Kunst & Cultuur

‘De poëzie schept nieuwe werkelijkheden’

14 februari 2015

Jan de Kievid

Interview met de Chileense dichter José María Memet
José María Memet is een van de bekendste Chileense dichters. Hoewel zijn generatie getekend is door de dictatuur van Pinochet, is hij vol optimisme en verbeeldingskracht. Hij organiseert om de twee jaar het internationale festival ChilePoesía. Memet voelt zich steeds meer Mapuche dan Chileen en meent dat men in Chili nog altijd in een dictatuur, een gevangenis leeft. Maar de poëzie helpt je overleven.

In januari bezocht de Chileense dichter José María Memet (1957) Nederland. Hij begon al heel jong te dichten. “In 1969, toen de mens – zo wordt verondersteld – de maan bereikte, vroeg de lerares ons een gedicht te schrijven over de maan. Ik was twaalf jaar en kreeg het laagste cijfer, omdat het erg goed was, en dus zeiden ze dat ik het had overgeschreven. Maar ik had het zelf gemaakt! Nauwelijks veertien jaar oud begon ik poëzieprijzen te winnen, voor zowel jongeren als beroepsdichters. Dat bevestigde mij dat schrijven een levensoptie was. Deze keuze maakte het mogelijk de wereld op een andere manier te zien, met een zeer vrolijke blik. Het leek me dat het leven een feest was.”

Onwetend

Maar toen kwam in 1973 de staatsgreep en “veranderde dat feest in een nachtmerrie. Ik verzette me tegen de dictatuur en sloot me in 1975 aan bij de MIR (Beweging van Revolutionair Links). Mijn creatieve keuze was om terug te slaan met gedichten, niet over verdriet, maar over de mogelijkheid democratie en vrijheid te bereiken. Enkele van mijn gedichten zijn iconen van de strijd tegen de dictatuur. Een bijzonder moment was toen ik in 1979 gedichten kon voordragen voor politieke gevangen in de Strafgevangenis in Santiago.”

Tijdens de dictatuur werkte Memet elf jaar bij het Vicariaat van de Solidariteit, de mensenrechtenorganisatie van de katholieke kerk. “Dat liep parallel aan mijn literaire werk. Ik won veel prijzen. De Chileense dictatuur was erg onwetend, kon de culturele bases die in tientallen jaren was opgebouwd niet verwoesten. Ik kreeg de prijs van de gemeente Santiago voor mijn boek Bajo amenaza (Onder bedreiging, 1979).”

Memet had “de kans en het geluk van een realtief korte ballingschap, van 1981 tot 1985. Parijs maakte het mogelijk mijn blik op de wereld te verbreden, ik kon daar opnieuw de Latijns-Amerikaanse literatuur ontmoeten. In Chili konden tijdens de dictatuur geen boeken van García Márquez of Cortázar binnenkomen. Ik kon opnieuw kennismaken met de intellectuele bronnen van Latijns Amerika en de Franse dichters in hun eigen taal lezen. De invloed daarvan op mijn poëzie is dat die menselijk is; ik sta dichter bij de Peruaanse poeet César Vallejo dan bij Pablo Neruda.”

 

Utopieën

De dictatuur van Pinochet tekende zijn generatie: “Ik werd geconfronteerd met marteling, met een vernederd, gebroken, lijdend land. Maar we hadden ook de capaciteiten om te reageren en ideeën te opperen. Dat vertaalde zich in een rijke, poëtische taal en zorgde – zonder verward of ambivalent te zijn – voor krachtige teksten, binnen onze grote poëtische traditie. Nooit eerder moest in Chili een generatie dichters z’n taalgebruik zo veranderen om te kunnen overleven. We moesten de censuur overwinnen, maar ook onze zelfcensuur. We moesten een eigen project met eigen utopieën een stem geven, in een land zonder hoop, vol dood. Deze nieuwe taal slaagde erin de werkelijkheid, de verbeelding en de creatieve mogelijkheden te pakken, met een eigen stijl om een eigen wereld te scheppen. Dat zie je in mijn poëzie, vol kracht en hoop.”

Zijn er nog andere nieuwe stromingen? “Nieuw in deze generatie is de poëzie van vrouwen, die zich als feministen keerden tegen de absoluut machistische samenleving. Dat begint in 1978/79. Er kwam nog een nieuwe stroming op: de etnische poëzie, van de Mapuche, de oorspronkelijke bewoners van Chili. De laatste vijftien, twintig jaar zijn ongeveer 35 Mapuche dichters naar voren gekomen. Ze publiceren tweetalig of in Spaanse vertaling. Nieuw en belangrijk is dat de Mapuchenatie zich duidelijk tegen de Chileense staat uitspreekt. Dat is politiek, maar het zijn geen politieke pamfletten, ze hebben literaire kwaliteiten.”

 

Paspoort

Wat is er in je eigen gedichten veranderd? “Ik ben een politiek dichter, maar tegenwoordig is mijn register veel breder, met poëzie die gaat over de aarde, de regio, het volk van de Mapuche en hun grond. Ook poëzie met humor, wat in Chili zeldzaam is. We kijken niet naar ons land met nostalgie uit onze kindertijd, maar met realiteitszin en verbeeldingskracht.”

