Eeuwenoude kennis Maya’s dreigt te verdwijnen
De Nationale Beweging van Maya-weefsters heeft een wetsontwerp voorgelegd aan het Guatemalteekse parlement. De weefsters willen hun textielcreaties beschermen, die de vrucht zijn van hun arbeid en van de eeuwenoude Maya-filosofie. Daarom stellen zij voor de wet op intellectueel eigendom te verbreden en het collectieve intellectuele eigendom van inheemse volken te erkennen.
De weefsters brengen dit verzoek al sinds een jaar op strategische wijze naar voren. In mei 2016 verzochten zij het Grondwettelijk Hof om vast te stellen dat de overheid van Guatemala ongrondwettig had gehandeld door na te laten richtlijnen op te stellen om hun textielcreaties beschermen.
Autonomie
In de daaropvolgende maanden kregen de weefsters brede nationale steun en ontstond er een nationaal debat over de auteursrechten van de weefsters die traditionele blouses (huipiles) fabriceren op basis van de eeuwenoude kennis van de Maya’s. De Beweging van Maya-weefsters omvat ongeveer dertig organisaties uit achttien verschillende taalgemeenschappen in Guatemala. De beweging wordt geleid door de Vrouwenvereniging voor de Ontwikkeling van het departement Sacatepéquez (AFEDES).
Het concept van collectief intellectueel eigendom beschermt de autonomie van inheemse volken. De weefsters veroordelen de diefstal van de Maya-textielkunst als de zoveelste vorm van beroving. “We moeten onze kennis van textielbewerking beschermen, net zo goed als ons grondgebied”, aldus Angelina Aspuac, weefster van AFEDES en student rechten aan de universiteit. Voor haar is “intellectuele bescherming fundamenteel voor onze autonomie.”
Lokale leider
De Beweging van Maya-weefsters legde haar voorstel in 2016 aan enkele parlementsleden voor. Nadat weefsters en parlementsleden samen de tekst hadden herzien, werd het in februari 2017 bij het parlement ingediend. Dat besloot de initiatiefwet in behandeling te nemen. Het is overgedragen aan het voltallige parlement, dat het wetsvoorstel nog moet goedkeuren.
De weefsters weten dat zij beperkte steun hebben, maar hebben een belangrijke bondgenoot: De Commissie van Inheemse Volken. Een van de parlementsleden die lid zijn van deze commissie is Leocadio Juracán, de voorzitter van de commissie. Juracán is een lokale leider uit een rurale Mayafamilie en was coördinator van het Boerencomité van de Hoogvlakte.
De initiatiefwet heeft twee doelstellingen. Enerzijds het definiëren van wat collectief intellectueel eigendom is, wat in verband staat met het recht van inheemse volken om hun erfgoed te beheren. Anderzijds de erkenning van inheemse volken als intellectuele eigenaars, waardoor zij automatisch gebruik kunnen maken van de wet op intellectueel eigendom. Het erkennen van inheemse volken als eigenaars, net als individuen of bedrijven, betekent dat bedrijven die verdienen aan de export van Mayatextiel een deel van hun winsten zullen moeten afstaan aan de gemeenschappen die eigenaar zijn.
Erfgoed
“We zijn artiesten,” zegt Angelina Aspuac, “de volken zijn eigenaars. Wij vragen dat de inheemse volken als collectief subject worden erkend, en niet alleen een individuele persoon of vereniging”.
Deze wetswijziging is in de huidige politieke context de kortste en meest haalbare weg naar nationale regelgeving. Op de lange termijn willen de weefsters niet alleen een wetswijziging, maar een heel nieuwe wet die specifiek gaat over het collectieve intellectuele eigendom van Mayatextiel.
Naast nationale wetgeving willen de weefsters hun textielkunst beschermen op communicatief gebied. Zij zijn in overleg met zes gemeenschappen om hun textiel voorouderlijk erfgoed te verklaren. In vier gemeenschappen zijn weefsters een lijst aan het maken van hun ontwerpen en met de autoriteiten aan het overleggen hoe zij hun collectieve eigendom kunnen beschermen. Het zijn de gemeenschappen zelf die hun erfgoed vastleggen vanuit hun eigen instituties, normen en rechtspraak.
