Signaal aan investeerders
Met de recente herschikking van de regering en vooral met de benoeming van de ex-ambassadeur in China tot minister van Buitenlandse Zaken, geeft Peru een signaal af aan investeerders. Het land richt zich op een sterk commercieel georiënteerde diplomatie en op de versterking van de relatie met China. Zeker nu er een verkoeling lijkt te zijn ingetreden in de betrekkingen tussen de twee landen en er ook sprake is van een teruglopende economie.
Peru, dat sinds 2004 gewend is aan een groei van het bruto binnenlands product (BBP) met 5 tot 8 procent, ziet de groei dit jaar dalen tot hoogstens 3,5 procent. Deze trendbreuk heeft een lawine van kritiek teweeggebracht vanuit alle Peruaanse sectoren, die in meerderheid stellen dat je de crisis al een jaar geleden zag aankomen. President Ollanto Humala wist volgens hen niet wat hij moest doen om aan de situatie het hoofd te bieden. “We hebben te maken met een algemene vertraging. De vraag is sterk gedaald, de export loopt terug en in april dit jaar stortte de bouw in”, analyseert de econoom Felix Jiménez. Hij is een van de opstellers van het plan van de regering-Humala, toen hij in 2011 kandidaat was voor het presidentschap.
De vereniging van exporteurs meldde dat tussen januari en april dit jaar de uitvoer naar de Verenigde Staten met 21 procent is gedaald en naar de Europese Unie met 12 procent. De econoom Jorge Gonzales Izquierdo verklaarde in een televisieprogramma dat in een verkiezingsjaar zoals nu – in oktober zijn er districts- en gemeenteraadsverkiezingen –onzekerheid een golf van investeringen verhindert. Maar vooral komen werken van regionale en gemeentelijke overheden stil te liggen zolang kandidaten campagne voeren en verschillende politici herkozen willen worden. Gonzales Izquierdo wijst erop dat ook de corruptie van lokale besturen de bouwsector aantast: sinds mei zijn twee regionale bestuurders gearresteerd en een is er op de vlucht.
Ook Apoyo Consultoría, die per trimester het ondernemersvertrouwen meet, laat in het tweede trimester van dit jaar een daling zien van 12 procent. Van de ondervraagde 280 bedrijven gaf 73 procent aan het huidige tempo van investeringen te zullen handhaven en slechts 17 procent zei het tempo te versnellen. Het Wereld Rapport Investeringen van de UNCTAD verklaarde dat in 2013 de directe buitenlandse investeringen in Latijns Amerika met 6 procent stegen, terwijl die in Peru met 17 procent daalden.
Informele banen
Hoewel deze cijfers van recente datum zijn, laten oudere cijfers zien dat de economische groei geen verschil heeft gemaakt voor de meerderheid van de bevolking. CEPAL (Economische Commissie voor Latijns Amerika) geeft aan dat Peru op de eerste plaats staat met werk dat weinig productiviteit oplevert; volgens officiële data is 74 procent van de banen informeel. Dat wil zeggen dat mensen kunnen overleven, maar dat ze geen toegang hebben tot arbeidsrechten en sociale zekerheden. De armoede is sinds 2009 met bijna 10 procent gedaald, maar 7.300.000 mensen – 23 procent van de bevolking – leven nog steeds in armoede.
De regering zet ook in op openbare werken om de economische crisis te verlichten. Ze heeft een serie maatregelen aangekondigd om de economie nieuw leven in te blazen, zoals minder milieuvergunningen, ontheffingen van de belastingbetalers en stabiliteit van de contracten in de mijnbouw. Er zijn weinig stemmen die menen dat dit helpt om de vertraging van de economie te keren. Daarom moest de regering beloven om 800 miljoen euro te investeren in de kosten van infrastructuur en de preventie van rampen. Dat wil zeggen: een sterke impuls te geven aan de bouw.
Toromocho
De regering vertrouwt erop dat een groot mijnbouwproject met Chinees geld – Toromocho – de productie verhoogt, wat zich dan vertaalt in een groei van het bruto binnenlands product aan het eind van dit jaar of in begin 2015. Sinds april heeft Peru de formule om productiviteit te berekenen aangepast door het aandeel van de mijnbouw te verzwaren. Het ministerie van Economie heeft erop gewezen dat dit project alleen is vertraagd door technische problemen. Dit in tegenstelling tot andere projecten, zoals Conga en Tía María, waar sociale conflicten de plannen van de regering in de weg stonden.
China controleert een derde van de mijnbouwoperaties in het land, na de koop van de grootse kopermijn ter wereld – Las Bambas – in de regio Apurímac, voor het bedrag van 4.2500 miljoen euro. Volgens Cynthia Sanborn, onderzoekster aan de Universiteit van de Pacífico, staan honderd Chinese bedrijven legaal geregistreerd om te werken in Peru. Tenminste 15 bedrijven bezitten belangrijke mijnconcessies.
Gasprojecten
De Peruaanse economie is niet gediversifieerd en daardoor is het land sterk afhankelijk van internationale prijzen van grondstoffen. De daling in de vraag uit China en de Europese Unie betekent niet alleen een slag voor de economie, maar ook voor de politiek. De spanning is toegenomen tussen degenen die voorstander zijn van flexibilisering van de voorwaarden voor de mijnbouw en degenen die de ecologische protectie verdedigen sinds de oprichting van het Ministerie van Milieu in 2008. De regering heeft de uitvoering van een raadpleging onder de inheemse bevolking over een mijnbouwproject voorkomen in het noorden van het land en ze is nu terughoudend om dit te doen in Apurimac (foto) onder Quechua-gemeenschappen.
Behalve dat de regering zich gedwongen ziet tot mijnbouwprojecten om de economie te doen herleven, groeit de behoefte om grote gasprojecten uit te voeren in het junglegebied van het zuiden. Sommige concessies voor de toegang van ondernemingen in beschermde gebieden en reservaten (inheemse of milieu) hebben tot botsingen geleid in de regering. Sommigen waarschuwen bijvoorbeeld dat er geen protocollen bestaan in geval uitvoerenden inheemse groepen ontmoeten waarmee nog geen contact is gemaakt of die in vrijwillig isolement leven.
Het wantrouwen van de inheemsen in de staat en zijn bedrijven, dat te wijten is aan onvervulde beloftes en decennia van vervuiling door olie, zorgt ook voor uitstel van de vernieuwing van olieconcessies in het junglegebied in het noorden van het land.
Vertaald door Maja Haanskorf