Kunst & Cultuur

Raoul Peck, Arnold Antonin en Guetty Felin

22 november 2020

Els Hortensius

Filmregisseurs in een land zonder bioscoop

Schrijven over film in een land waar bioscopen verdwenen zijn. Op het eerste gezicht lijkt het weinig zinvol. Maar schijn bedriegt. Bioscopen mogen dan gesloten zijn, dit betekent niet dat Haïti geen (goede!) filmmakers voortbrengt. Noch dat de Haïtianen niet van film houden. La Chispa kan slechts een paar regisseurs in de schijnwerper zetten; er zijn er meer!

De nu bijna 78-jarige Arnold Antonin maakte zijn eerste film in 1974. “Ik zei tegen mijzelf dat het absurd was om je in een land met zoveel analfabeten tot de bevolking te willen richten met geschreven teksten. Ik moet je zeggen dat ik altijd al gek op films was en tijdens mijn verblijf in Europa veel filmhuizen bezocht, omdat ik geloof in de kracht van beeld en geluid om waarden en schoonheid over te brengen”, vertelt hij in een interview met Jean Marie Théodat van het collectief 2004 Images Haïti.

En gelijk heeft hij. Hoewel meer mensen kunnen lezen en schrijven dan in 1974,  kent Haïti nog altijd een sterke orale en visuele traditie, ook omdat veel teksten uitsluitend in het Frans gepubliceerd worden, terwijl de moedertaal van het gros van de bevolking het Creool is. Toch gaan vandaag de dag nog maar weinig mensen naar de film. De meeste bioscopen zijn verdwenen.

Goedkope dvd’s

Buiten de hoofdstad Port-au-Prince waren er altijd al weinig filmhuizen en bioscopen. En de redenen dat ook in de hoofdstad bioscopen ontbreken zijn vrij simpel. In het verleden duurde het zeker drie maanden voordat films vanuit bijvoorbeeld de Verenigde Staten Haïti bereikten. Tegen die tijd waren de films allang illegaal gekopieerd en op televisie vertoond, waardoor nog minder films überhaupt het land bereikten en Haïti uiteindelijk van de internationale filmdistributielijst werd verwijderd.  Goedkope dvd’s deden de filmindustrie de das om en de aardbeving in 2010 maakte de laatste bioscopen in de hoofdstad Port-au-Prince met de grond gelijk.

Even was er hoop toen in 2015 het Triomphe theater, dat in 1988 de deuren had gesloten, opnieuw open ging, dankzij zeven miljoen dollar steun van de staat. Maar die hoop vervloog snel toen Haïtiaanse producenten nul op het rekest kregen om hun films te mogen vertonen. Het theater, gelegen aan de Champs de Mars, dichtbij het presidentieel paleis,  wordt alleen gebruikt voor staatsconferenties. De Champs de Mars kende nog een andere bioscoop: het Rex Theater, gebouwd in de jaren dertig van de vorige eeuw en dé plek waar de nieuwste films hun eerste vertoning hadden. Maar de al genoemde aardbeving verwoestte de bioscoop, die tot op heden niet is herbouwd.

Ook Jacmel, gelegen aan de zuidkust van Haïti, werd zwaar getroffen door de aardbeving. Maar daar ging men door met het vertonen van films. De kleine stad kende al sinds 2004 een internationaal vermaard filmfestival. In 2019 opende filmregisseur Guetty Felin het Southern Lights filmfestival in de openlucht. Tegen een achtergrond van palmen en een ruisende branding keken iedere avond tientallen liefhebbers naar Haïtiaanse en Afrikaanse films. “Het ontbreken van theaters is niet het probleem”, antwoordt Felin op een vraag van France 24. “We hebben niet veel geld, maar dat betekent niet dat we matige films produceren.” Met Southern Lights willen de organisatoren kwaliteitsfilms vertonen aan mensen die snakken naar de bioscoop. Haar film Ayiti Mon Amour speelt vijf jaar na de aardbeving en was in 2018 de eerste Haïtiaanse inzending ooit voor de categorie Beste Buitenlandse Film van de Academy Awards.