Weefsters van AFEDES
De Beweging van Maya-weefsters ontstond vanuit zorgen onder de weefsters van AFEDES over de hoge kosten van het weefdraad. AFEDES ontdekte dat al het draad geïmporteerd werd door een monopolie dat de prijzen hoog hield.
De weefsters gingen daarnaast in gesprek over de moeilijkheden met het exporteren van hun producten. De voorwaarden die de Guatemalteekse overheid stelt aan export bevoordelen grote ondernemingen, terwijl de kleine weefsters worden gedupeerd, bijvoorbeeld omdat zij geen certificatie hebben. De ironie is dat de overheid van Guatemala de rijke Mayacultuur en haar weefsels gebruikt om het toerisme te bevorderen, maar dat zij de weefsters die worden benadeeld door commerciële trucs niet ondersteunt.
Daarom besloten de vrouwen van AFEDES in 2014 om een proces aan te spannen tegen de overheid met het verzoek om regelgeving om de creaties van inheemse volken te beschermen.
Verzetsdaad
Maar het gaat niet alleen om draad en weefsels. Sandra Xinico, weefster uit Patzún, Cimaltenango, verklaarde tegen de Guatemalteekse krant Prensa Libre dat “het niet alleen om een stuk stof gaat dat met de hand gemaakt wordt, maar dat onze weefsels gebaseerd zijn op het wereldbeeld, de ideologie en de geschiedenis van de Mayavolken.”
De weefsters wijzen op de sterke toe-eigening van de Mayacultuur door de overheid en het Guatemalteekse bedrijfsleven, en willen dat er bij textiel over toestemming gepraat moet worden. ”Ze hebben het over inspiratie, maar eigenlijk is het diefstal en we moeten beginnen het als diefstal te zien”, zegt Aspuac. De Guatemalteekse krant Plaza Pública maakte dit duidelijk met een artikel onder de titel “Gestolen kunst: de juridische strijd van de Maya-weefsters.”
Volgens Juan Castro, een van de advocaten die de Beweging van Maya-weefsters steunt, is de strijd van de weefsters meer dan een juridische strijd. Het is een verzetsdaad voor de autonomie van de Mayavolken.
Plundering van kennis
De koloniale staat is volgens Aspuac niet alleen gebaseerd op plundering van land, maar ook op plundering van kennis. Het is voor Aspuac heel duidelijk wanneer zij de Maya-textiel verbindt met Maya-erfgoed. “Onze textiel is onderdeel van ons grondgebied. Met het beschermen van het water en het land beschermen we ook onze textiel. Het is onze kennis.”
De ontginning van het grondgebied gaat vergezeld van toe-eigening van de inheemse arbeidskracht, voorouderlijke kennis en kracht van de gemeenschappen. In Guatemala worden, net als in andere delen van het continent, inheemse vrouwen uitgebuit, onderbetaald en blootgesteld aan geweld en discriminatie.
Enerzijds exploiteren de exportbedrijven de kennis en arbeid van Maya-weefsters voor de productie van textiel. Anderzijds zijn zij begonnen met het machinaal produceren van traditionele huipiles. Deze industrialisatie is het begin van het einde van de eeuwenoude kennis die de Maya-volken van generatie op generatie hebben overgedragen.
Respect
In deze context zoeken de Maya-weefsters gemeenschappelijke oplossingen zoals de verklaring van cultureel erfgoed, omdat ze weten dat ze misschien wel wetswijzigingen kunnen verwezenlijken, maar zich ook moeten beschermen tegen de overheid. Een overheid die historisch gezien racistisch is en veel Maya-erfgoed geplunderd heeft.
De beweging is trots dat zij dit politieke proces in gang heeft gezet zonder bemiddeling door tussenpersonen of ngo’s. Zij organiseren zichzelf, analyseren de alternatieven, informeren zich over hoe de overheid werkt en plannen hun strategische procesgang. Ze geven interviews aan de pers en vergaderen met ministers. “We zijn rechthebbenden in dit proces voor de bescherming van ons grondgebied en ons textiel, niemand praat namens ons. We dwingen respect af voor onze volken.”
Dit artikel is vertaald uit het Spaans door Wim Hardeman