Alasitas festival – ter ere van Ekeko – sinds 2011 op de de immateriële UNESCO-werelderfgoedlijst
Rond het jaar 800 van onze jaartelling, tijdens de pre-Inca Tiwanakan-beschaving met haar hoofdstad nabij het Titicacameer, werd er veel belang gehecht aan materiële genoegens. Zo hadden de Tiwanakos hun eigen god van de overvloed, Ekhako of Eqaqo, later verbasterd tot Ekeko. Sinds 2011 is het Alasitas festival, waarbij Ekeko geëerd wordt, opgenomen op de immateriële werelderfgoedlijst van UNESCO.
Net na mijn afstuderen bezocht mijn eerste leidinggevende mij een keer op mijn studentenkamertje. Niet lang daarna, toen hij terugkwam van een bezoek aan Bolivia, had hij voor een beeldje van Ekeko voor me meegenomen. Via dit cadeautje wenste hij mij een gelukkig leven vol materiële welvaart, gesymboliseerd door de televisie, het autootje, het zakje maïs en andere dingetjes van gips die het beeldje droeg. Daarnaast was het beeldje beladen met nep papiergeld en gekleed in chique kledij, inclusief poncho en chullo, de in de Andes veel gedragen wollen muts met de oorwarmers.
Toch is Ekeko meer dan de beschermheilige van materialisten en hebberds. Zijn volgers rekenen ook op hem bij andere vormen van geluk en voorspoed door een beeldje van hem op een prominente plaats in hun huis plaatsen. Daarnaast kunnen ze hem als amulet of sleutelhanger bij zich dragen als ze naar buiten gaan. Een recente toevoeging aan de eeuwenoude traditie is om het beeldje een keer per jaar een brandende sigaret tussen de lippen te steken en daarmee om weer een jaar voorspoed te vragen. Een tevreden roker is immers geen onruststoker en een tevreden Ekeko is belangrijk om aan je zijde te hebben: ook deze god biedt zijn diensten pas aan na een offer zoals een sigaret.
Afscheidscadeautje
Hoewel het verhaal achter Ekeko dus al eeuwen oud is, dateert zijn huidige populariteit volgens auteur Antonio Díaz Villamil uit 1781, toen La Paz belegerd werd door inheemse troepen. De stad was in handen van de Spanjaarden en een van de Spaanse inwoners was doña Josefa Ursula de Rojas Foronda. Bij doña Josefa werkte Paulita Tintaya, een inheems meisje. Paulita was verliefd op Isidoro Coquehuanca met wie ze samen opgegroeid was. Toen ze haar ouderlijk huis verliet om naar La Paz te gaan, gaf Isidoro haar als afscheidscadeautje en geluksbrenger een beeldje van Ekeko mee.
In 1781 was Isidoro een van de belegeraars van La Paz, maar hij slaagde er elke week in de stad binnen te sluipen en voedsel achter te laten bij het beeldje van Ekeko, dat net buiten het huis van doña Josefa en Paulita geplaatst was. Niemand wist dat Isidro de brenger van het voedsel was, dus Ekeko kreeg de eer beide vrouwen van de hongerdood gered te hebben, een lot dat vele anderen beschoren was tijdens de maandenlange belegering.
Vleugeltjes
Natuurlijk is dit maar een van de versies van het verhaal van Ekeko maar dit is de versie die elk jaar herdacht wordt bij het feest van Alasitas (‘vleugeltjes’) in La Paz, op 24 januari. Tijdens dit feest decoreren de Paceños hun huizen met miniatuurhuisjes, -autootjes, -kruiwagentjes, -bankbiljetjes en andere hoopvolle beeldjes waaronder natuurlijk Ekeko zelf. Hoewel het Feest van de Vleugeltjes naar katholieke engeltjes lijkt te verwijzen, is het een verbastering van het Aymara-feest ‘Chhalasita’, dat letterlijk ‘koop me’ betekent. Dat feest was een gelegenheid waarbij de goden om een goede oogst en materiële voorspoed gevraagd werd.
Het feest Chhalasita werd in december gevierd, maar naar 24 januari verplaatst na Ekeko’s ‘interventie’ bij het beleg van La Paz in 1781. Daarmee viel het samen met de verering met de Heilige Maagd Maria, Onze Lieve Vrouwe van Vrede (la paz in het Spaans), de katholieke beschermheilige van de stad en waar deze ook naar vernoemd is. Bij dat feest geeft men elkaar nog steeds miniatuurcadeautjes die zaken symboliseren die voor de gever te duur zijn, zoals computertjes, mobieltjes of vliegtuigjes waarmee Ekeko’s hulp ingeroepen wordt voor vliegreizen.
Brug te ver
Deze materiële verlangens moeten natuurlijk wel ‘gecommuniceerd’ worden en dat gebeurt van oudsher door sjamanen. Ze doen dit door pure (96 procent) alcohol bij wijze van offerande over Pachamama (Moeder aarde) te sprenkelen en de miniatuurtjes in de rook boven wierookbrandertjes te houden. Tegenwoordig worden de miniatuurtjes ook gezegend in de kathedraal in de stad, waarbij eveneens gebruik gemaakt wordt van wierook en daarnaast van wijwater. De kerkelijke zegen hangt soms wel af van de wens: een camera of paspoort is te doen, een echtgenoot is mogelijk, maar een scheiding is een brug te ver. Duidelijk is echter dat Ekeko niet alleen aangeroepen wordt om materiële behoeften te bevredigen.
Zelf kan ik alleen maar beamen dat de kracht van Ekeko groot is. Hoewel ik hem nooit een brandende sigaret tussen de gipsen lippen gestoken heb, heb ik inmiddels een groot huis vol met meer of minder nuttige spullen waaronder twee tv’s en een auto voor de deur. Dus over mijn materiële welvaart maak ik mij geen zorgen en ook verder zie ik geen reden waarom Ekeko mij, hoewel ver van La Paz en ver na zijn geboorte in Tiwanaka, in de steek zou laten.
Deze bijdrage is onderdeel van de Bolivia special (april/mei 2021)