Apocalyps

De teloorgang van de Haïtiaanse filmtheaters was al in gang gezet, maar toch kan de aardbeving van 2010 hier niet onbesproken blijven. De beving lijkt als een breuklijn door de filmcultuur te lopen. Twee van Haïti’s bekendste filmregisseurs, Raoul Peck en de al genoemde Arnold Antonin, hebben elk een film over de ramp gemaakt. Antonin vertelt in zijn film uit 2010 in twintig minuten het verhaal van de moed en van het Haïtiaanse volk en de getoonde internationale solidariteit. En hij stelt vragen over verantwoordelijkheden en falend beleid die tot deze ramp geleid hebben. Deze Apocalyps werd immers al jaren verwacht. Raoul Peck maakte zijn film Fatal Assistance in 2013 en legt het zwaartepunt bij de falende internationale steun aan de wederopbouw van het land.

Peck en Antonin zijn allebei in Haïti geboren, maar volgden beiden in het buitenland hun filmopleiding. Om te ontsnappen aan dictator Duvalier vertrok het gezin van Peck begin jaren zestig naar Congo, waar zijn vader, te midden van veel andere Haïtianen, als landbouwkundige de professionele gaten hielp opvullen die bij de recente onafhankelijkheid van Congo waren ontstaan door het vertrek van de Belgen. Raoul Peck’s internationale erkenning  kwam in 2000 met de film Lumumba, over Congo’s eerste premier Patrice Lumumba, begin 1961 vermoord in de gevangenis.

I am not your negro

Meer recent oogstte Peck veel lof met de film I am not your negro, over James Baldwin en diens drie vermoorde vrienden in de jaren zestig: Medgar Evers (12 juni 1963), Malcolm X (21 februari 1965) en Martin Luther King Jr. (4 april 1968). Binnen het tijdsbestek van vijf jaar werden ze alle drie vermoord. Het voornemen van Baldwin was om de complexe verbanden en overeenkomsten tussen de drie mannen aan te tonen.

Het boek had al een titel: Remember This House. Het boek is er niet gekomen, maar Peck mocht de aantekeningen gebruiken die Baldwin gemaakt had voor zijn film. De film (verschenen in 2016 en nu nog te leen via de bibliotheek) is indrukwekkende compilatie van beelden uit de tijd van de strijd voor de burgerrechten in de VS. Peck laat veel iconische fragmenten zien, zoals de vijftienjarige Dorothy Counts op weg naar school, en beelden van interviews (door Dick Cavett 1968) en debatten met Baldwin (het debat bij de Cambridge University met William F. Buckley 1965). De Britse krant The Guardian zei over de film: “een van de beste films ooit gemaakt over de burgerrechtenperiode”. I am not your negro werd genomineerd voor een Oscar.

Instinctmatig

In een gelijknamig boek dat Peck schreef over de film vertelt hij hoe het lezen van Baldwin hem hielp om het verhaal van een bevrijde natie, Haïti, en het verhaal van de moderne VS van Amerika en hun eigen pijnlijke en bloederige erfenis van slavernij te verbinden. “Ik kon lijnen tussen de punten trekken.  Baldwin gaf mij een stem, gaf mij de woorden, gaf mij de retoriek… Aan alles wat ik wist en had geleerd, instinctmatig of door ervaring gaf Baldwin een naam en een vorm. Ik beschikte nu over alle intellectuele ammunitie die ik nodig had”, zegt Peck in het boek.

Arnold Antonin, die gezien zijn leeftijd en ervaring wellicht de nestor van de Haïtiaanse film genoemd kan worden, heeft net als Peck en Felin veel tijd in het buitenland doorgebracht. De mogelijkheden om films te maken zijn daar natuurlijk veel groter, zegt hij in het eerder genoemde interview. Maar toch heeft Antonin ervoor gekozen vooral in Haïti te werken. Zijn films en documentaires hebben altijd een maatschappelijk betrokken dimensie, in een poging stem en beeld te geven aan de stemlozen in Haïti.