Voel je je een Mapuchedichter? “Ik ben van moederskant Mapuche. Mijn overgrootvader was een van de belangrijkste leiders in de strijd tegen de Chileense staat van 1881 tot 1883. Dat is voor mij en mijn familie erg belangrijk. Het was een tijdelijke nederlaag, maar de natie van de Mapuche wordt nooit verslagen. Dat begrijpt de Chileense staat niet. Ik voel me intellectueel deel van de beweging van de Mapuche, maar ik spreek de Mapuchetaal niet. Dat ontneemt me mentaal de mogelijkheid om Mapuche te zijn. Maar ik ben nabij, wat te maken heeft met de aarde, met een manier van begrijpen wat het leven is. En de dag de Mapuchenatie wordt bevrijd, lever ik mijn Chileense paspoort in.”

 

25.000 dichters

Wat betekent poëzie voor jou? “De poëzie laat me geloven dat de mensheid een kans heeft. Het mooie van de poëzie is dat die elke dag verandert, geen enkele dag is een nederlaag. Geen enkele dag is werkelijk desastreus; de poëzie schept nieuwe werkelijkheden. Voor mij werkt de poëzie met ideeën, met verbeelding. Poëzie helpt je overleven.”

Vergeleken met Nederland zijn er in Chili veel dichters, en een breed publiek kent een groot aantal van hen en hun gedichten. Hoe valt dat te verklaren? “Inderdaad, er zijn er veel, bij een poëziewedstrijd die ik organiseerde deden 13.400 dichters mee met meer dan 20.000 werken. We hebben in Chili momenteel meer dan 25.000 dichters, ongeveer honderd daarvan zijn heel goed. Je moet begrijpen dat Chili een land is, waarvan de bouw historisch en tektonisch nog niet is voltooid. De natuur is nog niet tot rust gekomen, er zijn actieve vulkanen, aardbevingen, zeebevingen en nieuwe rivieren en bloemen in de woestijn. Voordat Chili een land was, was het een gedicht. De poëzie vestigt onze relatie met de wereld, met het universum. Het is een land dat zich aan het vormen is en wij zijn onszelf aan het vormen. Dat poëzie zo belangrijk is, vormt onderdeel van onze natuur, van ons zijn. Er bestaat een Chileens gezegde: “Wanneer je een steen optilt, komt er een dichter onder vandaan.” In Latijns Amerika hebben alleen Chili en Peru zo’n sterke poëtische traditie.

 

Festival

Je organiseert sinds 2001 het Internationale Festival ChilePoesía. Hoe is dat begonnen? “Doordat ik en andere dichters gedichten voordroegen voor honderden en soms duizenden toehoorders, dacht ik: ‘Als wij al zoveel mensen trekken, zullen het er nog twee of drie keer zoveel zijn als we Ernesto Cardenal uit Nicaragua of Juan Gelman uit Argentinië hierheen halen.’ En dat gebeurde. We veranderen de kamerbijeenkomsten in massabijeenkomsten met duizenden aanwezigen. Het festival is om de twee jaar, een week lang. We hebben het gehouden van Antofagasta in het noorden tot Punta Arenas in het uiterste zuiden. Tijdens de rechtse regering (2010-2014) konden we het niet doen, omdat de regering ons de fondsen onthield. Rechts houdt niet van cultuur, en zeker niet van poëzie en kritiek. Nu beginnen we opnieuw.”

Wat vind je van het huidige Chili? “Cultureel zijn we onderdeel van de wereld, maar politiek verkeren we nog in een dictatuur. De meeste mensenrechtenschendingen zijn niet bestraft, we zijn er niet in geslaagd de rechten terug te krijgen die we tot 1973 hadden. We hebben een corrupte politieke klasse. Daarom bestaat er geen democratie. Chili is een gevangenis, met repressie op iedere dag, ieder uur, iedere minuut. Alle Latijns-Amerikaanse landen zijn democratischer dan Chili. Onze kinderen hebben een vrij land nodig, zoals we dat vroeger waren. Deze situatie leidt tot diepe frustratie. De meeste mensen zijn zich bewust dat hun rechten zijn afgepakt en vertrapt. Daarom moeten we binnen vier of vijf jaar democratie bereiken. Ik ben optimistisch, absoluut, ik ben deel van dit democratiseringsproces. Er is geen weg terug.”

Gerelateerde berichten

Schrijven zoals een vos

Schrijven zoals een vos

In de verhalenbundel Mond vol vogels van Samanta Schweblin (1978) krijgt elk personage te maken met het onverwachte, zo lezen we op de omslag. In twintig verhalen schetst de Argentijnse schrijfster verschillende werelden waarin personages het leven proberen te vatten en te beleven, soms in alledaagse situaties, soms in absurdistische omstandigheden. Schweblin woont in Berlijn. La Chispa interviewde haar per e-mail.

Lees meer
agsdix-null

Politiek & Maatschappij

agsdix-null

Kunst & Cultuur

agsdix-null

Vrije tijd & Toerisme

agsdix-null

Economie & Ondernemen

agsdix-null

Milieu en Natuur

agsdix-null

Onderzoek & Wetenschap

Blijf op de hoogte

Adverteren op onze website?

Dat kan! Tegen een scherp tarief plaatsen wij uw advertentie.

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf u in en ontvang onze digitale nieuwsbrief met een overzicht van onze nieuwe artikelen.

Volg ons op social media

Wees als eerste op de hoogte van nieuwe artikelen en deel artikelen met uw netwerk.

Share This