Niet krenterig met kruiden
Wil je lekker en betaalbaar Surinaams eten, dan is Eethuis Aarti in Utrecht een goede plek. Op het menu staan gerechten van alle belangrijke bevolkingsgroepen. Chef kok en medeoprichtster Malta Maggan kookt echt Surinaams en doet geen concessies aan de Nederlandse smaak.
“Bij Eethuis Aarti smaakt de roti net als in Suriname”, meldt een pas verschenen gids met bezienswaardigheden, bijzondere winkels en aparte eet- en drinkgelegenheden in de stad Utrecht. Malta Maggan die samen met haar man Albert in 1983 het eethuis startte, kent dat nieuwe boekje niet. Zij gaat haar eigen gang, maar kan de tekst volmondig beamen. “Ik kook helemaal zoals ik dat in Suriname bij mijn moeder thuis heb geleerd. Anders dan Chinezen en Turken heb ik me met mijn gerechten nooit aangepast aan de smaak van de Nederlanders.”
‘Slapeloze nachten’
Aarti is nu een goedlopend eethuis in de Utrechtse multiculturele wijk Lombok. Niet alleen qua smaak, maar ook qua inrichting – met eenvoudige tafels en stoelen en foto’s van Paramaribo, tekeningen en een kaart van Suriname aan de wand – zou het in Paramaribo kunnen zijn, vertelt Malta Maggan. Maar het begin was moeilijk. Toen Malta en Albert, rond 1975 uit Paramaribo gekomen, in 1983 begonnen en drie jonge kinderen moesten onderhouden, wisten ze niet of ze het gingen redden. “We hebben er slapeloze nachten van gehad”. Maar vol vertrouwen stelde Albert voor het eethuis te noemen naar hun dochtertje, Aarti. Albert is in 2013 helaas plotseling overleden. Een zoon werkt nu fulltime in de zaak, terwijl Malta als chef kok scepter in de keuken zwaait. Er werken nog een paar mensen en als het erg druk is, springen andere kinderen bij.
Voor de lunch komt veel kantoorpersoneel en ’s avonds is het meestal lekker vol en gezellig. Bij mooi weer zijn ook de tafeltjes buiten bezet. Er lopen mensen af en aan die bakjes met eten komen afhalen. Ongeveer tweederde van de klanten zijn autochtone Nederlanders, een derde Surinamers en andere migranten, zoals Turken en Marokkanen uit Lombok. Ook veel studenten eten hier een betaalbare maaltijd. Heel wat mensen komen naar Aarti uit andere delen van de stad Utrecht en soms nog van verder.
Aubergine
Aarti is een familiebedrijf van Hindoestanen (de bevolkingsgroep die na 1873 als contractarbeiders uit India kwam), maar op de menulijst staan gerechten van alle belangrijke Surinaamse groepen. Zo zijn er uit de Hindoestaanse keuken onder andere roti’s (de specialiteit van Aarti), masoesa rijst (gele rijst), de snack bara en het gebruik van lamsvlees. Typisch Creools (van de groep, wier voorouders als slaven uit Afrika kwamen) is de ovenschotel pom. Uit de Javaanse keuken komen nasi en bami, al smaken die wat anders dan de Indonesische nasi en bami. Van Chinese oorsprong is moksi meti (gemengd vlees) en als algemeen Surinaams gelden kouseband en bakkeljauw. Klanten bestellen veel roti met kipfilet kerrie, een Hindoestaans gerecht, terwijl in de roti kipfilet ketjap juist Javaanse invloeden doorwerken.
Malta vindt dat je niet krenterig moet zijn met kruiden. De gerechten zijn dan ook lekker gekruid. Ze is bijzonder trots op de aubergine in de vegetarische maaltijden. Ze gebruikt een Surinaamse aubergine, die afwijkt van de aubergines die in Nederland in de winkel liggen. Haar aubergines komen rechtstreeks uit Suriname of van een bedrijf in Nederland dat deze soort kweekt. Uit eigen ervaring kan ik zeggen: die aubergine is de onbetwiste topper van de groente bij Aarti.
Voor een redelijke prijs heb je hier origineel Surinaams eten: voor 3,50 euro een belegd broodje, vanaf 7,50 tot 14,50 euro een roti met kip, vlees of vegetarisch. Ook de goedkope roti is al een volledige maaltijd. Variaties van nasi en bami kosten van 9,00 tot 16,00 euro. Masoesa rijst met kip of vlees is iets duurder, van 13.50 tot 18,00 euro.
Surinaams Eethuis Aarti, Kanaalstraat 75, 3531 CB Utrecht, 030-2938325.
www.eethuis-aarti.nl. Geopend: donderdag t/m dinsdag: van 12.00 tot 21.00 uur, zondag van 14.00 tot 21.00 uur. Woensdag gesloten.
Deze bijdrage maakt deel uit van de ‘voedselspecial’ in september/oktober 2017.