Visuele archeologie

Ook buiten het werk als cineast toonde Antonin, wiens werkelijke naam Célesti Corbanese is, zijn maatschappelijke en politieke betrokkenheid. Nadat hij in 1986 terugkeerde uit ballingschap (dictator Duvalier was verdreven), begon hij het centrum Pétion-Bolivar, waar niet alleen films werden gemaakt, maar vooral workshops en trainingen op allerlei terrein werden gegeven aan – met name – jongeren. Beroemd waren ook de vrije Forums op de donderdag, waar gedebatteerd werd over relevante nationale thema’s. Het centrum heeft vierendertig jaar gedraaid, tot het in maart 2020 moest sluiten als gevolg van de coronamaatregelen. En terwijl ik dit artikel schrijf is bekend geworden dat het centrum definitief de deuren heeft gesloten. In een interview met het Haïtiaanse dagblad Le Nouvelliste vertelt Antonin desgevraagd dat hij zijn hoop gevestigd heeft op de jeugd. Het is de enige hoop op een andere weg in Haïti. De jongeren strijden te midden van de armoede en onzekerheid. “Mijn grootste vreugde is dat ik hen heb kunnen ontvangen, hen een inspirerend kader heb kunnen bieden en heb geprobeerd hen het ideaal van het eerlijke, het goede en het mooie te leren kennen.” Maar door geldgebrek moet dit werk nu stoppen.

Vergelijkbare initiatieven hebben ook de deuren moeten sluiten. De Nederlandse journalist en filmmaker Ton Vriens begon in 2010 een opleiding voor jonge cineasten, Haiti Reporters, waar gedurende enkele jaren mooie korte documentaires gemaakt werden. Op YouTube is nog een film van de studenten te zien, Graffiti, art ou instrument de protestation (Graffiti, kunst of protestmiddel), mooi aansluitend bij ons thema Film, Muziek & Street Art. Het te vroege overlijden van Vriens in 2015 betekende ook het einde van deze opleiding.

Geen filmopleidingen, geen filmtheaters… Toch een sprankje van hoop. Antonin eindigt het gesprek met Le Nouvelliste met de opmerking dat in de voorstad Pétion-Ville een klein filmhuis overleeft dankzij de inspanning van een groep jongeren. Ook in de provincie zijn kleinschalige initiatieven, en niet te vergeten de filmfestivals zoals in Jacmel. “En wat mijzelf betreft, zolang mijn krachten het toelaten zou ik door willen gaan met het maken van films; deze stilstand van activiteiten is buiten mijn wil. Maar wel met een rustig geweten dat ik alles gedaan heb om mijn bijdrage aan het land en zijn cultuur te geven.” Waarvan acte.

Deze bijdrage is onderdeel van de Special Film, muziek & street art

Bronnen: France 24, www.thenationalnews.com , I am not your negro van Raoul Peck, Le Nouvelliste, website collectief 2004 Images Haïti

Gerelateerde berichten

Schrijven zoals een vos

Schrijven zoals een vos

In de verhalenbundel Mond vol vogels van Samanta Schweblin (1978) krijgt elk personage te maken met het onverwachte, zo lezen we op de omslag. In twintig verhalen schetst de Argentijnse schrijfster verschillende werelden waarin personages het leven proberen te vatten en te beleven, soms in alledaagse situaties, soms in absurdistische omstandigheden. Schweblin woont in Berlijn. La Chispa interviewde haar per e-mail.

Lees meer
Los delincuentes

Los delincuentes

Een bankmedewerker in Buenos Aires is zijn saaie bestaan beu en bedenkt een plan om de bank te beroven van exact het salarisbedrag dat hij van zijn werkgever zou krijgen als hij er tot zijn pensioen zou werken. Hij betrekt een collega bij het plan, maar er loopt natuurlijk van alles fout. Als toeschouwer begin je je af te vragen hoe zinvol je eigen werk eigenlijk is…. en of je ook niet zo’n stunt zou moeten uithalen.

Lees meer
agsdix-null

Politiek & Maatschappij

agsdix-null

Kunst & Cultuur

agsdix-null

Vrije tijd & Toerisme

agsdix-null

Economie & Ondernemen

agsdix-null

Milieu en Natuur

agsdix-null

Onderzoek & Wetenschap

Blijf op de hoogte

Adverteren op onze website?

Dat kan! Tegen een scherp tarief plaatsen wij uw advertentie.

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf u in en ontvang onze digitale nieuwsbrief met een overzicht van onze nieuwe artikelen.

Volg ons op social media

Wees als eerste op de hoogte van nieuwe artikelen en deel artikelen met uw netwerk.

Share This