen en de zeehonden je ’s ochtends wakker blaffen. Maar is het wel prettig om als leguaan of blauwpoot Jan van Gent dagelijks tientallen malen op de foto gezet te worden? En komen er inmiddels niet te véél toeristen naar de eilanden?
Vorig jaar stuurde een groep van 35 tour operators een brandbrief naar de Ecuadoraanse minister van toerisme omdat ze zich zorgen maken over de schadelijke effecten van het groeiend aantal toeristen. In het verleden kwamen de meeste toeristen om per boot de eilanden langs te varen. Dit was ook een vorm van toerisme die goed gecontroleerd kon worden door de overheid, omdat er een maximum aantal bedden over de boten verdeeld werd. Maar de laatste tien jaar is vooral het zogenaamde landtoerisme hard gegroeid: dit zijn mensen die in hotels op de eilanden verblijven. Volgens cijfers van het Galapagos Nationaal Park is het aantal toeristen tussen 2007 en 2016 gegroeid van 161.000 tot 225.000, een toename van 39 procent. In dezelfde periode steeg het aantal landtoeristen van 79.000 naar 152.000 (een toename van 92 procent), terwijl het boottoerisme met bijna 10.000 bezoekers afnam.
Het landtoerisme kon zo sterk groeien doordat het aantal hotels op de eilanden de afgelopen jaren geëxplodeerd is: van 65 in 2006 naar 317 hotels in 2017. De meeste hiervan zijn budgethotels waardoor de Galapagos van een dure vakantie plots veranderd zijn in een bestemming die voor iedereen betaalbaar is. Nieuwe hotels vragen om nieuwe wegen, infrastructuur en werknemers. En door dit alles neemt ook de kans toe op ongewenste exoten die ongezien meeliften op boten of in vliegtuigen. In het verleden ging het om geiten en honden; nu kunnen er parasieten tussen zitten die een bedreiging vormen voor het kwetsbare ecosysteem.
De groep tour operators benadrukt dat ze niet tegen het landtoerisme zijn, maar ze willen wel graag dat de overheid het aantal toeristen reguleert. De toeristen brengen immers ook geld binnen, niet alleen voor de tour operators, maar ook voor de bescherming van de fauna en flora van de eilanden. De groep is ook voorstander van een substantiële prijsstijging van de toegang tot het UNESCO erfgoed. Al twintig jaar betalen buitenlandse bezoekers niet meer dan USD 100 (Ecuadorianen betalen USD 6). In augustus maakte het bestuur van de eilanden bekend dat een verdubbeling serieus overwogen wordt, zodat de prijs de gestegen kosten van het parkbeheer helpt dekken.
Piraten, walvisvaarders, 19de -eeuwse onderzoekers, toeristen, vissers, smokkelaars… de bedreigingen van de unieke fauna kwamen en komen allemaal van een kant: de mens. Gelukkig heeft de mens ook een andere kant: biologen, natuurbeschermers, en ecologische tour operators die zich inzetten voor de oorspronkelijke bewoners, of het nu reuzenschildpadden of zeekomkommers zijn.
Deze bijdrage is onderdeel van de special Milieu 2019